Category Archives: Kabbalah Leraar

Zich Verbinden Met De Hogere Door De Verbinding Met Gelijken

Dr. Michael LaitmanVraag: Hoe kunnen we innerlijk de juiste kelim (vaten) voorbereiden, zodat we zullen kunnen horen wat de hogere zegt?

Antwoord: Om de hogere te kunnen horen moet je je verbinden. Malchut van Atzilut wordt Knesset Israel (de samenkomst van Israel) genoemd want allen die ernaar verlangen om ‘rechtstreeks naar de Schepper’ te gaan komen samen – Yashar-El (Israel).

Zij verbinden zich allemaal in Malchut van Atzilut en dan brengt Malchut van Atzilut een gebed (MAN) omhoog naar Zeir Anpin, en samen stijgen ze dan verder omhoog, zoals een grote broer naar vader en moeder (de hogere AA). Dit vindt op alle niveaus plaats, tot in de wereld van Ein Sof (Oneindigheid).

De verbinding met de hogere is dus alleen mogelijk als ik verbonden ben met degenen die aan mij gelijk zijn. Eerst moeten we een ‘samenkomst’, een verbinding creëren, een samenkomst met vrienden. Het belangrijkste is daarbij om je op z’n minst voor één van hen weg te cijferen, daardoor ben je gereed voor de verbinding met de ander.

De term ‘hoger’ bestaat alleen in ons. Wie is de leraar: ‘rav’ (‘groot’ in het Hebreeuws)? Hij bestaat alleen in het centrum van de groep. Als je aan een leraar buiten het centrum van de groep denkt, wordt hij geen ‘rav’ genoemd, maar alleen een leraar, een wetenschapper of een wijze man. Zo iemand wordt geen gids.

Een gids is iemand die je de weg wijst. Hij is iemand die zich in het centrum van de groep bevindt en zegt: “Jullie moeten je allemaal met elkaar verbinden rondom dit midden.”

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 3/1/13, Shamati #25

De Drie Componenten Voor Een Staat Van Opgang

Dr. Michael LaitmanEr bestaat een systeem waarin onze waarneming van de werkelijkheid wordt weergegeven als de huidige realiteit van deze wereld. In dit systeem heb je boeken, die in het verleden door Kabbalisten geschreven zijn, een leraar die Kabbalist is, vrienden, de hele wereld en de Schepper die verborgen is, namelijk de eigenschap van geven die tegengesteld is aan alles wat een mens door middel van zijn vijf zintuigen ontdekt. Behalve deze eigenschap van geven staat alles tot zijn beschikking.

Hoe kunnen we nu alle middelen die we hebben correct gebruiken om die alomvattende eigenschap van geven te bereiken?

Die eigenschap bevindt zich buiten de mens, buiten zijn kli (vat) en hij kan die eigenschap bereiken met behulp van drie componenten: boeken, groep en leraar. Met behulp daarvan studeert hij, verspreidt hij Kabbalah en werkt hij aan verbinding.

Door de combinatie hiervan komt een mens tot een omkering van zijn kelim (vaten), zijn verlangens: van ontvangen naar geven. Hij ontdekt steeds meer egoïstische kelim die hij verandert in ‘geven’, al naargelang zijn inspanningen en oefeningen.

Waaruit bestaan die inspanningen en oefeningen?

Een mens houdt vast aan de juiste intentie tijdens de studie, verbindt zich met de vrienden in de groep en volgt de raad van de leraar op, want anders weet hij niet hoe hij moet werken met de boeken en de groep. Deze drie componenten worden samen ‘Torah’ genoemd, de betekenis daarvan is: studie, een methode om de eigenschap van geven te verkrijgen.

Zo kiezen we de juiste handelingen en komen we tot de juiste relaties, door de boeken, de groep en de leraar met elkaar te verbinden. Zo bereikt een mens het tegengestelde, door ‘boven zijn rede’ uit te stijgen, boven zijn denken en voelen, naar het volgende niveau …

From the 1st part of the  Daily Kabbalah Lesson 2/20/13, “A Speech for the Completion of The Zohar

Ik Voel Geen Afstand Tussen Ons

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Brief 27: Natuurlijk wil ik mij met lichaam en ziel met jullie verbinden. Maar ik kan alleen in spiritualiteit en in mijn ziel mijn werk doen, ik ken jullie ziel en ik kan mij ermee verenigen, maar jullie kunnen niet in jullie hart werken maar alleen met het lichaam omdat jullie mijn spiritualiteit niet kennen, zodat jullie je ermee kunnen verbinden en als jullie dat begrijpen, zullen jullie ook begrijpen dat ik me helemaal niet van jullie verwijderd voel, maar jullie moeten natuurlijk dichtbij jullie lichamen zijn en bij de plek waar jullie je bevinden, dit is echter belangrijk voor jullie zelf en voor jullie werk, niet voor mijn werk.

