Tag Archives: Dagelijkse Kabbalah Lessen

Worden Tot Niets En Voor De Schepper Staan

Dr. Michael LaitmanEen mens cijfert zichzelf voortdurend weg, voert voortdurend de wil van de Schepper uit, ‘brengt zichzelf naar niets’ boven het verlangen uit, dat in hem groeit.

Eerst cijfer ik mijzelf weg boven het kleine verlangen uit van het levenloze niveau, dan ben ik zoals in de baarmoeder, in de ‘sluimer van negen maanden’. Vervolgens worden er verlangens in mij wakker, die tot het vegetatieve niveau behoren, en weer moet ik mijzelf ervoor wegcijferen, er tegenin.

Om mijzelf echter weg te cijferen, mijzelf tot niets te vormen, moet ik me daartoe verplichten. Door handelingen die tegen de Schepper zijn, creëer ik, wat genoemd wordt: ‘hulp tegen Hem’ en cijfer ik mijzelf weg door aan Hem te geven.

Tenslotte heb ik mij van alles ontdaan. Ik heb al mijn verlangens gebruikt, zoals er geschreven staat: “Alles is toegevoegd aan de algemene rekening.” Ik heb nog maar één vraag: mijzelf te kunnen wegcijferen, maar dit komt alleen omdat ik begrip heb en mijzelf en ieder ander, de hele wereld, voel. Juist daardoor is het voor mij mogelijk om mij aan de Schepper te hechten.

Vraag: Kunnen we zeggen dat wegcijferen van jezelf liefde is?

Antwoord: Liefde wordt niet tot uitdrukking gebracht door jezelf weg te cijferen, maar door grootheid, wanneer ik al mijn eigenschappen gebruik om te geven, belangeloos te geven. Liefde betekent dat ik geef, verbinding maak, in het algemeen gesproken: dat ik actief ben.

Jezelf wegcijferen is de eigenschap van een foetus, een baby, geen eigenschap van liefde.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/11/12, “Introduction to The Book of Zohar

Geven In Twee Fasen

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’, item 32: En wanneer een mens wordt beloond met volledig in de wil om te geven te zijn en totaal niet meer in verlangen voor zichzelf, zal hij worden beloond met het verkrijgen van gelijkvormigheid met zijn Hogere NRNHY, die zich uitstrekt van zijn oorsprong in Ein Sof, in de eerste staat, via de zuivere ABYA, en zich meteen naar hem zal uitstrekken, en zich geleidelijk aan in hem zal kleden.

Wij hebben een heel groot verlangen om te ontvangen en het neemt toe als we de niveaus van correctie beklimmen. Dit proces begint vanaf het moment dat wij verlangen naar verbinding.

Het verlangen wordt geleidelijk aan onthuld. Eerst corrigeren wij het op het niveau van ‘geven om te geven’, in Kabbalistische termen wordt dit Hafetz Hesed genoemd, het niveau van Bina, Hassadim. Vervolgens corrigeren wij het verlangen op het niveau van ‘ontvangen om te geven’, dit is al het niveau van Hochma.

Op het niveau van Bina lijkt onze gehele neiging tot het kwaad gecorrigeerd te zijn, omdat deze neiging namelijk geen intentie heeft ‘om te ontvangen’. Dan veranderen de overtredingen in verdiensten en de kwade handelingen in overtredingen. We bereiken een soort neutraliteit, ons verlangen om te ontvangen is nu niet langer het kwade.

Dan vervolgen wij ons werk, totdat de gehele neiging tot het kwaad goed is geworden, wij ontvangen namelijk om te geven. Daarom verdelen Kabbalisten het proces soms in tweeën: de correctie van het verlangen en de uiteindelijke correctie naar belangeloos geven.

Bestowal In Two Phases

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/10/12, “Introduction to The Book of Zohar

De Innerlijke Vijand

Dr. Michael LaitmanVraag: Als iemand onze lessen heeft gevolgd, maar nog tegen verbinding is, kunnen we dat de ‘neiging tot het kwaad’ noemen?

Antwoord: Nee. Nadat ik een aantal lessen heb gevolgd, begrijp ik nog niet, dat de weerstand die ik naar de groep voel het kwaad is. Als ik deze weerstand accepteer, heb ik de neiging tot het kwaad nog niet in mezelf ontdekt.

Het gaat erom dat ik de neiging tot het kwaad zie in dit negatieve verlangen. Ik moet dit zelf vaststellen en het niet alleen maar van iemand horen. Ik moet voelen dat deze eigenschap mij schade toebrengt, omdat ik daardoor geen toegang heb tot spiritualiteit en het Doel niet kan bereiken. Juist deze eigenschap staat mij in de weg en als ik dit niet overwin, als ik mij niet met de groep verbind, heb ik geen enkele kans.

