Tag Archives: Intentie

Om Hulp Vragen Is Het Moeilijkste

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, ‘De Schenking van de Torah’: … we moeten begrijpen dat de overige 612 Mitzvot (voorschriften) in de Torah, met alle interpretaties daarvan, niet meer en niet minder zijn dan de som van de details die weergegeven worden en gevat zijn in die ene Mitzva (enkelvoud voor Mitzvot): ‘Heb je vriend lief als jezelf’.

Er zijn 613 ‘geboden’, dit betekent dat er 613 daden zijn die tot correctie leiden. We moeten de intenties die verbonden zijn met het egoïstische verlangen (om te ontvangen) veranderen in altruïstische intenties (om te geven). Als we dat doen hebben we ‘een gebod vervuld’.

Het aantal geboden wordt bepaald door de hoeveelheid individuele verlangens om te ontvangen, waaruit de kli (vat) van de ziel bestaat. Deze kli is in twee delen verdeeld:

Het bovenste gedeelte: Galgalta Ve Eynaim (G’E), 248 verlangens

Het onderste gedeelte: AHP, 365 verlangens

De intentie om te ontvangen wordt de ‘neiging tot het kwaad’ genoemd en de intentie om te geven wordt de ‘neiging tot het goede’ genoemd. De daad op zich blijft dezelfde. We kunnen alleen differentiëren tussen goede en slechte daden door de intenties achter de daden. Het proces van correctie is dus in feite een verandering van intenties. Als de intentie op het ik gericht is, spreken we van de neiging tot het kwaad, als we ons op onze naasten concentreren gaat het over het goede.

Uiteindelijk moeten we 248 en 365 verlangens corrigeren, dat zijn samen 613 verlangens. Maar we corrigeren eigenlijk maar 612 verlangens, omdat het laatste gebod (over liefde) ‘problematisch’ blijft. Zoals Kabbalisten het zeggen: door 612 verlangens te corrigeren, zullen we liefde bereiken. Met andere woorden: van liefde voor de vrienden komen we tot liefde voor de Schepper.

 In dit totale systeem is er een speciaal deel met verlangens – uiteraard verbonden met de andere verlangens – en dat is de groep die zichzelf moet corrigeren. In het begin ben ik daar nog niet mee bezig. Maar als ik met de groep, met de vrienden, ga werken, me met hen wil verbinden en dat ook werkelijk ga doen, zal ik ontdekken dat dat volkomen tegen mijn natuur ingaat: “Ik kan het niet, ik ben er niet toe in staat, ik wil het niet, ik ga dit niet doen.” Juist dat is de neiging tot het kwaad, dat ik me niet wil verbinden en dat staat mij in de weg.

Dan noem ik dat mijn ‘hater’ en ik vraag correctie ten opzichte van de vrienden, veraf en dichtbij, overal. Ik ontdek waar ik gecorrigeerd moet worden, hoe het gerealiseerd kan worden en hoe ik deze neiging in mijzelf kan overwinnen. Zo ben ik daarmee bezig, totdat ik voel dat ik me tot de Schepper moet wenden.

De correctie zal niet meteen plaats vinden. Ik kan nu gaan schreeuwen, maar het egoïstische verlangen wordt nog groter en de gedachte aan de Schepper wordt onverdraaglijk. Ik haat Hem, ik ben in staat om Hem te vernietigen, alles wil ik doen behalve me tot Hem wenden. Ik denk dat het onmogelijke van mij gevraagd wordt, alsof ik de vijand moet liefhebben en helpen in plaats van hem te vernietigen. Het is heel erg moeilijk. En dan, als ik me hulpeloos voel en er ondanks alles naar verlang om tot geven te komen, wend ik me tot de Schepper.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 10/21/12, “Matan Torah (The Giving of the Torah)”

 

Waarom Is Het Zo Moeilijk Om De Intentie Vast Te Houden?

Dr. Michael LaitmanVraag: Waarom is het zo moeilijk om de intentie vast te houden?

Antwoord: Omdat ons verlangen om te genieten onmiddellijk gecorrigeerd wordt, als we de juiste intentie hebben. Als je zelfs maar voor een moment vanuit de juiste intentie denkt, corrigeer je het verlangen dat op dat moment in je opkomt en wordt het door een nieuw, ongecorrigeerd verlangen vervangen. En dan moet je je opnieuw voorstellen dat de groep van alle vrienden samen, één geheel is.