Ik bid tot de Schepper dat Hij jullie zal leiden op het pad van waarheid en dat jullie bevrijd zullen worden van de hindernissen die jullie onderweg tegenkomen en dat de Schepper jullie nabij zal zijn bij alles wat jullie doen.

Van jullie kant moeten jullie het pad dat ik voor jullie bereid heb zorgvuldig volgen, met hart en verstand, verlangens en gebeden, dan zal de Schepper zeker helpen en dan zullen wij spoedig in ons hart en onze ziel verenigd zijn.

Natuurlijk heeft afstand geen betekenis voor een Kabbalist die de innerlijke staat van zijn studenten begrijpt, het maakt geen verschil in welke wereld hij zich bevindt: in een lichaam of zonder lichaam, ver in de wereld of dichtbij. Als er verbinding is tussen de leraar en de studenten kan dat door niets verstoord worden. Het blijkt dat het probleem alleen bij de studenten bestaat, voor wie het moeilijk is om hun werk te doen zonder in de fysieke nabijheid te zijn van elkaar en van de leraar. Er is dus geen andere oplossing dan de vooruitgang zoveel mogelijk te versnellen.

From the 1st Part of the Daily Kabbalah Lesson 2/17/13, Writings of Baal HaSulam

Leren Van Alle Leerlingen

Dr. Michael LaitmanVraag: U hebt in een les gezegd dat het u aan woorden ontbrak. Betekent dit dat wij ons werk niet naar behoren doen en daardoor van u geen spirituele kennis ontvangen?

Antwoord: Zo werkt het precies. Als de lagere vraagt, geeft hij daarmee zijn onvervulde verlangen door, daarop ontvang ik een antwoord.

Er staat geschreven dat men van al zijn leerlingen leert: “Van mijn leraren leerde ik veel, ik leerde meer van de vrienden en nog meer van mijn studenten.” Dit gebeurt dankzij de vragen van een student, door zijn gebed, MAN. De student geeft zijn verlangen aan de leraar en de leraar krijgt daarmee een verlangen dat hij nooit voor zichzelf zou vragen. Op deze manier wordt het gehele systeem onthuld: Bij iedere nieuwe vraag van elke student wordt er een nieuwe laag van het systeem onthuld, dan nog een en nog een, etc.

Elke leerling brengt zijn gebed omhoog. Daardoor ontvangt de leraar kelim (vaten) die niet in hemzelf aanwezig zijn en die hij ook nooit gehad zou hebben als hij zich niet met de studenten had verbonden. Dus, tot aan het moment dat de leerling een vraag stelt, weet de leraar het antwoord niet. Maar op het moment dat de leerling aan zijn leraar een vraag stelt, komt de leraar tot  iets nieuws. Dit wordt ‘leren van de leerlingen’ genoemd.

Iedere dag kom ik uit de les met nieuwe dingen die binnen mijn bereik zijn gekomen, omdat ik voel wat jullie ontbreekt. Maar de studenten moeten zich wel op de les voorbereiden en vaak voel ik bij jullie dat het verlangen niet groot genoeg is, dan voelt het niet als een behoefte. Het is waar dat ik zelfs zonder woorden bij mijn studenten de behoefte aan spirituele onthulling voel en dit helpt mij verder, maar het is belangrijk dat een ieder zijn vragen stelt.

Ik ben met mijn leraar verbonden, met Rabash, hij is voor mij de hogere. Als ik van de studenten vragen krijg, verbind ik die vragen met één direct kanaal dat van Boven komt. Het is een hiërarchisch systeem dat op een boom lijkt en zich van boven naar beneden uitspreidt. Als ik van de bodem een verlangen ontvang dat ik kan laten opstijgen, bewerk ik dat in mijzelf, ik krijg een antwoord van Boven en dat bewerk ik eveneens, daarna geef ik het antwoord aan de student door, waarbij echter 99% van het antwoord dat ik krijg in mijzelf aanwezig blijft en ik maar 1% aan de student doorgeef, in overeenstemming met de mate waarin ik mijzelf omlaag moet brengen en moet afdalen naar het niveau van de student, zodat hij dit antwoord van mij kan ontvangen en begrijpen.

In spaarzame gevallen maak ik die verbinding zelf open omdat er dan sprake is van een algemene voorbereiding. Als mensen zich bijvoorbeeld uitermate ingespannen hebben om naar een conventie te komen en het voor te bereiden. Zelfs als er dan geen vragen gesteld worden, kan ik het Licht doen ontwaken, omdat jullie dan een enorme hoeveelheid inspanning hebben geïnvesteerd, daar kan dan mee gewerkt worden. Maar meestal is het alleen mogelijk doordat er vragen gesteld worden.