Ik moet nu inzien dat de neiging tot het kwaad mijn weg blokkeert. Ik denk dat ik daardoor verbinding kan maken, maar vlak daarna verwijdert dit mij van mijn vrienden. Tenslotte ben ik voortdurend afgescheiden van de groep, op enkele heel korte momenten na.

Zie ik dit als het kwaad, zoals ik het behoor te zien? Uiteindelijk moet ik zo ver komen, dat ik mijn ego niet meer kan verdragen en dat ik al het mogelijke zal doen om er vanaf te komen: “Liever dood dan zo te leven. Ik moet mijn ego doden, want het is mijn vijand.” We moeten ervaren dat het de enige vijand is die we hebben, hij verbergt zich in ons als een kankerachtige tumor, als een slang die ik moet verwijderen.

Maar als ik dat niet voel, heb ik het kwaad in mijzelf nog niet ontdekt. Dan heb ik de Torah als een ‘kruid’, als de methode voor correctie, nog niet nodig. Alleen als ik de tirannie van het kwaad ontdek, zoek ik naar een oplossing. Ik ben volledig besmet, mijn innerlijk is ervan doordrenkt en het is onmogelijk om eraan te ontsnappen. Wat moet ik nu beginnen?

Doordat ik geen keuze heb en me hulpeloos voel, begin ik me te realiseren dat er een Kracht is die mij kan helpen, die Kracht is het Licht. Het is niet langer een abstract concept. Ik voel dat Het bestaat en ik zoek naar een mogelijkheid om erom te vragen. Ik zoek naar een innerlijk gevoel dat mij in staat zal stellen om Het zó naar me toe te trekken dat Het mij zal bevrijden van het kwaad.

Dit alles komt alleen, als wij aan het praktische werk van verbinding beginnen ……

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/10/12, “Introduction to The Book of Zohar

Waarom Ethiek Irrelevant Is

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’, item 28: … En dan komen we bij een nieuw soort werk, om deze enorm grote wil om te ontvangen in te passen in de vorm van belangeloos geven. Dan wordt het egoïstische verlangen geheeld, omdat het nu gelijkvormigheid verkrijgt …. Slechts voor enige tijd is deze wil aan de Klipot gegeven, om gezuiverd te worden. Maar tenslotte mag het geen ander lichaam zijn.

Er is een verlangen om te ontvangen, geschapen door de Schepper. Dit is niet het verlangen, dat wij allemaal hebben, om ons animale lichaam te onderhouden, maar het is een verlangen dat zich buiten deze wereld bevindt en dat aan ons gegeven is om gecorrigeerd te worden, om onze houding naar anderen te corrigeren.

Alles wat zich buiten onze houding naar anderen bevindt, telt totaal niet mee. Ons ‘animale’ deel wordt gekarakteriseerd door verlangens naar voedsel, seks, familie, geld, respect en kennis. Wat voor vorm dit aanneemt is niet belangrijk, het gaat hier helemaal niet over.

Educatie, cultuur, ethiek en andere waarden, maken alleen deel uit van onze wereld, omdat we denken, dat de manier waarop iemand tegen dergelijke zaken aankijkt hem zal corrigeren omdat hij er een zeker belang aan hecht. Maar vanaf het begin werd er aan ons een duidelijk voorschrift gegeven: “Heb je vriend lief als jezelf”. Het is een universeel principe dat alles omvat. Dit is het enige wat wij moeten corrigeren en het enige waarop wij ons moeten richten, afgezien van alle andere verlangens. Het ‘breken van de kelim (vaten)’ heeft plaats gevonden in de houding naar anderen, juist daar ontdekken we het hogere Licht en gehechtheid door correctie.

Kabbalisten zeggen, dat wij het egoïstische verlangen, dat wij hebben in onze verhouding tot anderen, moeten ontdekken en dat we moeten erkennen, dat ik alles doe ten behoeve van mijzelf, in plaats van ten behoeve van anderen. Alles wordt beoordeeld op basis van mijn verhouding tot anderen en volgens het criterium, dat wij het verlangen om te ontvangen benoemen als de ‘neiging tot het kwaad’, zoals Kabbalisten het definiëren.

Als ik mijn energie inzet voor mijn eigenbelang en niet ten behoeve van anderen, hebben we het over de ‘neiging tot het kwaad’. Nu moet ik deze neiging veranderen in de neiging tot het goede, zodat ik dezelfde energie, hetzelfde verlangen, niet ten behoeve van mijzelf aanwend, maar ten behoeve van anderen. Waarom is dat zo? Omdat wij hierdoor de Schepper vreugde geven.