Als je dat doet en er in die staat naar streeft dat het Hervormende Licht de eigenschap van geven een klein beetje onthult, betekent dit dat je je verlangen opnieuw hebt gecorrigeerd en dat het weer anders is geworden. Het blijkt, dat elke keer wanneer je uit de verbinding gaat, het niet betekent dat je niet verbonden bent en verder van elkaar afgescheiden raakt, maar dat de verlangens in je veranderen en zo kom je verder!

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 8/28/12, The Zohar

Dankbaarheid Aan De Schepper Is De Lift Naar Nieuwe Hoogten

Dr. Michael LaitmanIn het artikel ‘De Toekomst van de Mens is Afhankelijk van en Verbonden met zijn Dankbaarheid voor het Verleden’, staat geschreven: De lof en de dankbaarheid die de mens aan de Schepper brengt voor het verleden, vergroten de mogelijkheid om te voelen, vergroten de Kelim en vermeerderen zijn eigenschappen en mogelijkheden om met hart en ziel de invloed, die de Schepper op hem heeft, te voelen en te waarderen. Hij is blij met elk moment van de interactie die hij ervaart, hij komt op het niveau dat hij gaat voelen en begrijpen aan Wie hij het resultaat van zijn harde werken laat zien, en doordat hij zijn kwaliteiten uitbreidt, reikt hij steeds hoger naar nieuwe ervaringen.

Dit wil zeggen dat dankbaarheid noodzakelijk is voor ons. Wij beïnvloeden op geen enkele wijze de Schepper, het Licht. Wij weten niet wat de Schepper ervaart. Wij spreken over Zijn gevoelens alleen vanuit ons eigen niveau, vanuit onze eigen gevoelen, vanuit wat wij zijn, we gebruiken menselijke taal en hebben onze eigen ervaringen. Als wij over iets of iemand spreken, spreken we vanuit onze eigen waarneming. Daarom wordt de Schepper ‘Boreh’ genoemd, ‘Bo’ – ‘Reh’: ‘Kom’ en ‘Zie’. Want als je Zijn eigenschappen bereikt, ontdek je Hem daarin en geef je je mening op basis van deze eigenschappen.

Daarom is dankbaarheid noodzakelijk om onze Kelim te vergroten en de eigenschappen daarvan te veranderen.

Een ieder van ons heeft een punt in het hart en nu, op dit moment, voelen we iets in dat punt. Maar we kunnen er geen enkel beeld in voelen, omdat alles is samengeperst tot één enkel punt. Wij moeten het vergroten en ontvouwen. Hoe kunnen we dit doen? Enerzijds doen we dit door de Schepper dankbaar te zijn. Maar om ervoor te zorgen dat deze methode werkt, moeten we dit punt vergroten door er in onszelf de punten van de vrienden aan toe te voegen.

From the Kharkov Convention “Uniting to Ascend” 8/19/12, Workshop 7

In Confrontatie Met Het Ego

Dr. Michael LaitmanVraag: Hoe kunnen we de daden van de Schepper steeds vóór zijn en krachtiger worden met betrekking tot het ego, zodat wij enerzijds niet het slachtoffer worden van de verraderlijke plannen van het ego en anderzijds ontvankelijk zijn voor de aanwijzingen van de Schepper?

Antwoord: Denk in geen enkele situatie na over het ego, niet hoe je er wel of niet aan toegeeft. Al dit soort spelletjes met het ego helpen niets. Het ego is veel slimmer dan jij en ieder ander.

Het egoïsme is buitengewoon krachtig van aard en volledig tegengesteld aan de Schepper, in intensiteit is het gelijk aan Hem. Het hele egoïstische systeem werd door het Licht geschapen, dat het verlangen binnenkwam. Het vormde de aard ervan en alle eigenschappen in alle denkbare vormen. Dus tegen het ego strijden zal je nooit lukken! Je kunt er alleen maar bovenuit stijgen en het verlangen koesteren om gelijkvormig te worden aan het Licht dat zal helpen! De confrontatie met het ego aangaan is een hopeloze zaak.

Je hoeft er geen aandacht aan te besteden! Verlang er uitsluitend naar om verder te komen! Wacht niet tot je vooruit geduwd wordt door het ego.

