Category Archives: Gelijkvormigheid met de Schepper

De Val Moet Verdiend Worden!

Dr. Michael LaitmanHoe groter je waardering voor de Hogere wordt, hoe dichter je bij het Licht komt. Als je de Schepper rechtvaardigt, Hem eert, ontvang je vanuit dat hoge niveau een extra verlangen (Aviut), een val. Hoe dichter je bij het Licht komt, hoe groter de intensiteit wordt waarmee Hij aan je werkt.

De invloed van het Licht wordt groter doordat je er dichterbij komt, door je pogen om er dichterbij te komen. Daardoor worden er informatieve genen (Reshimot) voelbaar op een hoger niveau en hebben zij een aard die behoort bij een grotere nabijheid van het Licht, volgens je verlangen.

Onderweg worden de diepte van je verlangen en je negatieve gevoelens aan je onthuld, maar dit alles gaat samen met diezelfde positieve richting, hoewel de situatie volkomen tegengesteld kan lijken. Daarom vinden er juist in de duisternis correcties plaats.

From the 3rd part of the Daily Kabbalah Lesson 8/27/12, The Study of the Ten Sefirot  

Een Vicieuze Carrousel Van Succes

Dr. Michael LaitmanVraag: Welke aandachtspunten zijn er nu belangrijk voor onze groep om het volgende niveau te bereiken?

Antwoord: Het belangrijkste is het juiste gebruik van de twee krachten, de twee uitersten. Enerzijds staat er geschreven: “En zijn hart zal zich verheugen over de wegen van de Heer”. Want als een mens er niet trots op is dat hij de weg van God volgt, zal hij de egoïstische krachten, de klipot (schillen) niet kunnen weerstaan als hij naar buiten treedt, tegen de wereldopinie in.

Anderzijds, als hij niet bescheiden en nederig is, zal deze trots niet de juiste trots zijn. Daarom moet hij ondergeschikt zijn aan het Licht dat Corrigeert en begrijpen dat alleen het Licht de veranderingen uitvoert en hem het verlangen om te geven kan schenken.

Na ieder succes moet een mens zeggen: “Ik of mijn eigen kracht hebben dit niet gedaan, maar alles werd door Boven gedaan en mijn succes werd vooraf bepaald.” Dus in plaats van een gevoel van trots over wat een mens heeft bereikt en voltooid, moet men er trots op zijn, dat de Schepper hem heeft uitgekozen en hem tot dit niveau heeft verheven, zodat hij er nu gebruik van kan maken om te geven en zo dichter bij de Schepper te komen.

Hij moet het succes niet aan zichzelf toeschrijven, maar in plaats daarvan zich richten op geven.

Zo beginnen we te leren en het succes, dat we bereiken, te gebruiken om op een correcte wijze verder te komen. De staat, waarin we ons nu bevinden, waarin een mens voelt dat hij iets bereikt heeft, kan een grote hindernis vormen voor vooruitgang.

Een mens raakt van het juiste spoor af ten gevolge van denkbeeldige mislukkingen of successen. Dit zijn twee tegengestelde staten. Ten gevolge van falen verliest hij hoop, hij wordt wanhopig, ontsnapt en voelt zich heel erg teleurgesteld. Maar als hij succes heeft staat hij voor een nog groter probleem, omdat het hem nog verder van de Schepper kan verwijderen, zoals er geschreven staat: “Hij en ik kunnen niet in dezelfde woning vertoeven.”

Er zijn mensen die er meer of minder immuun voor zijn. Maar als iemand het belang van het Doel niet vergeet en hij zich zuiver opstelt ten aanzien van het Doel, wordt hij erdoor beschermd. Zo niet, dan kan hij worden verleid door een goede baan, een gerespecteerde naam, een goede reputatie of doordat hij succesvol is in de ogen van anderen. Dan is er geen sprake van een zuivere opstelling, gericht op geven.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 7/26/12, Shamati #219

Het Enige Wat De Schepper Schenkt

Dr. Michael LaitmanVraag: We weten dat we alleen genot van de Schepper kunnen ontvangen als het belangrijk is voor ons. Zelfs als er een muur voor me staat, alles hangt af van hoe belangrijk ik iets vind.

Antwoord: Rabash en Baal HaSulam gebruiken beiden het voorbeeld van de bruid die blij is als er iemand met haar wil trouwen die in haar ogen belangrijk is. Hierdoor lijkt het alsof hij haar ‘koopt’. Maar hij heeft niets betaald, hij heeft haar niets gegeven, waarom is zij dan zo blij? Omdat hij belangrijk is voor haar.

Wat ontvangt ons verlangen van de Schepper? Niets. Maar Hij is groot en wij zijn gereed voor het ‘huwelijk’, wij willen tot in het oneindige met hart en ziel aan Hem toe te behoren, totaal. De Schepper ‘koopt’ je uitsluitend door Zijn grootheid. Dit is het enige wat je verkrijgt als je verder komt en hierdoor word je vervuld.