Op deze manier werk ik, ik vraag om het Licht dat Corrigeert, om de Kracht die mij corrigeert via stijgingen en dalingen. Mijn goede houding naar anderen beschouw ik nu als een ‘stijging’ en als ik mij in een ‘daling’ bevind, zie ik dat ik nog tegen geven aan anderen ben.

Ik blijf dit alles verduidelijken, totdat mijn gehele wil om te ontvangen ‘dood’ is en tot niets meer in staat. Dan kom ik, vanuit de staat waarin ik dood was, weer tot leven en bereik ik de ‘opstanding uit de doden’ en zo bereik ik Gmar Tikkun (de laatste correctie).

Alles vindt dus plaats in mijn verlangen om te ontvangen dat op anderen gericht is: op het individu, op mijn omgeving en over het geheel genomen op de Schepper. Hiervan moeten wij ons heel diep en helder bewust zijn.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/9/12, “Introduction to The Book of Zohar

De Weg Naar Het Licht Openen

Dr. Michael LaitmanVraag: Tijdens de Conventie zei u, dat wij met het probleem te maken hebben, dat wij al onze intenties nog niet met elkaar kunnen verbinden: ik, die gecorrigeerd moet worden, de vrienden, de Schepper en de wereld. Wat belet ons op weg naar de ene, verenigde intentie, die alle elementen bevat?

Antwoord: We moeten alles voortdurend innerlijk ophelderen, zoals: waar moeten we aan denken om het Corrigerende Licht aan te trekken. Er staat geschreven: “Het is beter om stil te zitten en niets te doen,” want als je niet weet wat je moet doen, kan je zelfs nog meer schade berokkenen. Je kunt dit vergelijken met macht geven aan een klein kind of aan iemand die niet weet waar hij mee bezig is: dan kan er alleen maar schade ontstaan.

Enerzijds is het dus voor ons verborgen, zodat wij onszelf en anderen geen schade berokkenen. Anderzijds is het de vraag hoe we dichterbij de juiste manier van handelen kunnen komen. Het blijkt, dat we voortdurend aan de juiste intentie moeten denken en alleen in de mate waarin wij dat doen, komen we dichter bij het Licht. Er zijn Masachim (schermen) die het Licht voor ons verbergen, omdat onze verlangens onjuist zijn. Op het moment dat ons verlangen de correcte staat benadert, verdwijnen deze Masachim.

Op deze manier moet een ieder zichzelf voortdurend beoordelen en besluiten hoe hij op de juiste manier zijn krachten moet inzetten. Het leven helpt ons, algehele wanhoop, doelloosheid, verwarring en de situatie waarin de wereld zich nu bevindt, helpen ons. Wij worden niet meer uitgelachen, zoals het zo’n twintig jaar geleden plaats vond en in elke generatie in de afgelopen eeuwen. Wij hebben nu een punt bereikt, waarop er geen andere keus meer bestaat. Wij moeten nu niet alleen aan elkaar laten zien wat we doen, maar ook aan de wereld, we moeten laten zien waar we allemaal naar moeten verlangen, wat we moeten bereiken, wat de bedoeling is als wij uit De Zohar lezen.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 7/8/12, The Zohar

Op zoek Naar De Werkelijke Smaak Van Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanVraag: Hoe weten we zeker dat we de juiste inspanningen verrichten in het werk?

Antwoord: Een mens verricht de juiste inspanningen, als hij zoveel mogelijk met anderen samenwerkt, om te gaan begrijpen vanuit zijn hart. Alle begrip komt naar het hart, wanneer het Licht van Hochma, begrip genaamd, in het hart wordt onthuld, in Bina, de kli (vat) van geven, zoals er geschreven staat: “Alleen het hart begrijpt”.

In een mens die aan het begin van zijn spirituele werk staat, met het doel om zichzelf te corrigeren en een detector te worden voor de onthulling van de Schepper, moet het Licht van Hochma de innerlijke overtuiging bereiken, dat het Licht van Hochma en de kli ervoor, het Licht van Hassadim, ontvangen en geven, zich in hem moeten manifesteren, in zijn verlangen en in zijn voelen.

Hij moet proberen om de ruimte vrij te maken van verschillende meningen, gevoelens en indrukken, die hij nu het dichtst bij zijn lichaam ervaart, om dan deze ruimte te gaan vullen met spirituele indrukken. Hij moet ernaar streven om de werkelijke smaak van al deze begrippen waar te nemen: Hochma, Hassadim, ontvangen, geven, verbinding, nabijheid en afstand.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/28/12, Shamati #145

Een Kabbalist En De Wereld

Vraag: Kun je zeggen dat alleen mijn houding mijn huidige staat scheidt van de volgende staat?