Vraag: Wat moet je doen als je er steeds aan denkt en tenslotte zowel het ego als de Schepper vergeet?

Antwoord: Dat komt omdat er geen verbinding met de groep is en de omgeving je niet helpt om vooruit te komen.

Het gaat hier over een heel eenvoudig systeem van krachten. Vanaf het begin is er aan jou een punt gegeven waarop je kunt steunen, er is aan jou een richting gegeven en je wordt steeds aangespoord. Er staat geschreven dat de Schepper je hand op de goede lotsbestemming legt en tegen je zegt: “Kies dit.” Dan is het aan jou om te kiezen.

Baal HaSulam schrijft, dat er tegen zo iemand voortdurend gezegd wordt dat hij een omgeving voor zichzelf moet kiezen die steeds sterker wordt, één die je krachtig maakt, waarin je niet zult vallen en het Doel niet zult vergeten.

De keuze voor een krachtige omgeving is uitsluitend afhankelijk van hoeveel jij erin investeert. Je hoeft geen andere mensen te kiezen, maar je moet meer in hen investeren, dan zul je van hen een grotere invloed voelen. Dit is de betekenis van het keuzemoment voor de nieuwe omgeving. Het gaat niet over gezichten van mensen, maar over de mate waarin jij van hen de hogere energie kunt opnemen die in hen aanwezig is, waar zij zelf niet eens weet van hebben.

Als dit je niet lukt is dat een teken dat je ernaar moet verlangen om dit te bereiken. Dit is het enige wat je kunt doen. Alleen dit is het werk waar het om gaat.

From the Kharkov Convention “Uniting to Ascend” 8/16/12, Preliminary Lesson

Een Filter Op Weg Naar De Schepper

Dr. Michael LaitmanVraag: Welke vragen bereiken de Schepper?

Antwoord: We moeten allereerst begrijpen, dat een vraag die niet voortkomt uit een collectief verzoek, helemaal niet geaccepteerd wordt. Mensen roepen vanuit het diepst van hun hart naar de Schepper, als zij ten einde raad zijn en op een dood punt zijn, maar niets helpt. Waarom niet? Omdat hun gebed niet door de filter gaat, alleen dan wordt een vraag geaccepteerd. Alleen via het systeem, via onze verbinding, of die nu goed of slecht is, de vraag wordt alleen geaccepteerd met betrekking tot de verbinding.

Vraag: Hoe kan ik mijn verlangen verbinden met het verlangen van iemand anders, als ik dat helemaal niet kan voelen?

Antwoord: Probeer het te voelen of roep het dan in ieder geval uit, omdat je het niet kunt voelen. Je begrijpt tenminste dat jouw eigen, individuele verlangen niets kan doen. Als er twee samenkomen is dat geweldig! Wel, wat wil je? Wil je een verbinding tot stand brengen, je met elkaar verenigen? Ben je het oneens met elkaar? Maar jullie zijn samen: maken jullie aan elkaar duidelijk hoe jullie onderlinge verhouding is? Dat is goed!”

Waarom is nu de tijd voor correctie aangebroken? Omdat mensen beginnen te voelen, dat er iets fout zit in de verbinding met elkaar. Was het eerder dan oké? Hiervoor bestond er geen verbinding. Nu voelen we dat er iets fout zit en dat we het moeten corrigeren, dus de correctie begint vanaf onze tijd.

Als we onze onderlinge verbinding daarbij niet betrekken, het maakt niet uit hoe die is, is er niets om mee bij de Schepper te komen. Alleen kan ik niets beginnen, in mij is er niets om gecorrigeerd te worden. Het enige wat gecorrigeerd moet worden is de verbinding tussen mijzelf en anderen.

Vraag: U heeft eens tegen ons gezegd, dat er een systeem is dat een onjuiste vraag omzet in een juiste vraag. Had u het toen over de vraag van het individu of van het geheel?

Antwoord: Er bestaat geen individuele vraag! Het feit dat ik het alleen uitschreeuw, betekent niet dat mijn vraag individueel is. Het belangrijkste is waarover ik het uitschreeuw. Dit bepaalt of mijn gebed een gebed van velen is of niet.

Mensen denken dat er sprake is van een gebed bij een Minyan (tien man). Eén mens kan om verbinding vragen, voor de correctie van het systeem, dan noemen we het ‘een gebed van velen’.