Waar wil ons verlangen – dat dankzij het Licht is gaan groeien en dat van de Schepper de Kracht van geven heeft ontvangen – van genieten? Het wil alleen van de grootheid genieten en van niets anders. Wij kunnen niet genieten van het plezier zelf, dit gebeurt alleen in onze wereld, met denkbeeldig genot dat van de Schepper komt naar het punt van iets uit niets. Het genot van deze wereld kan voor ons alleen belangrijk zijn tot op het moment dat wij de grootheid van de Schepper gaan begrijpen. Alle spirituele niveaus bestaan uit de erkenning van Zijn grootheid en met Zijn hulp geniet je van wat je aan Hem wilt geven

Daarnaast is er de neiging tot het kwaad, Farao, de poging om alleen maar te genieten, ook weer alleen van de grootheid van de Schepper. Dit heet: spiritueel genot.

Het lijkt alsof grootheid alleen noodzakelijk is om ons ego te overwinnen en dat wij daarna in staat zullen zijn om te genieten van belangeloos geven, maar zo is het niet. Ons gehele werk bestaat eruit om de grootheid van de Schepper in onze ogen te vermeerderen. Hierdoor ontwikkelen we nieuwe verlangens, de nadruk verschuift van het ontvangen van direct, egoïstisch genot naar genot ontvangen door Zijn grootheid, zo bereiken we het begin van de Klipot (schillen) en dit is verre van eenvoudig.

De grootheid van de Schepper overweldigt ons en het is heel moeilijk om van deze gebondenheid los te komen. Uiteindelijk is de gehele schepping de essentie van de treden van de ladder. Als iemand vanaf een hoger niveau iets van zijn grootheid op mij laat schijnen, geef ik mij over, ik raak verslaafd aan de oorsprong, die dan mijn ‘baas’, de ‘koning’ is.

Ik wil echter op een andere manier handelen, bewust en intelligent. Ik wil weerstand bieden aan de invloed die de hogere over mij heeft, ik wil niet omgekocht worden door Zijn belangrijkheid en Zijn kracht.

Dit betekent dat ontvangen van Hem niet het punt is waar het om gaat, maar we hebben moeite met de mate van belangrijkheid. Ik wil niet alleen werken ten behoeve van de hogere, omdat Hij groot is. Op die manier cijfer ik mijzelf zonder enig probleem weg.

Vraag: Betekent dit dat alle Kabbalah boeken en alle eeuwen van ontwikkeling voor maar één ding bedoeld waren: vanuit onafhankelijkheid Zijn belangrijkheid erkennen?

Antwoord: Dat klopt en de moderne wereld is niet bij toeval zo in de war, waarbij niemand begrijpt wat er aan de hand is. Uiteindelijk draait alles om dat ene punt van volledig aan Hem toebehoren.

Vraag: Maar er is niets belangrijkers op deze wereld. Ik maak dit niet op een kunstmatige manier belangrijk. Zijn alle werelden en alle niveaus alleen hiervoor bedoeld?

Antwoord: Zij werden geschapen als het resultaat van het Licht dat het verlangen vervulde en het verschillende vormen gaf. Waarmee vervult de Schepper ons? Wat voor genot ontvangt Hij door het schepsel zo geschapen te hebben, dat het alleen hiernaar verlangt? En verder, heeft de Schepper nog meer dan de Kracht van geven? Nee. Hij schiep mechanismen voor waarneming in het schepsel, niveaus die speciaal bedoeld zijn voor deze Kracht van geven, het belang hiervan is bepalend voor onze ontwikkeling.

Waar is het genot dat Hij voor mij bereid heeft? Waar zijn alle heerlijkheden die de gastheer – volgens het bekende voorbeeld – heeft bereid?

Er is totaal geen genot aanwezig op de manier zoals je het denkt. Er zijn geen lekkernijen, al lijkt het zo, dit is een illusie. In onze wereld ben je op verkeerd genot uit, je verslindt alles wat lekker is, maar je wordt er niet door vervuld. Laat de illusies dus los en ga de niveaus van de grootheid van de Gever onderscheiden. Dan begin je alles te bekijken vanuit de beperkingen van je waarneming.

Nu kunnen we misschien begrijpen wat er bij de eerste restrictie gebeurde. Malchut ging zichzelf beperken toen het ontdekte dat het ontving van de Gever, het ontdekte de kloof tussen de ontvanger en de Gever, maar niet tussen de honger en alle heerlijkheden. De grootheid van de Gever trekt mij uit mezelf. Het gaat mij niet om mijn eigen ‘genot’, maar wel om het genot van de Gever. Als ik ontdek wat Hij geeft en wat ik ontvang, ben ik vervuld van schaamte. Maar niet door de heerlijkheden waar ik van geniet, maar schaamte als ik Zijn grootheid zie in vergelijking met mijn kleinheid.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/17/12, “Introduction to The Book of Zohar

Geven In Twee Fasen

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’, item 32: En wanneer een mens wordt beloond met volledig in de wil om te geven te zijn en totaal niet meer in verlangen voor zichzelf, zal hij worden beloond met het verkrijgen van gelijkvormigheid met zijn Hogere NRNHY, die zich uitstrekt van zijn oorsprong in Ein Sof, in de eerste staat, via de zuivere ABYA, en zich meteen naar hem zal uitstrekken, en zich geleidelijk aan in hem zal kleden.

Wij hebben een heel groot verlangen om te ontvangen en het neemt toe als we de niveaus van correctie beklimmen. Dit proces begint vanaf het moment dat wij verlangen naar verbinding.