Ik zal traagheid nooit accepteren, maar het is voor een leraar verboden om in de studenten verlangen op te wekken, want dan gebeurt er het tegenovergestelde, dan zou hij hen aansluiten op de kanalen die naar hen toekomen. Het verlangen moet van beneden af naar boven oprijzen!

From the 3rd part of the Daily Kabbalah Lesson 1/28/13, TES

De Leraar Geeft Voldoende Aandacht Aan Iedereen

Dr. Michael LaitmanEen gebruikelijke klacht van studenten over de leraar is, dat ze het gevoel hebben dat hij hen niet de aandacht geeft die ze denken te verdienen. Maar het gaat hier over ontbrekende kelim (vaten) bij de studenten, waardoor ze niet meer op kunnen nemen dan ze doen en daardoor voelen ze niet, dat ze zelfs meer ontvangen dan zij nodig hebben, bovendien zijn ze niet in staat om uit zichzelf te ontwaken.

De leraar moet de studenten niet wakker maken. Dat zou hen niet helpen, want ze ontvangen het ontwaken van Boven. Ik ga naar een plek waar mensen wakker zijn en klaar staan, dan kan ik hen helpen om dingen te ordenen en zich sterker met elkaar te verbinden. Maar eerst moeten zij zelf inspanningen leveren.

Een student begrijpt niet dat hij de kelim niet heeft om te ontvangen wat de leraar hem geeft. Je moet niet wachten totdat ik naar je toe kom om je wakker maken. Het is onmogelijk om wakker te worden als je er niet eerst aan hebt gewerkt om te ontdekken wat je nodig hebt. Pas als je dat hebt bereikt, kom ik natuurlijk.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 1/27/13, Writings of Baal HaSulam

 

Muziek Van Baal HaSulam: Tzadik Ke Tamar Ifrach

We Hebben Het Juiste Evenwicht Nodig In Het Werk

Dr. Michael LaitmanVraag: Kan de lagere aan de hogere geven, een student aan de leraar? Waardoor kan het zo zijn dat een student niets meer van de leraar kan ontvangen?

Antwoord: De student geeft aan de leraar door de leraar toe te staan om aan hem, de lagere, te geven. De lagere geeft aan de hogere door zijn gebed (MAN).

De hogere wil aan de lagere geven. Hij heeft de lagere niet nodig voor egoïstische belangen. De lagere kan aan de hogere de mogelijkheid geven om aan hem te geven. Wat kan een baby anders aan zijn ouders geven dan het plezier om voor hem te zorgen? Het is tenslotte iets waar ze plezier aan beleven.

Het hangt van de student af of de leraar aan hem kan geven. De verstoringen die hierbij gewoonlijk optreden bestaan uit een verwijdering tussen de student en de leraar, de trots van de student, zijn gebrek aan respect en het ontbreken van verbinding. In zo’n geval kan hij niet als een student beschouwd worden. Er zijn speciale regels die bepalen wat het betekent om een student van een Kabbalist te zijn, ze worden in TES uitgelegd. De kli (vat) moet zichzelf wegcijferen, zich openen om gevuld te worden en erin toestemmen om uitsluitend in het Licht van Hassadim te zijn.

Dit stemt overeen met de drie fasen van groei van het lagere niveau met betrekking tot het hogere niveau: Ibur (de groei in de baarmoeder), Yenika (de periode van het zogen) en Mochin (het intellect). Een student zijn wil zeggen: een lager niveau zijn met betrekking tot een hoger niveau, waarvan het vervulling ontvangt.

Deze vorm is niet veranderd, er is een hiërarchie die, als deze eenmaal duidelijk is geworden, voor altijd blijft bestaan. De structuur van de alomvattende ziel verandert niet, alles hangt dus van de inspanningen van de student af. De leraar moet veel geduld hebben, omdat de studenten door veel staten heengaan voordat zij na verscheidene jaren gaan begrijpen wat ze bereikt hebben.

Op het moment dat de student bereid is om zichzelf weg te cijferen, ontvangt hij de invloed van de leraar. Hij moet zich echter eerst wegcijferen voor de groep en pas dan voor de leraar. Anders komt hij niet aan het spirituele werk toe. Het ene werkt niet zonder het andere.