Als wij gaan studeren is het dus heel belangrijk om met de juiste vraag te komen. Anders verwijdert de studie ons van elkaar, in plaats van dat het de levenselixer is, wordt het de doodsdrank. We zien dat mensen wegrennen, ontsnappen en vallen. Waardoor gebeurt dat? Omdat hetzelfde Licht, dat op de verkeerde manier werkt, je duisternis brengt, dit betekent dat het je via de lange weg naar het Doel leidt.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 7/12/12, The Zohar

Gelijkwaardigheid Is Niet Hetzelfde Als Gelijkheid!

Dr. Michael LaitmanVraag: Tijdens de afgelopen Conventie in het Noorden van Israel, werd onze groep in tweeën verdeeld: de ene groep, van tien mensen, zonderde zich af van de wereld op de eerste verdieping van ons centrum en voldeed voor honderd procent aan de voorwaarden van de vrienden in de Conventie. De tweede groep, van twintig à dertig mensen, die om verschillende redenen maar een gedeelte van de tijd mee konden doen, waren in een andere ruimte.

Ik was één van degenen die afgezonderd was met de andere negen, maar ik kon mijn aandacht maar op één ding richten: Hoe kon het toch gebeuren dat we in twee groepen verdeeld waren? Ik kon echter niet de moed opbrengen om deze zaak met de andere negen mensen te bespreken. De volgende vraag achtervolgde me: Wat moest ik doen? Kon ik de verdeling ter sprake brengen of zou dat tegen de eenheid van de groep in gaan, zelfs nu besloten was dat de groep in tweeën was verdeeld tijdens de Conventie? Ik denk dat het spirituele comité erop zou moeten aandringen, dat de groep onverdeeld samen blijft, ongeacht de voorwaarden.

Antwoord: Tot aan het einde van de correctie blijven er overal tegenstellingen bestaan en vooral in Kabbalah, maar in spiritualiteit worden de tegenstellingen verenigd in een gezamenlijke intentie: zij bestaan naast elkaar, hoewel ze van elkaar gescheiden zijn door de wet van gelijkvormigheid. Wij moeten dus wennen aan het feit, dat we kunnen verschillen van elkaar, maar toch samen zijn. Bovendien moeten we er niet naar streven om iedereen en alles op hetzelfde niveau te krijgen. Gelijkwaardigheid is niet hetzelfde als gelijkheid, het betekent: gelijk zijn in de intentie en dat op verschillende niveaus.

Wij verschillen allemaal van elkaar en niemand dwingt ons om hetzelfde te zijn, maar wél om naar hetzelfde Doel te verlangen. Maar iedereen streeft op een andere manier naar het Doel. We zijn verschillend, zoals de cellen in één lichaam. De Schepper verenigt ons in onze intentie naar onze gezamenlijke Schepper.

Wees steeds een voorbeeld dat nagevolgd kan worden, en zij die dat wegens objectieve oorzaken niet kunnen, zijn niet slechter dan jij, maar zij zullen dan tijdens de Conventie deel uitmaken van de subgroep, net zoals het lichaam verschillende organen heeft die in verschillende mate belangrijk zijn, toch behoren ze allemaal tot één lichaam.

Gelijkwaardigheid van de vrienden is niet hetzelfde als gelijkheid!

Stel vragen, we zullen het ontdekken.

De Weg Naar Het Licht Openen

Dr. Michael LaitmanVraag: Tijdens de Conventie zei u, dat wij met het probleem te maken hebben, dat wij al onze intenties nog niet met elkaar kunnen verbinden: ik, die gecorrigeerd moet worden, de vrienden, de Schepper en de wereld. Wat belet ons op weg naar de ene, verenigde intentie, die alle elementen bevat?

Antwoord: We moeten alles voortdurend innerlijk ophelderen, zoals: waar moeten we aan denken om het Corrigerende Licht aan te trekken. Er staat geschreven: “Het is beter om stil te zitten en niets te doen,” want als je niet weet wat je moet doen, kan je zelfs nog meer schade berokkenen. Je kunt dit vergelijken met macht geven aan een klein kind of aan iemand die niet weet waar hij mee bezig is: dan kan er alleen maar schade ontstaan.