Het verlangen wordt geleidelijk aan onthuld. Eerst corrigeren wij het op het niveau van ‘geven om te geven’, in Kabbalistische termen wordt dit Hafetz Hesed genoemd, het niveau van Bina, Hassadim. Vervolgens corrigeren wij het verlangen op het niveau van ‘ontvangen om te geven’, dit is al het niveau van Hochma.

Op het niveau van Bina lijkt onze gehele neiging tot het kwaad gecorrigeerd te zijn, omdat deze neiging namelijk geen intentie heeft ‘om te ontvangen’. Dan veranderen de overtredingen in verdiensten en de kwade handelingen in overtredingen. We bereiken een soort neutraliteit, ons verlangen om te ontvangen is nu niet langer het kwade.

Dan vervolgen wij ons werk, totdat de gehele neiging tot het kwaad goed is geworden, wij ontvangen namelijk om te geven. Daarom verdelen Kabbalisten het proces soms in tweeën: de correctie van het verlangen en de uiteindelijke correctie naar belangeloos geven.

Bestowal In Two Phases

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/10/12, “Introduction to The Book of Zohar

Waarom Ethiek Irrelevant Is

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’, item 28: … En dan komen we bij een nieuw soort werk, om deze enorm grote wil om te ontvangen in te passen in de vorm van belangeloos geven. Dan wordt het egoïstische verlangen geheeld, omdat het nu gelijkvormigheid verkrijgt …. Slechts voor enige tijd is deze wil aan de Klipot gegeven, om gezuiverd te worden. Maar tenslotte mag het geen ander lichaam zijn.

Er is een verlangen om te ontvangen, geschapen door de Schepper. Dit is niet het verlangen, dat wij allemaal hebben, om ons animale lichaam te onderhouden, maar het is een verlangen dat zich buiten deze wereld bevindt en dat aan ons gegeven is om gecorrigeerd te worden, om onze houding naar anderen te corrigeren.

Alles wat zich buiten onze houding naar anderen bevindt, telt totaal niet mee. Ons ‘animale’ deel wordt gekarakteriseerd door verlangens naar voedsel, seks, familie, geld, respect en kennis. Wat voor vorm dit aanneemt is niet belangrijk, het gaat hier helemaal niet over.

Educatie, cultuur, ethiek en andere waarden, maken alleen deel uit van onze wereld, omdat we denken, dat de manier waarop iemand tegen dergelijke zaken aankijkt hem zal corrigeren omdat hij er een zeker belang aan hecht. Maar vanaf het begin werd er aan ons een duidelijk voorschrift gegeven: “Heb je vriend lief als jezelf”. Het is een universeel principe dat alles omvat. Dit is het enige wat wij moeten corrigeren en het enige waarop wij ons moeten richten, afgezien van alle andere verlangens. Het ‘breken van de kelim (vaten)’ heeft plaats gevonden in de houding naar anderen, juist daar ontdekken we het hogere Licht en gehechtheid door correctie.

Kabbalisten zeggen, dat wij het egoïstische verlangen, dat wij hebben in onze verhouding tot anderen, moeten ontdekken en dat we moeten erkennen, dat ik alles doe ten behoeve van mijzelf, in plaats van ten behoeve van anderen. Alles wordt beoordeeld op basis van mijn verhouding tot anderen en volgens het criterium, dat wij het verlangen om te ontvangen benoemen als de ‘neiging tot het kwaad’, zoals Kabbalisten het definiëren.

Als ik mijn energie inzet voor mijn eigenbelang en niet ten behoeve van anderen, hebben we het over de ‘neiging tot het kwaad’. Nu moet ik deze neiging veranderen in de neiging tot het goede, zodat ik dezelfde energie, hetzelfde verlangen, niet ten behoeve van mijzelf aanwend, maar ten behoeve van anderen. Waarom is dat zo? Omdat wij hierdoor de Schepper vreugde geven.

Op deze manier werk ik, ik vraag om het Licht dat Corrigeert, om de Kracht die mij corrigeert via stijgingen en dalingen. Mijn goede houding naar anderen beschouw ik nu als een ‘stijging’ en als ik mij in een ‘daling’ bevind, zie ik dat ik nog tegen geven aan anderen ben.

Ik blijf dit alles verduidelijken, totdat mijn gehele wil om te ontvangen ‘dood’ is en tot niets meer in staat. Dan kom ik, vanuit de staat waarin ik dood was, weer tot leven en bereik ik de ‘opstanding uit de doden’ en zo bereik ik Gmar Tikkun (de laatste correctie).

Alles vindt dus plaats in mijn verlangen om te ontvangen dat op anderen gericht is: op het individu, op mijn omgeving en over het geheel genomen op de Schepper. Hiervan moeten wij ons heel diep en helder bewust zijn.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/9/12, “Introduction to The Book of Zohar

Met Betrekking Tot De Conventie

Dr. Michael LaitmanDit Congres ging niet alleen over vereniging met elkaar, maar ook over verdeling, tussen degenen die voldoen aan de vereisten voor de groep (systematische studie, disseminatie en Maaser) en hen die daar niet aan voldoen.