Wat hij nodig heeft kan hij niet alleen van de groep, van de vrienden ontvangen, hij moet tegelijkertijd met de andere zijde verbonden zijn, met de rechter lijn, de leraar. Er moet hier evenwicht zijn, de juiste benadering tot de middellijn die hij vaststelt met behulp van de twee bronnen die hij ter beschikking heeft: de leraar en de groep.

Soms is de groep het belangrijkste voor een student en soms is de leraar voor hem het belangrijkste. Dit is afhankelijk van het karakter van een mens. Maar de perfecte vorm van het werk bestaat uit het evenwicht tussen beide.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 12/12/12, Writings of Baal HaSulam 

Rabash: Ervaringen In Tiberius

Spiritualiteit En Vriendelijkheid

Dr. Michael LaitmanVraag: Wat is het verschil tussen spiritualiteit en een warm hart hebben voor anderen? Je hebt hartelijke mensen die heel aardig zijn en er zijn spirituele mensen die heel onaardig kunnen zijn. Wat is het verschil?

Antwoord: Mensen met een warm hart noemen we in het dagelijks leven ‘goede zielen’, aardige mensen die klaar staan om anderen meteen te helpen. Zo iemand begrijpt je, is sympathiek en empathisch, voelt mee, helpt je, enz.

Een spiritueel mens is iemand die hard aan zichzelf werkt, ‘zijn tanden erop breekt’, onder grote inspanning met zichzelf in strijd is om iets te bereiken dat volkomen anders is dan wat iemand in onze wereld kan bezitten, hij wil geven bereiken, wat in onze wereld niet bestaat. Deze eigenschap ontwikkelt zich door middel van enorm grote inspanningen, een grote intentie, een immens grote concentratie op de inspanningen, aandacht en voortdurend werk, daarbij een heel krachtige zelfcontrole.

Als een mens die staat bereikt, heeft hij een speciale houding naar anderen die voor ons niet noodzakelijkerwijs warm, vriendelijk, liefhebbend of aardig hoeft te lijken, want hij houdt zich bezig met hoe hij van ons spirituele mensen kan maken, namelijk mensen die een ziel hebben. Dit vraagt van een mens serieuze inspanningen die tegen zijn natuur ingaan, het vindt onder druk plaats, door hard te werken. Dus die mensen hoeven niet speciaal aangenaam of aardig te zijn. Hun opdracht noodzaakt hen om met ons, kleine en zwakke mensen, welbewust en doelgericht om te gaan.

Ik heb het zelf meegemaakt. Mijn leraar Rabash behandelde me als klei dat hij moest boetseren en hij beoordeelde de mate waarin deze klei eronder zuchtte, maar zichzelf ook toestond om gevormd te worden. Zo voelde ik het toen. Enerzijds is er sprake van grote liefde, innerlijke samenwerking en begrip, maar de zichtbare uitdrukkingen ervan zijn toch heel speciaal. Een mens die werkelijk kan zien wat ze waard zijn, is iemand die het doel waarnaar hij op weg is begrijpt, de eigenschappen van de student en het werk van de leraar.

the Novosibirsk Convention 12/7/12, Lesson 2

Van De Leraar Naar De Schepper

Dr. Michael LaitmanVraag: Klagen er veel mensen over uw onverzettelijke karakter? Bent u altijd zo, met alles en iedereen?

Antwoord: Ik zal proberen om ‘mezelf uit te leggen’. Kabbalisten formuleren onze taak voor het bestaan in deze wereld als ‘Inspanningen en ontdekkingen’ (Igati ve matsati). Dit betekent dat de juiste inspanningen ons leiden naar ontdekkingen, naar de onthulling van de goedheid van de Schepper (metsiyat hen be eyney haShem), naar de onthulling van de liefde van de Schepper. Deze onthulling – van de nu nog verborgen relatie van de Schepper met een ieder – is afhankelijk van de mate waarin er kwalitatieve vergelijking mogelijk is (overeenkomst in kwaliteiten, eigenschappen, Ishtavut aTsura).

Daarom zijn er twee soorten relaties van de leraar met de student:

  • De leraar benadert de student altijd op een zachte manier, geeft de student de tijd om zich te ontwikkelen en legt niet de vinger op fouten.
  • De leraar benadert de student zo, dat hij ervan kan leren, zoals de Schepper dat doet. Wat de Schepper ons wil leren is echter verborgen, terwijl de leraar het kan laten zien om zo de student richting te geven. Op basis van het voorbeeld van de relatie van de leraar met de student kan de student tot het juiste begrip komen over de relatie tussen de student en de Schepper. Dit helpt de student om sneller te gaan begrijpen wat het betekent om goedheid te ontdekken, en hoe hij vanuit de relatie met de leraar hulp ontvangt om zich tot de Schepper te richten, om het ‘vinden’ te bereiken.