Enerzijds is het dus voor ons verborgen, zodat wij onszelf en anderen geen schade berokkenen. Anderzijds is het de vraag hoe we dichterbij de juiste manier van handelen kunnen komen. Het blijkt, dat we voortdurend aan de juiste intentie moeten denken en alleen in de mate waarin wij dat doen, komen we dichter bij het Licht. Er zijn Masachim (schermen) die het Licht voor ons verbergen, omdat onze verlangens onjuist zijn. Op het moment dat ons verlangen de correcte staat benadert, verdwijnen deze Masachim.

Op deze manier moet een ieder zichzelf voortdurend beoordelen en besluiten hoe hij op de juiste manier zijn krachten moet inzetten. Het leven helpt ons, algehele wanhoop, doelloosheid, verwarring en de situatie waarin de wereld zich nu bevindt, helpen ons. Wij worden niet meer uitgelachen, zoals het zo’n twintig jaar geleden plaats vond en in elke generatie in de afgelopen eeuwen. Wij hebben nu een punt bereikt, waarop er geen andere keus meer bestaat. Wij moeten nu niet alleen aan elkaar laten zien wat we doen, maar ook aan de wereld, we moeten laten zien waar we allemaal naar moeten verlangen, wat we moeten bereiken, wat de bedoeling is als wij uit De Zohar lezen.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 7/8/12, The Zohar

Een Kabbalist En De Wereld

Vraag: Kun je zeggen dat alleen mijn houding mijn huidige staat scheidt van de volgende staat?

Antwoord: De houding bepaalt alles, met andere woorden: de intentie. Als je je intentie verandert, verander je de werelden in je waarneming. Het verschil tussen deze wereld en de wereld Ein Sof (Oneindigheid) wordt veroorzaakt door de intentie. Alle verschillen tussen de staten zijn uitsluitend afhankelijk van je houding, van je intentie. In feite bestaat alleen Ein Sof. Al het andere is een beeld dat wij door onze intentie vormen.

Vraag: Vandaag haat ik de mensen met wie ik in de loop van de dag in contact kom, ik mag ze niet. Anderzijds, als ik hen zou respecteren zou elke vorm van contact met hen mij plezier verschaffen en ik zou hen heel graag de hele dag helpen. Is dat de goede verbinding die ik nodig heb of is de belangrijke factor hierin de kracht die dan aan mij wordt onthuld?

Antwoord: Dat laatste is het belangrijkste. Het gaat er niet over om ‘aardig’ of ‘lief’ te zijn. Je moet je met anderen verbinden, omdat je in de eenheid de Schepper ontdekt. In Kabbalah wordt dat een Mitzva (gebod) genoemd: je vervult een gebod.

Alles welbeschouwd is het doel van alles wat wij doen, dat wij aan Hem gelijkvormig worden, zoals een gast die gelijkvormig wordt aan de gastheer. Met andere woorden: de Schepper vreugde verschaffen, zoals Hij dat aan ons doet. De juiste houding naar anderen moet als doel hebben: een goede houding naar de Schepper te bereiken. Waarom zou ik anders op een goede manier om moeten gaan met de mensen om mij heen? Voor mijn eigen bestwil? Dit is volkomen in tegenstelling tot wat er van mij verwacht wordt.

Er staat geschreven: “Het einde van de daad is in de oorspronkelijke gedachte aanwezig”, en “Israel, de Torah en de Schepper zijn één”, op deze basis moeten wij alles bouwen.

Een Kabbalist gebruikt elk contact met anderen uitsluitend om verder te komen. Hij verricht de nodige fysieke handelingen om te kunnen bestaan, maar hij houdt er altijd rekening mee hoeveel energie en aandacht hij nodig heeft om spirituele handelingen te verrichten en zo de Schepper vreugde te verschaffen. Een Kabbalist gebruikt dus de wereld om de Schepper vreugde te verschaffen.

Vraag: Geniet een Kabbalist daarvan?

Antwoord: Ja, maar genieten is niet zijn doel, het gaat over het uitvoeren van de noodzakelijke handelingen. Genieten is niet langer de drijfveer van wat hij doet.