Antwoord: De houding bepaalt alles, met andere woorden: de intentie. Als je je intentie verandert, verander je de werelden in je waarneming. Het verschil tussen deze wereld en de wereld Ein Sof (Oneindigheid) wordt veroorzaakt door de intentie. Alle verschillen tussen de staten zijn uitsluitend afhankelijk van je houding, van je intentie. In feite bestaat alleen Ein Sof. Al het andere is een beeld dat wij door onze intentie vormen.

Vraag: Vandaag haat ik de mensen met wie ik in de loop van de dag in contact kom, ik mag ze niet. Anderzijds, als ik hen zou respecteren zou elke vorm van contact met hen mij plezier verschaffen en ik zou hen heel graag de hele dag helpen. Is dat de goede verbinding die ik nodig heb of is de belangrijke factor hierin de kracht die dan aan mij wordt onthuld?

Antwoord: Dat laatste is het belangrijkste. Het gaat er niet over om ‘aardig’ of ‘lief’ te zijn. Je moet je met anderen verbinden, omdat je in de eenheid de Schepper ontdekt. In Kabbalah wordt dat een Mitzva (gebod) genoemd: je vervult een gebod.

Alles welbeschouwd is het doel van alles wat wij doen, dat wij aan Hem gelijkvormig worden, zoals een gast die gelijkvormig wordt aan de gastheer. Met andere woorden: de Schepper vreugde verschaffen, zoals Hij dat aan ons doet. De juiste houding naar anderen moet als doel hebben: een goede houding naar de Schepper te bereiken. Waarom zou ik anders op een goede manier om moeten gaan met de mensen om mij heen? Voor mijn eigen bestwil? Dit is volkomen in tegenstelling tot wat er van mij verwacht wordt.

Er staat geschreven: “Het einde van de daad is in de oorspronkelijke gedachte aanwezig”, en “Israel, de Torah en de Schepper zijn één”, op deze basis moeten wij alles bouwen.

Een Kabbalist gebruikt elk contact met anderen uitsluitend om verder te komen. Hij verricht de nodige fysieke handelingen om te kunnen bestaan, maar hij houdt er altijd rekening mee hoeveel energie en aandacht hij nodig heeft om spirituele handelingen te verrichten en zo de Schepper vreugde te verschaffen. Een Kabbalist gebruikt dus de wereld om de Schepper vreugde te verschaffen.

Vraag: Geniet een Kabbalist daarvan?

Antwoord: Ja, maar genieten is niet zijn doel, het gaat over het uitvoeren van de noodzakelijke handelingen. Genieten is niet langer de drijfveer van wat hij doet.

Zo’n houding verandert alles en dankzij deze houding neem je de spirituele wereld waar. Uiteindelijk wordt je verhouding met anderen en met de Schepper helderder en je ontdekt het netwerk van krachten, het netwerk van verhoudingen, het netwerk van gedachten, het netwerk van intenties en het netwerk van handelingen. Welbeschouwd bestaat alleen dit. Dan wordt onze wereld langzamerhand minder belangrijk voor ons, evenals de vorm ervan, deze vorm “verdampt” in dit netwerk, want deze vorm wordt betekeningsloos.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/01/12, Introduction to The Book of Zohar”

 

Niets Anders Willen Dan Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Shamati, artikel 30: “Het belangrijkste is niets anders te wensen dan belangeloos te geven vanwege Zijn Grootheid, want elke vorm van ontvangen is een onvolkomenheid. Het is onmogelijk om niet te ontvangen, het enige is om vast te houden aan het andere uiterste, namelijk geven.”

Wij bevinden ons in één enkele staat: in het kennisveld dat behoort tot de eigenschap van geven. Alleen dit krachtveld bestaat, de kracht daarvan is de kracht van belangeloos geven. Zo wordt het veld aan ons onthuld.

In deze kracht ligt de oorsprong: abstracte vorm en essentie. Wat wij bereiken is, zoals Kabbalisten het ons zeggen, het krachtveld dat gekarakteriseerd wordt door belangeloos geven.

Om onafhankelijk te kunnen bestaan in dit veld, werden wij met een tegengestelde kracht geschapen, met de kracht van ontvangen. Als een mens alleen waarneemt wat door zijn of haar natuur bepaald wordt en zichzelf niet verandert, voelt hij in dit verenigde veld de werkelijkheid die wij ‘deze wereld’ noemen. Een ieder kan dit beeld in zichzelf opnemen en van daaruit leven. Deze wereld wordt denkbeeldig genoemd, omdat wij niet voelen wat er werkelijk buiten ons bestaat, het is alsof wij vanuit onbewustheid leven en een droom zien via de trillingen van een denkbeeldige waarneming.