Wij moeten de staat bereiken, waarbij het centrum van de groep, de vrienden die hier het meest trouw aan zijn, zullen voldoen aan de eisen die de Schepper stelt om aan Hem gelijkvormig te worden op het eerste niveau van de 125 treden van de ladder van Zijn onthulling. Op deze manier zullen zij in staat zijn om het deel te worden van de wereldgroep van Bnei Baruch, waardoor het Licht naar de anderen stroomt. (Zie: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’).

Rondom dit deel zullen zich dan andere delen vormen, zoals golven die zich verspreiden, afhankelijk van de overeenkomst met de regels voor gelijkvormigheid aan de Schepper, de eigenschap van belangeloos geven.

De regels zijn niet door mij bedacht, maar door Kabbalisten vastgesteld; wij kennen de regels goed, maar we ervaren het nog niet als noodzakelijk om ze nauwkeurig op te volgen, omdat we denken dat ze niet nodig zijn voor de onthulling van de Schepper. Nu is het voor het eerst aan ons gegeven om dit te begrijpen.

Ik verwijs hiermee naar degenen die ontevreden waren over deze eisen ten aanzien van de Schepper. Misschien zou Hij de voorwaarden van het contract voor hen wel veranderen: ‘De Wet van Gelijkvormigheid’ (met elkaar in verbinding staande spirituele kelim (vaten)/eigenschappen).

Zij die de noodzaak van deze voorwaarden erkennen kunnen kiezen waartoe zij willen behoren, tot welke cirkel: tot de centrale of de externe. In de toekomst zullen wij de voorwaarden voor elke cirkel specificeren.

Ik houd van jullie allemaal en iedereen is mij dierbaar, dit alles heeft plaatsgevonden om iedereen naar het Doel toe te trekken en de aardse verwarring op het spirituele pad weg te nemen.

Hugs,

Rav

Transformeer Angst Tot Vooruitgang

Dr. Michael LaitmanVraag: Als ik honger heb, bijvoorbeeld, moet ik mijn maag vullen. Wat moet ik beginnen als ik bang ben dat ik dat niet zou kunnen doen, als ik een gebrek aan vervulling voel?

Antwoord: De angst om honger te lijden, om ziek te worden of oud en de angst voor de dood, zijn angsten voor de ondergang van het ego. De angst om niet vervuld te kunnen worden, voor gebrek aan vervulling, bevindt zich al op een hoger niveau, maar het is nog steeds een egoïstische angst. Maar kunnen we er tegen vechten? Waarom werd deze angst aan ons gegeven?

Het is niet mogelijk om angsten te ontlopen, beginnend bij de meest basale angst voor de dood en alle andere angsten waar we ontzag voor hebben. Deze angsten worden aan ons gegeven zodat wij – door ze te ontvluchten omdat wij geen andere keus hebben en doordat we dan ontdekken dat we nergens heen kunnen vluchten en dat er geen compensatie mogelijk is – plotseling zullen beseffen: “Als ik boven deze angsten uitstijg, als ik leef in een systeem van onbaatzuchtig geven en liefde, buiten mijzelf, zal ik nergens bang voor zijn. Het zou kunnen dat ik, als ik buiten mijzelf treed, namelijk uit mijn eigen verlangens en gedachten, het idee krijg dat ik niet besta, omdat ik dan geen gedachten en verlangens voor mijzelf heb. Wat heb ik dan wel? Ik heb gedachten over anderen, over alles wat buiten mijzelf bestaat. Misschien is dat wel iets goeds. Daardoor lijd ik ook niet meer. Maar als ik niet lijd, voel ik ook niets meer. Dus het is misschien wel goed dat ik, als ik van mezelf en mijn angsten af ben, vol zal zijn van het lijden van anderen en dat ik dan met die angsten leef. Dan zal ik op die manier kunnen voelen en hen kunnen vervullen.”

Dit betekent, dat al deze gedachten zijn bedoeld zijn om een mens vooruit te duwen. Hij moet er niet vanaf willen, hij moet ze niet vermijden, maar integendeel: alleen maar proberen om ze correct te richten.

Wij worden voortdurend door angst bespeeld, tot aan het einde van de correctie, Gmar Tikkun: óf door angst over onszelf, óf door angst over anderen, afhankelijk van hoe ver mensen van mij af staan over wie ik angst heb, over wie ik me zorgen maak en bij wie ik me betrokken voel, zo wordt het niveau van een mens gemeten.

In welke zin? Als wij zeggen dat alles in één enkel systeem met elkaar verbonden is, denk ik aan degenen die het dichtst bij me staan, omdat ik van hen afhankelijk ben en ik denk ook aan hen die ver van me af staan, niet omdat ik van hen afhankelijk ben, maar omdat ik eenvoudigweg denk aan het systeem en het misschien ook aan de Schepper, omdat ik Hem al kan beïnvloeden via dit systeem. Ik kan het systeem naar een staat brengen waarin Hij onthuld kan worden en zo kan ik Hem vreugde brengen, etc. Dit betekent dat ik een actieve partner word die meewerkt aan Zijn werk in de wereld.

Er zijn altijd zorgen en angsten, er is altijd lijden en dat is goed. Door de intensiteit ervan meet ik mijn niveau, mijn spirituele groei: in de mate waarin ik de angst transformeer tot vooruitgang.