Zo’n houding verandert alles en dankzij deze houding neem je de spirituele wereld waar. Uiteindelijk wordt je verhouding met anderen en met de Schepper helderder en je ontdekt het netwerk van krachten, het netwerk van verhoudingen, het netwerk van gedachten, het netwerk van intenties en het netwerk van handelingen. Welbeschouwd bestaat alleen dit. Dan wordt onze wereld langzamerhand minder belangrijk voor ons, evenals de vorm ervan, deze vorm “verdampt” in dit netwerk, want deze vorm wordt betekeningsloos.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/01/12, Introduction to The Book of Zohar”

 

Wijsheid Van Kabbalah: Intenties Van Het Hart

Niets Anders Willen Dan Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Shamati, artikel 30: “Het belangrijkste is niets anders te wensen dan belangeloos te geven vanwege Zijn Grootheid, want elke vorm van ontvangen is een onvolkomenheid. Het is onmogelijk om niet te ontvangen, het enige is om vast te houden aan het andere uiterste, namelijk geven.”

Wij bevinden ons in één enkele staat: in het kennisveld dat behoort tot de eigenschap van geven. Alleen dit krachtveld bestaat, de kracht daarvan is de kracht van belangeloos geven. Zo wordt het veld aan ons onthuld.

In deze kracht ligt de oorsprong: abstracte vorm en essentie. Wat wij bereiken is, zoals Kabbalisten het ons zeggen, het krachtveld dat gekarakteriseerd wordt door belangeloos geven.

Om onafhankelijk te kunnen bestaan in dit veld, werden wij met een tegengestelde kracht geschapen, met de kracht van ontvangen. Als een mens alleen waarneemt wat door zijn of haar natuur bepaald wordt en zichzelf niet verandert, voelt hij in dit verenigde veld de werkelijkheid die wij ‘deze wereld’ noemen. Een ieder kan dit beeld in zichzelf opnemen en van daaruit leven. Deze wereld wordt denkbeeldig genoemd, omdat wij niet voelen wat er werkelijk buiten ons bestaat, het is alsof wij vanuit onbewustheid leven en een droom zien via de trillingen van een denkbeeldige waarneming.

In deze droom zijn we ons aan het ontwikkelen naar steeds meer ontwaken en bewustzijn. Onze hele evolutie, onze hele geschiedenis, gaat over dit proces.

Hoe kunnen wij de eeuwige, ware werkelijkheid voelen waarin wij eigenlijk bestaan? Hoe komen wij tot onderzoek naar dit veld van de hogere Kracht die ons heeft geschapen, ons ondersteunt, ons beïnvloedt en ons steeds verder ontwikkelt, zodat wij ons kunnen gaan verbinden met dit veld?

Er zijn twee wegen:

1. De eerst weg wordt ‘het pad van lijden’ genoemd: of wij het willen of niet, onder de invloed van het veld van geven blijven wij ons ontwikkelen en wij zullen komen tot de kennis van de Ene die ons bestuurt, beïnvloedt, ontwikkelt en gidst. Lijden zal ons ertoe dwingen om bij de wortel te komen van de oorzaak ervan en wij zullen ontdekken dat wij lijden door Hem, omdat Hij op deze manier invloed op ons uitoefent.

Dan moeten wij Hem wel leren kennen, dichter naar Hem toekomen, omdat wij verlangen dat Hij ons op een andere manier bestuurt. En wij zullen, zoals de eerste Kabbalisten, door lijden dit veld ontdekken, deze Kracht die op ons inwerkt en die wil, dat wij eraan gelijkvormig worden door ons met elkaar te verbinden. Dit is de wet van de gelijkvormigheid van eigenschappen.

Waarom is dit noodzakelijk? Omdat wij hierdoor gelijkvormig worden aan Hem: eeuwig, heel en perfect, tegelijkertijd blijven we onafhankelijk. Als wij in Hem zouden zijn, volledig onder Zijn bestuur, lijkt het alsof we niet eens bestaan. Maar er is een polariteit in onze ontwikkeling: in ons groeit een kracht die tegengesteld is aan het veld van geven, en tegelijkertijd moeten wij aan onszelf werken om gelijkvormig te worden aan Hem.

2. Als wij het pad van lijden niet willen volgen, maar het pad van Licht, onder de goede invloed van het veld van geven, ontdekken we een eenvoudige wet: om onafhankelijk te blijven, moeten we aan dit Licht vragen om alle veranderingen die samengaan met onze groei. Als ik vraag en het veld mijn vragen beantwoordt, bestaat er geen probleem in verband met onafhankelijk blijven, omdat ik nu gelijkvormig ben aan Hem. Ik vraag zelf, tegen mijn eigen verlangen in, of het veld mij wil veranderen.