In deze droom zijn we ons aan het ontwikkelen naar steeds meer ontwaken en bewustzijn. Onze hele evolutie, onze hele geschiedenis, gaat over dit proces.

Hoe kunnen wij de eeuwige, ware werkelijkheid voelen waarin wij eigenlijk bestaan? Hoe komen wij tot onderzoek naar dit veld van de hogere Kracht die ons heeft geschapen, ons ondersteunt, ons beïnvloedt en ons steeds verder ontwikkelt, zodat wij ons kunnen gaan verbinden met dit veld?

Er zijn twee wegen:

1. De eerst weg wordt ‘het pad van lijden’ genoemd: of wij het willen of niet, onder de invloed van het veld van geven blijven wij ons ontwikkelen en wij zullen komen tot de kennis van de Ene die ons bestuurt, beïnvloedt, ontwikkelt en gidst. Lijden zal ons ertoe dwingen om bij de wortel te komen van de oorzaak ervan en wij zullen ontdekken dat wij lijden door Hem, omdat Hij op deze manier invloed op ons uitoefent.

Dan moeten wij Hem wel leren kennen, dichter naar Hem toekomen, omdat wij verlangen dat Hij ons op een andere manier bestuurt. En wij zullen, zoals de eerste Kabbalisten, door lijden dit veld ontdekken, deze Kracht die op ons inwerkt en die wil, dat wij eraan gelijkvormig worden door ons met elkaar te verbinden. Dit is de wet van de gelijkvormigheid van eigenschappen.

Waarom is dit noodzakelijk? Omdat wij hierdoor gelijkvormig worden aan Hem: eeuwig, heel en perfect, tegelijkertijd blijven we onafhankelijk. Als wij in Hem zouden zijn, volledig onder Zijn bestuur, lijkt het alsof we niet eens bestaan. Maar er is een polariteit in onze ontwikkeling: in ons groeit een kracht die tegengesteld is aan het veld van geven, en tegelijkertijd moeten wij aan onszelf werken om gelijkvormig te worden aan Hem.

2. Als wij het pad van lijden niet willen volgen, maar het pad van Licht, onder de goede invloed van het veld van geven, ontdekken we een eenvoudige wet: om onafhankelijk te blijven, moeten we aan dit Licht vragen om alle veranderingen die samengaan met onze groei. Als ik vraag en het veld mijn vragen beantwoordt, bestaat er geen probleem in verband met onafhankelijk blijven, omdat ik nu gelijkvormig ben aan Hem. Ik vraag zelf, tegen mijn eigen verlangen in, of het veld mij wil veranderen.

Op deze manier verenig ik in mijzelf, in de loop van mijn ontwikkeling, twee krachten:

• De kracht die tegengesteld is aan dit veld: het veld is volkomen gericht op geven, terwijl ik volkomen gericht ben op ontvangen.

• De vorm van geven, waarin ik mijn kracht van ontvangen kleed.

In mij is de kracht van ontvangen, het wrede egoïstische verlangen, dat alleen uit is op persoonlijk gewin, en daar bovenuit kleed ik mijzelf in de tegengestelde vorm: de kracht van geven en liefde. Maar hoe kan ik weten hoe ik moet vragen om de kracht van geven? Uiteindelijk weet ik niet eens wat het is. Wat ik me ook maar voorstel, al mijn gissingen zijn gebaseerd op de kracht van ontvangen en maken het mij onmogelijk om werkelijk om veranderingen in mijzelf te vragen. Alles waarom ik vraag is gebaseerd op mijn eigen natuur en zal altijd gaan over ontvangen, soms verborgen of gecamoufleerd, maar toch over ontvangen.

Hoe kan ik aan dit veld vragen om mij werkelijk de kracht van geven te schenken, zodat ik deze kracht in mij kan gaan ontdekken, evenals de kracht van ontvangen, zodat ik twee krachten in mij heb, de ene tegengesteld aan de andere?

Daarvoor hebben wij een bijzondere wijze van bestaan gekregen: wij ervaren dat wij leven in een wereld, die vol mensen is zoals wij. Als ik het verlangen wil verkrijgen dat op geven gericht is, een vraag naar geven, kan ik mij met anderen verenigen, met ten minste één ander mens. Het kleinste meervoud is twee. Kabbalisten zeggen echter, dat het beter is als we minstens met z’n tienen zijn, omdat dit een afgeronde hoeveelheid is. Ik moet mij met hen gaan verenigen om het verlangen om te geven te bereiken.