Denk echter niet, dat je angsten volkomen veranderen als je spiritueel groeit. De meest simpele, aardse angsten kunnen aan je gegeven worden, hoewel je je misschien op een hoog spiritueel niveau bevindt.

Dit gaat door tot je volledig gecorrigeerd bent. Hoe kan een mens anders dan door angsten verder komen? Angst is een gevoel van een onvervuld verlangen.

From a “Talk During the Meal in Toronto” 6/19/12

Een Kabbalist En De Wereld

Vraag: Kun je zeggen dat alleen mijn houding mijn huidige staat scheidt van de volgende staat?

Antwoord: De houding bepaalt alles, met andere woorden: de intentie. Als je je intentie verandert, verander je de werelden in je waarneming. Het verschil tussen deze wereld en de wereld Ein Sof (Oneindigheid) wordt veroorzaakt door de intentie. Alle verschillen tussen de staten zijn uitsluitend afhankelijk van je houding, van je intentie. In feite bestaat alleen Ein Sof. Al het andere is een beeld dat wij door onze intentie vormen.

Vraag: Vandaag haat ik de mensen met wie ik in de loop van de dag in contact kom, ik mag ze niet. Anderzijds, als ik hen zou respecteren zou elke vorm van contact met hen mij plezier verschaffen en ik zou hen heel graag de hele dag helpen. Is dat de goede verbinding die ik nodig heb of is de belangrijke factor hierin de kracht die dan aan mij wordt onthuld?

Antwoord: Dat laatste is het belangrijkste. Het gaat er niet over om ‘aardig’ of ‘lief’ te zijn. Je moet je met anderen verbinden, omdat je in de eenheid de Schepper ontdekt. In Kabbalah wordt dat een Mitzva (gebod) genoemd: je vervult een gebod.

Alles welbeschouwd is het doel van alles wat wij doen, dat wij aan Hem gelijkvormig worden, zoals een gast die gelijkvormig wordt aan de gastheer. Met andere woorden: de Schepper vreugde verschaffen, zoals Hij dat aan ons doet. De juiste houding naar anderen moet als doel hebben: een goede houding naar de Schepper te bereiken. Waarom zou ik anders op een goede manier om moeten gaan met de mensen om mij heen? Voor mijn eigen bestwil? Dit is volkomen in tegenstelling tot wat er van mij verwacht wordt.

Er staat geschreven: “Het einde van de daad is in de oorspronkelijke gedachte aanwezig”, en “Israel, de Torah en de Schepper zijn één”, op deze basis moeten wij alles bouwen.

Een Kabbalist gebruikt elk contact met anderen uitsluitend om verder te komen. Hij verricht de nodige fysieke handelingen om te kunnen bestaan, maar hij houdt er altijd rekening mee hoeveel energie en aandacht hij nodig heeft om spirituele handelingen te verrichten en zo de Schepper vreugde te verschaffen. Een Kabbalist gebruikt dus de wereld om de Schepper vreugde te verschaffen.

Vraag: Geniet een Kabbalist daarvan?

Antwoord: Ja, maar genieten is niet zijn doel, het gaat over het uitvoeren van de noodzakelijke handelingen. Genieten is niet langer de drijfveer van wat hij doet.

Zo’n houding verandert alles en dankzij deze houding neem je de spirituele wereld waar. Uiteindelijk wordt je verhouding met anderen en met de Schepper helderder en je ontdekt het netwerk van krachten, het netwerk van verhoudingen, het netwerk van gedachten, het netwerk van intenties en het netwerk van handelingen. Welbeschouwd bestaat alleen dit. Dan wordt onze wereld langzamerhand minder belangrijk voor ons, evenals de vorm ervan, deze vorm “verdampt” in dit netwerk, want deze vorm wordt betekeningsloos.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/01/12, Introduction to The Book of Zohar”

 

Niets Anders Willen Dan Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Shamati, artikel 30: “Het belangrijkste is niets anders te wensen dan belangeloos te geven vanwege Zijn Grootheid, want elke vorm van ontvangen is een onvolkomenheid. Het is onmogelijk om niet te ontvangen, het enige is om vast te houden aan het andere uiterste, namelijk geven.”

Wij bevinden ons in één enkele staat: in het kennisveld dat behoort tot de eigenschap van geven. Alleen dit krachtveld bestaat, de kracht daarvan is de kracht van belangeloos geven. Zo wordt het veld aan ons onthuld.

In deze kracht ligt de oorsprong: abstracte vorm en essentie. Wat wij bereiken is, zoals Kabbalisten het ons zeggen, het krachtveld dat gekarakteriseerd wordt door belangeloos geven.

Om onafhankelijk te kunnen bestaan in dit veld, werden wij met een tegengestelde kracht geschapen, met de kracht van ontvangen. Als een mens alleen waarneemt wat door zijn of haar natuur bepaald wordt en zichzelf niet verandert, voelt hij in dit verenigde veld de werkelijkheid die wij ‘deze wereld’ noemen. Een ieder kan dit beeld in zichzelf opnemen en van daaruit leven. Deze wereld wordt denkbeeldig genoemd, omdat wij niet voelen wat er werkelijk buiten ons bestaat, het is alsof wij vanuit onbewustheid leven en een droom zien via de trillingen van een denkbeeldige waarneming.