Op deze manier verenig ik in mijzelf, in de loop van mijn ontwikkeling, twee krachten:

• De kracht die tegengesteld is aan dit veld: het veld is volkomen gericht op geven, terwijl ik volkomen gericht ben op ontvangen.

• De vorm van geven, waarin ik mijn kracht van ontvangen kleed.

In mij is de kracht van ontvangen, het wrede egoïstische verlangen, dat alleen uit is op persoonlijk gewin, en daar bovenuit kleed ik mijzelf in de tegengestelde vorm: de kracht van geven en liefde. Maar hoe kan ik weten hoe ik moet vragen om de kracht van geven? Uiteindelijk weet ik niet eens wat het is. Wat ik me ook maar voorstel, al mijn gissingen zijn gebaseerd op de kracht van ontvangen en maken het mij onmogelijk om werkelijk om veranderingen in mijzelf te vragen. Alles waarom ik vraag is gebaseerd op mijn eigen natuur en zal altijd gaan over ontvangen, soms verborgen of gecamoufleerd, maar toch over ontvangen.

Hoe kan ik aan dit veld vragen om mij werkelijk de kracht van geven te schenken, zodat ik deze kracht in mij kan gaan ontdekken, evenals de kracht van ontvangen, zodat ik twee krachten in mij heb, de ene tegengesteld aan de andere?

Daarvoor hebben wij een bijzondere wijze van bestaan gekregen: wij ervaren dat wij leven in een wereld, die vol mensen is zoals wij. Als ik het verlangen wil verkrijgen dat op geven gericht is, een vraag naar geven, kan ik mij met anderen verenigen, met ten minste één ander mens. Het kleinste meervoud is twee. Kabbalisten zeggen echter, dat het beter is als we minstens met z’n tienen zijn, omdat dit een afgeronde hoeveelheid is. Ik moet mij met hen gaan verenigen om het verlangen om te geven te bereiken.

Hoe kunnen wij ons met elkaar verenigen? Kabbalisten die de methode hebben ontdekt, leggen dit ook uit: ik moet bij hen gaan zitten, samen eten en drinken, met hen studeren en het belangrijkste is: de intentie vasthouden. Wat wil ik hierdoor bereiken? Het is belangrijk om niet te vergeten dat het mijn intentie is om het verlangen om te geven te bereiken. Baal HaSulam schrijft daarover: “Het belangrijkste is om niets anders te willen dan belangeloos te geven.”

Het blijkt dat ik met mensen werk, die naar hetzelfde verlangen, we zijn met elkaar in één groep en er is iemand die ons onderwijst. Hoe dit allemaal zo gelopen is, weten wij niet, het lijkt toeval. Maar in werkelijkheid brengt datzelfde veld ons bij elkaar, op dezelfde manier als een elektromagnetisch veld ijzervijzel langs de lijnen van evenwicht plaatst. In de ‘Inleiding tot de Studie van de Tien Sefirot’ schrijft Baal HaSulam, dat de Schepper een mens naar de groep brengt en zegt: “Dit is voor jou, neem het aan. Hier ligt jouw vrije keus.” De keus wordt alleen versterkt door de vrienden op het pad van het verlangen om te geven. Wij kunnen dat verlangen zelf niet bereiken, omdat de Schepper dat verlangen is. Maar we moeten met elkaar naar dit verlangen uit zien en er dan de behoefte aan voelen. Ik zal in mijn hart gaan voelen, dat ik dit geven mis en dat ik een gever wil worden.

Waarom wil ik dit? Dat zelfs weet ik niet. Het ontstaat, na lange tijd, misschien wel na tien jaar. Daar hebben wij dit leven voor gekregen. Langzaamaan komt er in het hart van een mens een verlangen en een behoefte naar de eigenschap van geven.

Alles staat hier onder de invloed van de eenvoudige ‘natuurkunde van krachten’: hoe krachtiger mijn hart de behoefte ervaart om te komen tot geven, hoe krachtiger het veld van geven mij beïnvloedt. Zo komen we er dichterbij: ik vanuit mijn behoefte aan geven en deze kracht vanuit de invloed ervan die op mij gericht is. Het resultaat ervan is, dat wij elkaar beginnen te voelen en er ontstaan innerlijke veranderingen in mij: aan de natuurlijke kracht van ontvangen wordt in mij een kracht van geven toegevoegd, deze komt in mij tevoorschijn.