Hoe kunnen wij ons met elkaar verenigen? Kabbalisten die de methode hebben ontdekt, leggen dit ook uit: ik moet bij hen gaan zitten, samen eten en drinken, met hen studeren en het belangrijkste is: de intentie vasthouden. Wat wil ik hierdoor bereiken? Het is belangrijk om niet te vergeten dat het mijn intentie is om het verlangen om te geven te bereiken. Baal HaSulam schrijft daarover: “Het belangrijkste is om niets anders te willen dan belangeloos te geven.”

Het blijkt dat ik met mensen werk, die naar hetzelfde verlangen, we zijn met elkaar in één groep en er is iemand die ons onderwijst. Hoe dit allemaal zo gelopen is, weten wij niet, het lijkt toeval. Maar in werkelijkheid brengt datzelfde veld ons bij elkaar, op dezelfde manier als een elektromagnetisch veld ijzervijzel langs de lijnen van evenwicht plaatst. In de ‘Inleiding tot de Studie van de Tien Sefirot’ schrijft Baal HaSulam, dat de Schepper een mens naar de groep brengt en zegt: “Dit is voor jou, neem het aan. Hier ligt jouw vrije keus.” De keus wordt alleen versterkt door de vrienden op het pad van het verlangen om te geven. Wij kunnen dat verlangen zelf niet bereiken, omdat de Schepper dat verlangen is. Maar we moeten met elkaar naar dit verlangen uit zien en er dan de behoefte aan voelen. Ik zal in mijn hart gaan voelen, dat ik dit geven mis en dat ik een gever wil worden.

Waarom wil ik dit? Dat zelfs weet ik niet. Het ontstaat, na lange tijd, misschien wel na tien jaar. Daar hebben wij dit leven voor gekregen. Langzaamaan komt er in het hart van een mens een verlangen en een behoefte naar de eigenschap van geven.

Alles staat hier onder de invloed van de eenvoudige ‘natuurkunde van krachten’: hoe krachtiger mijn hart de behoefte ervaart om te komen tot geven, hoe krachtiger het veld van geven mij beïnvloedt. Zo komen we er dichterbij: ik vanuit mijn behoefte aan geven en deze kracht vanuit de invloed ervan die op mij gericht is. Het resultaat ervan is, dat wij elkaar beginnen te voelen en er ontstaan innerlijke veranderingen in mij: aan de natuurlijke kracht van ontvangen wordt in mij een kracht van geven toegevoegd, deze komt in mij tevoorschijn.

Zo wordt er een correcte vorm ontwikkeld: een ontvangend verlangen en een gevend verlangen naar buiten toe: de vorm van een mens (Adam), gelijkvormig (domeh) aan de Schepper. Zijn verlangen naar ontvangen, de ‘scheppingsmaterie’, blijft bestaan en daar overheen wordt dit bedekt met een gewaad, een ‘omhulsel’, een verlangen om te geven.

Allereerst is er in mij de behoefte aan willen geven en als dit verlangen een zeker spanningsniveau in mijn hart bereikt heeft, beïnvloedt het veld mij door inductie, zo wordt ik in de kracht van geven ingeleid.

Tenslotte kleedt deze kracht zich in mij en ik word een soort voelende ‘sonde’, een ‘sensor’ voor dit veld. Stel je voor, dat ik in mij tien gram van het verlangen om te geven heb ontvangen. Allereerst ben ik nu hierdoor geboren, met andere woorden: ik begin het veld te voelen dat mij omringt. Ik voel dat ik erin leef, ik voel de eigenschappen ervan, de houding van dit veld naar mij en mijn houding naar dit veld. Naast het fysieke niveau waarop ik nu leef, krijg ik verbinding met dit veld op een ander niveau: de spirituele wereld en alleen zo bereiken we de Schepper.

Dit veld bevat alle informatie over het verleden, het heden en de toekomst, over alles wat er met mij en met de hele wereld gebeurt. Een mens die in verbinding blijft met dit veld, gaat begrijpen hoe hij er op de juiste manier contact mee kan maken en wat hij van dit veld kan vragen. Door dit veld bevinden wij ons in een enorme stroom van informatie, die de hele werkelijkheid vult. Hier leren wij wie de Schepper is, wat dit veld is, hoe we ermee in contact kunnen komen en hoe we met het hele systeem te werk moeten gaan. Zo stijgt een mens steeds hoger en wordt hij meer en meer opgenomen in de spirituele wereld. Dit alles komt alleen van het verlangen om te geven, dat hij in zichzelf heeft ontvangen vanuit dit veld.