In deze droom zijn we ons aan het ontwikkelen naar steeds meer ontwaken en bewustzijn. Onze hele evolutie, onze hele geschiedenis, gaat over dit proces.

Hoe kunnen wij de eeuwige, ware werkelijkheid voelen waarin wij eigenlijk bestaan? Hoe komen wij tot onderzoek naar dit veld van de hogere Kracht die ons heeft geschapen, ons ondersteunt, ons beïnvloedt en ons steeds verder ontwikkelt, zodat wij ons kunnen gaan verbinden met dit veld?

Er zijn twee wegen:

1. De eerst weg wordt ‘het pad van lijden’ genoemd: of wij het willen of niet, onder de invloed van het veld van geven blijven wij ons ontwikkelen en wij zullen komen tot de kennis van de Ene die ons bestuurt, beïnvloedt, ontwikkelt en gidst. Lijden zal ons ertoe dwingen om bij de wortel te komen van de oorzaak ervan en wij zullen ontdekken dat wij lijden door Hem, omdat Hij op deze manier invloed op ons uitoefent.

Dan moeten wij Hem wel leren kennen, dichter naar Hem toekomen, omdat wij verlangen dat Hij ons op een andere manier bestuurt. En wij zullen, zoals de eerste Kabbalisten, door lijden dit veld ontdekken, deze Kracht die op ons inwerkt en die wil, dat wij eraan gelijkvormig worden door ons met elkaar te verbinden. Dit is de wet van de gelijkvormigheid van eigenschappen.

Waarom is dit noodzakelijk? Omdat wij hierdoor gelijkvormig worden aan Hem: eeuwig, heel en perfect, tegelijkertijd blijven we onafhankelijk. Als wij in Hem zouden zijn, volledig onder Zijn bestuur, lijkt het alsof we niet eens bestaan. Maar er is een polariteit in onze ontwikkeling: in ons groeit een kracht die tegengesteld is aan het veld van geven, en tegelijkertijd moeten wij aan onszelf werken om gelijkvormig te worden aan Hem.

2. Als wij het pad van lijden niet willen volgen, maar het pad van Licht, onder de goede invloed van het veld van geven, ontdekken we een eenvoudige wet: om onafhankelijk te blijven, moeten we aan dit Licht vragen om alle veranderingen die samengaan met onze groei. Als ik vraag en het veld mijn vragen beantwoordt, bestaat er geen probleem in verband met onafhankelijk blijven, omdat ik nu gelijkvormig ben aan Hem. Ik vraag zelf, tegen mijn eigen verlangen in, of het veld mij wil veranderen.

Op deze manier verenig ik in mijzelf, in de loop van mijn ontwikkeling, twee krachten:

• De kracht die tegengesteld is aan dit veld: het veld is volkomen gericht op geven, terwijl ik volkomen gericht ben op ontvangen.

• De vorm van geven, waarin ik mijn kracht van ontvangen kleed.

In mij is de kracht van ontvangen, het wrede egoïstische verlangen, dat alleen uit is op persoonlijk gewin, en daar bovenuit kleed ik mijzelf in de tegengestelde vorm: de kracht van geven en liefde. Maar hoe kan ik weten hoe ik moet vragen om de kracht van geven? Uiteindelijk weet ik niet eens wat het is. Wat ik me ook maar voorstel, al mijn gissingen zijn gebaseerd op de kracht van ontvangen en maken het mij onmogelijk om werkelijk om veranderingen in mijzelf te vragen. Alles waarom ik vraag is gebaseerd op mijn eigen natuur en zal altijd gaan over ontvangen, soms verborgen of gecamoufleerd, maar toch over ontvangen.

Hoe kan ik aan dit veld vragen om mij werkelijk de kracht van geven te schenken, zodat ik deze kracht in mij kan gaan ontdekken, evenals de kracht van ontvangen, zodat ik twee krachten in mij heb, de ene tegengesteld aan de andere?

Daarvoor hebben wij een bijzondere wijze van bestaan gekregen: wij ervaren dat wij leven in een wereld, die vol mensen is zoals wij. Als ik het verlangen wil verkrijgen dat op geven gericht is, een vraag naar geven, kan ik mij met anderen verenigen, met ten minste één ander mens. Het kleinste meervoud is twee. Kabbalisten zeggen echter, dat het beter is als we minstens met z’n tienen zijn, omdat dit een afgeronde hoeveelheid is. Ik moet mij met hen gaan verenigen om het verlangen om te geven te bereiken.

Hoe kunnen wij ons met elkaar verenigen? Kabbalisten die de methode hebben ontdekt, leggen dit ook uit: ik moet bij hen gaan zitten, samen eten en drinken, met hen studeren en het belangrijkste is: de intentie vasthouden. Wat wil ik hierdoor bereiken? Het is belangrijk om niet te vergeten dat het mijn intentie is om het verlangen om te geven te bereiken. Baal HaSulam schrijft daarover: “Het belangrijkste is om niets anders te willen dan belangeloos te geven.”