Zo wordt er een correcte vorm ontwikkeld: een ontvangend verlangen en een gevend verlangen naar buiten toe: de vorm van een mens (Adam), gelijkvormig (domeh) aan de Schepper. Zijn verlangen naar ontvangen, de ‘scheppingsmaterie’, blijft bestaan en daar overheen wordt dit bedekt met een gewaad, een ‘omhulsel’, een verlangen om te geven.

Allereerst is er in mij de behoefte aan willen geven en als dit verlangen een zeker spanningsniveau in mijn hart bereikt heeft, beïnvloedt het veld mij door inductie, zo wordt ik in de kracht van geven ingeleid.

Tenslotte kleedt deze kracht zich in mij en ik word een soort voelende ‘sonde’, een ‘sensor’ voor dit veld. Stel je voor, dat ik in mij tien gram van het verlangen om te geven heb ontvangen. Allereerst ben ik nu hierdoor geboren, met andere woorden: ik begin het veld te voelen dat mij omringt. Ik voel dat ik erin leef, ik voel de eigenschappen ervan, de houding van dit veld naar mij en mijn houding naar dit veld. Naast het fysieke niveau waarop ik nu leef, krijg ik verbinding met dit veld op een ander niveau: de spirituele wereld en alleen zo bereiken we de Schepper.

Dit veld bevat alle informatie over het verleden, het heden en de toekomst, over alles wat er met mij en met de hele wereld gebeurt. Een mens die in verbinding blijft met dit veld, gaat begrijpen hoe hij er op de juiste manier contact mee kan maken en wat hij van dit veld kan vragen. Door dit veld bevinden wij ons in een enorme stroom van informatie, die de hele werkelijkheid vult. Hier leren wij wie de Schepper is, wat dit veld is, hoe we ermee in contact kunnen komen en hoe we met het hele systeem te werk moeten gaan. Zo stijgt een mens steeds hoger en wordt hij meer en meer opgenomen in de spirituele wereld. Dit alles komt alleen van het verlangen om te geven, dat hij in zichzelf heeft ontvangen vanuit dit veld.

Terugkomend op het verlangen om te geven, er is een voorwaarde aan verbonden: een mens moet ernaar verlangen om een gever te worden. En wie zouden dat willen? Speciale mensen, met een punt in het hart, dat wil zeggen: met een zwakke lading die hen richt naar het veld van geven waar zij deel van uitmaken.

En de anderen dan? Anderen kunnen daar niet naar streven. Zij kunnen, zoals de eerste Kabbalisten, het veld alleen ontdekken door middel van het pad van lijden en tegenslag, van angst en onbegrip ten opzichte van de oorzaak van wat er gebeurt, en in het algemeen door de vraag naar de zin van het leven.

Naarmate we deze situatie naderen, komen we bij het huidige punt in de geschiedenis. Het pad van lijden van de wereld is nu enigszins onthuld. Veel mensen, misschien wel alle zeven miljard, stellen al vragen zoals: “Waar leven we voor? Wat is de zin van het leven? Waarom lijden we zo?” Deze vraag die van hen komt, kunnen we niet beantwoorden. Bovendien weten zij niet wat zij met dit lijden aan moeten. Zij begrijpen en voelen alleen deze wereld.

Hier komen we bij het verschil met de mensen met een punt in het hart. Wij moeten voor anderen worden wat de Schepper voor de schepping is. Wij zijn namelijk in staat om hen te verbinden met het veld van geven en dit is onze opdracht, Baal HaSulam beschrijft het in het artikel: ‘Arvut’ (Verantwoordelijk zijn voor Elkaar). Daarom worden wij ons en masse bewust van de hogere Kracht, en anderen ontvangen dit bewustzijn van ons. Dit is ons werk.

Dus: “het belangrijkste is niets anders te willen dan belangeloos te geven.” Wij kunnen hiernaar verlangen vanuit bewustzijn en inzicht, omdat aan ons een klein deeltje is gegeven, een vonkje van dit veld en met de hulp daarvan kunnen we onze koers bepalen en streven naar dit veld, met het doel om het te onthullen. Door onze vonken met elkaar te verenigen, zullen wij in staat zijn om aan het veld de kracht van geven te vragen. Anderen zijn hier echter niet toe in staat, zij hebben onze leiding nodig.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/21/12, Shamati #30