Terugkomend op het verlangen om te geven, er is een voorwaarde aan verbonden: een mens moet ernaar verlangen om een gever te worden. En wie zouden dat willen? Speciale mensen, met een punt in het hart, dat wil zeggen: met een zwakke lading die hen richt naar het veld van geven waar zij deel van uitmaken.

En de anderen dan? Anderen kunnen daar niet naar streven. Zij kunnen, zoals de eerste Kabbalisten, het veld alleen ontdekken door middel van het pad van lijden en tegenslag, van angst en onbegrip ten opzichte van de oorzaak van wat er gebeurt, en in het algemeen door de vraag naar de zin van het leven.

Naarmate we deze situatie naderen, komen we bij het huidige punt in de geschiedenis. Het pad van lijden van de wereld is nu enigszins onthuld. Veel mensen, misschien wel alle zeven miljard, stellen al vragen zoals: “Waar leven we voor? Wat is de zin van het leven? Waarom lijden we zo?” Deze vraag die van hen komt, kunnen we niet beantwoorden. Bovendien weten zij niet wat zij met dit lijden aan moeten. Zij begrijpen en voelen alleen deze wereld.

Hier komen we bij het verschil met de mensen met een punt in het hart. Wij moeten voor anderen worden wat de Schepper voor de schepping is. Wij zijn namelijk in staat om hen te verbinden met het veld van geven en dit is onze opdracht, Baal HaSulam beschrijft het in het artikel: ‘Arvut’ (Verantwoordelijk zijn voor Elkaar). Daarom worden wij ons en masse bewust van de hogere Kracht, en anderen ontvangen dit bewustzijn van ons. Dit is ons werk.

Dus: “het belangrijkste is niets anders te willen dan belangeloos te geven.” Wij kunnen hiernaar verlangen vanuit bewustzijn en inzicht, omdat aan ons een klein deeltje is gegeven, een vonkje van dit veld en met de hulp daarvan kunnen we onze koers bepalen en streven naar dit veld, met het doel om het te onthullen. Door onze vonken met elkaar te verenigen, zullen wij in staat zijn om aan het veld de kracht van geven te vragen. Anderen zijn hier echter niet toe in staat, zij hebben onze leiding nodig.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/21/12, Shamati #30

De Piramide Economie

Dr. Michael LaitmanTijdens de plagen in Egypte, zei de Schepper tegen Mozes: “Ga tot Farao, want Ik heb zijn hart verhard en ook het hart van zijn knechten, zodat ik deze tekenen van Mij aan hen kan laten zien” (Exodus 10:1). Door de tegenslagen die ons egoïsme ervaart, wordt de Schepper groter tussen ons. Hij wordt groter door deze ‘aanwijzingen’, deze tekenen, wanneer wij zien hoe ons egoïstische verlangen alles wil controleren en hoe afhankelijk en hulpeloos het is. Ja, het heerst over ons, maar in feite is het dom. Wij zien hoe zwak dit verlangen is op moreel en fysiek gebied.

Het egoïsme heeft ons voort geduwd en ons geholpen om ons leven op te bouwen. Maar uiteindelijk blijkt, dat we de negatieve resultaten ervan duidelijk te zien krijgen wanneer we het egoïsme gebruiken. En zelfs als de massa, door bekrompenheid, hier niets van wil weten, hoeven we alleen maar te kijken naar wat de mensheid tot stand gebracht heeft, dan zien we dat wij onszelf en de natuur vernietigen.

Als we dergelijke ontwikkelingen op een andere planeet zouden zien, zouden we tot de conclusie komen dat de bewoners geen verstandige wezens zijn. We zouden denken, dat hun gezond verstand door een of ander ongeluk niet meer functioneert en dat ze de tak, waarop ze zitten, afzagen en het kanaal dat hen voedt, blokkeren.

Als we twintig à dertig jaar verder zijn heeft de mensheid niets meer over. We hebben een verschrikkelijke wereld gecreëerd, een piramide van eindeloze winst die winst genereert door er steeds meer nieuwe mensen aan toe te voegen. Als deze groei eenmaal voorbij is, stort alles in. Maar zolang de portemonnee nog vol is, blijft de mens het spel spelen.

De hele wereld economie is door de Amerikanen opgebouwd volgens het piramide model: de top verrijken ten koste van groeiende productie en consumptie. Maar er komt een crash: er is geen groei meer mogelijk en dus kan deze piramide alleen maar ineenstorten. De consumptie maatschappij op basis van koopkracht is ten einde. Er is geen plaats meer om de productie uit te breiden, er is niemand anders meer om erbij te betrekken, de aarde is rond en niet zo groot. Het is interessant om te zien hoe er parallellen zijn tussen onze piramide en het oude Egypte, het land van de piramides.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 4/23/12, Writings of Rabash

Routinewerk Nieuw Leven Inblazen

Dr. Michael LaitmanOm een doel te bereiken hebben wij de middelen ervoor nodig, ons middel is onze inspanning. Hoe meer wij ons inspannen en hoe meer onze inspanning gefocust is, helder en doelgericht, hoe krachtiger wij het Licht dat Corrigeert en dat ons verder brengt, aantrekken.