Het blijkt dat ik met mensen werk, die naar hetzelfde verlangen, we zijn met elkaar in één groep en er is iemand die ons onderwijst. Hoe dit allemaal zo gelopen is, weten wij niet, het lijkt toeval. Maar in werkelijkheid brengt datzelfde veld ons bij elkaar, op dezelfde manier als een elektromagnetisch veld ijzervijzel langs de lijnen van evenwicht plaatst. In de ‘Inleiding tot de Studie van de Tien Sefirot’ schrijft Baal HaSulam, dat de Schepper een mens naar de groep brengt en zegt: “Dit is voor jou, neem het aan. Hier ligt jouw vrije keus.” De keus wordt alleen versterkt door de vrienden op het pad van het verlangen om te geven. Wij kunnen dat verlangen zelf niet bereiken, omdat de Schepper dat verlangen is. Maar we moeten met elkaar naar dit verlangen uit zien en er dan de behoefte aan voelen. Ik zal in mijn hart gaan voelen, dat ik dit geven mis en dat ik een gever wil worden.

Waarom wil ik dit? Dat zelfs weet ik niet. Het ontstaat, na lange tijd, misschien wel na tien jaar. Daar hebben wij dit leven voor gekregen. Langzaamaan komt er in het hart van een mens een verlangen en een behoefte naar de eigenschap van geven.

Alles staat hier onder de invloed van de eenvoudige ‘natuurkunde van krachten’: hoe krachtiger mijn hart de behoefte ervaart om te komen tot geven, hoe krachtiger het veld van geven mij beïnvloedt. Zo komen we er dichterbij: ik vanuit mijn behoefte aan geven en deze kracht vanuit de invloed ervan die op mij gericht is. Het resultaat ervan is, dat wij elkaar beginnen te voelen en er ontstaan innerlijke veranderingen in mij: aan de natuurlijke kracht van ontvangen wordt in mij een kracht van geven toegevoegd, deze komt in mij tevoorschijn.

Zo wordt er een correcte vorm ontwikkeld: een ontvangend verlangen en een gevend verlangen naar buiten toe: de vorm van een mens (Adam), gelijkvormig (domeh) aan de Schepper. Zijn verlangen naar ontvangen, de ‘scheppingsmaterie’, blijft bestaan en daar overheen wordt dit bedekt met een gewaad, een ‘omhulsel’, een verlangen om te geven.

Allereerst is er in mij de behoefte aan willen geven en als dit verlangen een zeker spanningsniveau in mijn hart bereikt heeft, beïnvloedt het veld mij door inductie, zo wordt ik in de kracht van geven ingeleid.

Tenslotte kleedt deze kracht zich in mij en ik word een soort voelende ‘sonde’, een ‘sensor’ voor dit veld. Stel je voor, dat ik in mij tien gram van het verlangen om te geven heb ontvangen. Allereerst ben ik nu hierdoor geboren, met andere woorden: ik begin het veld te voelen dat mij omringt. Ik voel dat ik erin leef, ik voel de eigenschappen ervan, de houding van dit veld naar mij en mijn houding naar dit veld. Naast het fysieke niveau waarop ik nu leef, krijg ik verbinding met dit veld op een ander niveau: de spirituele wereld en alleen zo bereiken we de Schepper.

Dit veld bevat alle informatie over het verleden, het heden en de toekomst, over alles wat er met mij en met de hele wereld gebeurt. Een mens die in verbinding blijft met dit veld, gaat begrijpen hoe hij er op de juiste manier contact mee kan maken en wat hij van dit veld kan vragen. Door dit veld bevinden wij ons in een enorme stroom van informatie, die de hele werkelijkheid vult. Hier leren wij wie de Schepper is, wat dit veld is, hoe we ermee in contact kunnen komen en hoe we met het hele systeem te werk moeten gaan. Zo stijgt een mens steeds hoger en wordt hij meer en meer opgenomen in de spirituele wereld. Dit alles komt alleen van het verlangen om te geven, dat hij in zichzelf heeft ontvangen vanuit dit veld.

Terugkomend op het verlangen om te geven, er is een voorwaarde aan verbonden: een mens moet ernaar verlangen om een gever te worden. En wie zouden dat willen? Speciale mensen, met een punt in het hart, dat wil zeggen: met een zwakke lading die hen richt naar het veld van geven waar zij deel van uitmaken.

En de anderen dan? Anderen kunnen daar niet naar streven. Zij kunnen, zoals de eerste Kabbalisten, het veld alleen ontdekken door middel van het pad van lijden en tegenslag, van angst en onbegrip ten opzichte van de oorzaak van wat er gebeurt, en in het algemeen door de vraag naar de zin van het leven.

Naarmate we deze situatie naderen, komen we bij het huidige punt in de geschiedenis. Het pad van lijden van de wereld is nu enigszins onthuld. Veel mensen, misschien wel alle zeven miljard, stellen al vragen zoals: “Waar leven we voor? Wat is de zin van het leven? Waarom lijden we zo?” Deze vraag die van hen komt, kunnen we niet beantwoorden. Bovendien weten zij niet wat zij met dit lijden aan moeten. Zij begrijpen en voelen alleen deze wereld.

Hier komen we bij het verschil met de mensen met een punt in het hart. Wij moeten voor anderen worden wat de Schepper voor de schepping is. Wij zijn namelijk in staat om hen te verbinden met het veld van geven en dit is onze opdracht, Baal HaSulam beschrijft het in het artikel: ‘Arvut’ (Verantwoordelijk zijn voor Elkaar). Daarom worden wij ons en masse bewust van de hogere Kracht, en anderen ontvangen dit bewustzijn van ons. Dit is ons werk.

Dus: “het belangrijkste is niets anders te willen dan belangeloos te geven.” Wij kunnen hiernaar verlangen vanuit bewustzijn en inzicht, omdat aan ons een klein deeltje is gegeven, een vonkje van dit veld en met de hulp daarvan kunnen we onze koers bepalen en streven naar dit veld, met het doel om het te onthullen. Door onze vonken met elkaar te verenigen, zullen wij in staat zijn om aan het veld de kracht van geven te vragen. Anderen zijn hier echter niet toe in staat, zij hebben onze leiding nodig.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/21/12, Shamati #30

Elke Vriend Is Kostbaar

Dr. Michael LaitmanOm het Licht enigszins te kunnen ervaren moeten we oefenen, en oefenen is alleen mogelijk in de groep. Voorbeeld: een danser begint met mij verschillende bewegingen uit te voeren. Een stap naar voren, een stap naar achteren, een rondje draaien, enz. De groep staat voor mij en ik kan hen voelen, met hen werken en zo verder komen.

Ja, dit is heel onaangenaam voor mijn egoïsme, want ik moet telkens weer voorrang geven aan de groep in plaats van aan mezelf, maar dit brengt mij tot deze ‘tango’. Vrienden laten hun verlangen horen en ik moet hen daarin volgen. Zoals er staat geschreven: “Cijfer je verlangen weg voor Zijn verlangen”. Ik leer hoe ik mijn hoofd moet buigen, het verlangen van de groep moet accepteren als mijn leidende partner en tot samenwerking komen, tot eenheid met de vrienden. Ik begin te voelen wat zij verlangen. Het blijkt dat mijn danspartner betrouwbaar is, dichtbij, toegewijd en oprecht. Ik werk voor hem en hij werkt voor mij. Dan ontstaat er vanuit onze eenheid een echte groep.

De ‘groep’ betekent: één enkel verlangen van vrienden om met elkaar verenigd te zijn. Er bestaat geen ‘ik’ of  ‘zij’ in dit verlangen dat onder ons geboren is, maar er is één geheel, een nieuwe werkelijkheid, niet de verbinding zelf, maar het resultaat ervan.

Dit is de spirituele vrucht die uit de baarmoeder van de moeder is gekomen. Daarin nemen wij de Ene waar en het Licht, de Schepper wordt erin onthuld, in dat verlangen waaraan wij geboorte hebben gegeven, wat wij gecreëerd hebben, wat wij hebben bereikt door één geheel te worden. Er kan geen verdeeld veelvoud bestaan, maar alleen eenheid regeert.

Baal HaSulam schrijft hierover in Brief 13: Naast de grote kracht die erin verborgen is, moeten jullie weten dat er vele vonken van heiligheid in elk van de vrienden aanwezig zijn. Als je al deze vonken bijeenbrengt op één plek, als broeders in liefde en vriendschap, bereik je in dat uur ongetwijfeld een heel verheven intensiteit van het niveau van heiligheid.

Een mens kan zich op verschillende manieren opgenomen voelen in de groep, dit kan in golven komen en gaan, van harte of slechts ten dele van harte. Toch heeft een ieder van ons een uniek deeltje van het Licht, dat hem uit de bodem van deze wereld trekt en daarom moeten wij waardering hebben voor iedereen. Dit geldt trouwens in gelijke mate voor mannen en vrouwen.

Onze lichtvonken zijn een werkelijk geschenk van Boven. Een mens wordt menselijk (Adam) genoemd als dit lichtvonkje hem trekt naar gelijkvormig (Domeh) worden aan de Schepper. Als hij geen lichtvonk heeft, behoort hij nog tot het ‘dierlijke’ niveau.

Wij spreken hier niet over onbekwaamheid. Sommige mensen krijgen nu eenmaal de ‘dubbele’ taak om eerder geboren te worden dan anderen en anderen te helpen om spiritueel geboren te worden. Zij vormen het hoofd van de mensheid en moeten hen vooruit leiden.

Daarom moeten wij begrijpen dat iedere vriend een speciale wijze van denken en voelen van Boven heeft ontvangen, van het Licht dat in hem gekleed is. In zijn ziel, in zijn spirituele wortel, is iets heel speciaals dat in hem geplaatst is, op die manier is hij dichtbij het Licht en ontvangt hij zijn taak.

Natuurlijk verheft hij zich niet op een egoïstische manier boven de mensheid. Wij respecteren de vriend omdat er aan hem een speciale taak is gegeven om te dienen. Wij kijken niet op anderen neer, want deze opdracht is niet van ons afhankelijk.

Daarom moeten wij iedere vriend respecteren. Hij werd door Boven, door het Licht, uitgekozen om mijn partner te worden. Zonder hem kan ik niet geboren worden, en de mensheid evenmin.

From the Miami Convention 6/23/12, Lesson 1