Daarom wordt ons elk moment van ons leven gegeven om helder te krijgen en te zoeken naar wat het meest effectief voor mij is om te doen. Ik moet doen wat mij zal helpen om het Licht dat Corrigeert naar mij toe te trekken, zoals er geschreven staat: “Ik heb de neiging tot het kwaad geschapen en Ik heb de Torah geschapen als een kruid, omdat het Licht daarin corrigeert,” dit betekent dat je de neiging tot het kwaad corrigeert en verandert in de neiging tot het goede. In deze neiging tot het goede ontvang je, zoals in een goede kli (vat), de ervaring van spiritueel leven.

Zo is de formule voor correctie. Onze inspanning bestaat er dus uit om elk moment dat ons gegeven is, het meest effectieve middel te ontdekken.

Gewoonlijk gaat de mens mee met de stroom van het leven en hij denkt dat hij op deze manier vorderingen maakt. Maar dit passieve meegaan met de stroom betekent, dat hij verder komt op het ‘levenloze’ niveau. Neem als voorbeeld dat hij deel uitmaakt van een groep, hij studeert en doet mee aan allerlei activiteiten, dit alles wordt routine voor hem. Hij wordt beïnvloed door het algemene krachtveld dat in één algemene stroom iedereen meevoert die het Doel wil bereiken, dit wordt echter ‘Heilig stil’ genoemd, hier is nog geen sprake van persoonlijke vooruitgang. Persoonlijke vooruitgang is afhankelijk van de dagelijkse inspanning die een mens levert om zichzelf aan te sporen en zelf smaak en bitterheid toe te voegen aan dit gerecht: zout, peper en andere kruiden.

Een mens moet begrijpen dat er geen andere keuze is, hij kan alleen aangespoord worden door deze pijnlijke situaties, waar hij meedogenloos in gegooid wordt, wanneer hem getoond wordt hoe tegengesteld hij is aan spiritualiteit en hoe ver hij ervan verwijderd is. Als hij er niet voor terugschrikt om trek op te bouwen door middel van deze niet bepaald aangename kruiden, wordt hij aangespoord en kan hij al wat handelingen onafhankelijk uitvoeren, zonder zich te laten meenemen door de algemene stroom van de maatschappij waarin hij leeft. Zo moeten wij ons voortdurend inspannen, zoals er geschreven staat: “Je hebt heel hard gewerkt en je hebt gevonden: geloof.“ Dit betekent dat het dan gebeurt: de Schepper wordt aan de mens onthuld. Maar dit gebeurt alleen als een mens zich inspant boven de dagelijkse routine uit. Dit is voor ons een probleem, want het is heel moeilijk om met een gewoonte te breken. We zijn gewend aan onze dagelijkse dagindeling, aan dezelfde uren die we met hetzelfde invullen, volgens een tijdschema met regelmaat, we zijn gewend aan dezelfde mate van inspanning: “Een gewoonte wordt tot een tweede natuur”.

Ik span me al zoveel jaar in en ik heb de indruk dat ik steeds op schema ben. Dus ik voel me minder tevreden en ik begin te klagen: “Wat is er met me aan de hand, waarom zie ik geen resultaat?” Ik heb er geen erg in, dat ik op de algemene stroom meedrijf. Vergeleken met het spirituele niveau heb ik een levenloos lichaam, een dood, onbeweeglijk lichaam. Dit komt omdat ik mij niet inspan. De mate waarin spiritualiteit aan een mens onthuld wordt, is afhankelijk van zijn persoonlijke inspanning, van het gereed maken van zijn eigen kli (vat), van zijn verlangen. Natuurlijk kom ik nog wel een beetje verder, omdat ik meedoe aan wat activiteiten, maar het is belangrijk en noodzakelijk dat ik, boven de dagelijkse routine en de algemene stroom uit, werk aan opheldering in mijzelf, waardoor een mens voortdurend innerlijke trek opwekt, door hete kruiden en onaangename vragen.

Een mens moet zichzelf constant checken en onder druk zetten door te proberen om de tijd te versnellen en hij moet zich tot het uiterste inspannen om te vervullen wat er geschreven staat: “Je hebt heel hard gewerkt en je hebt gevonden: geloof.”

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/15/12, Shamati #117