Monthly Archives: juli 2012

Een Unieke Perceptie

Dr. Michael LaitmanVraag: Er zijn professionele organisaties die mensen in dienst nemen met een zeer unieke manier van denken. Deze mensen kunnen omgaan met computertechnologie of het zijn kunstenaars, etc. Zouden we, met name voor deze mensen, speciale cursussen voor integraal onderwijs moeten opzetten?

Antwoord: Ik denk dat dit noodzakelijk is, want kunstenaars zijn zeer creatief. Musici, dirigenten, regisseurs, schilders, dansers, enz. Ze hebben allemaal een unieke kijk op de wereld, op zichzelf en op hun plaats in de wereld. Het is natuurlijk veel moeilijker om met hen te werken dan met andere mensen, net zoals het moeilijk is om met ondernemers en managers te werken. Ook zij hebben een heel unieke kijk op de wereld, ze zien de wereld door een heel nauw en speciaal prisma.

Ik denk dat we groepen moeten vormen op basis van de eigenschappen van mensen en hun unieke kijk op de wereld.

From a “Talk on Integral Upbringing” 5/22/12

Waarom Ethiek Irrelevant Is

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’, item 28: … En dan komen we bij een nieuw soort werk, om deze enorm grote wil om te ontvangen in te passen in de vorm van belangeloos geven. Dan wordt het egoïstische verlangen geheeld, omdat het nu gelijkvormigheid verkrijgt …. Slechts voor enige tijd is deze wil aan de Klipot gegeven, om gezuiverd te worden. Maar tenslotte mag het geen ander lichaam zijn.

Er is een verlangen om te ontvangen, geschapen door de Schepper. Dit is niet het verlangen, dat wij allemaal hebben, om ons animale lichaam te onderhouden, maar het is een verlangen dat zich buiten deze wereld bevindt en dat aan ons gegeven is om gecorrigeerd te worden, om onze houding naar anderen te corrigeren.

Alles wat zich buiten onze houding naar anderen bevindt, telt totaal niet mee. Ons ‘animale’ deel wordt gekarakteriseerd door verlangens naar voedsel, seks, familie, geld, respect en kennis. Wat voor vorm dit aanneemt is niet belangrijk, het gaat hier helemaal niet over.

Educatie, cultuur, ethiek en andere waarden, maken alleen deel uit van onze wereld, omdat we denken, dat de manier waarop iemand tegen dergelijke zaken aankijkt hem zal corrigeren omdat hij er een zeker belang aan hecht. Maar vanaf het begin werd er aan ons een duidelijk voorschrift gegeven: “Heb je vriend lief als jezelf”. Het is een universeel principe dat alles omvat. Dit is het enige wat wij moeten corrigeren en het enige waarop wij ons moeten richten, afgezien van alle andere verlangens. Het ‘breken van de kelim (vaten)’ heeft plaats gevonden in de houding naar anderen, juist daar ontdekken we het hogere Licht en gehechtheid door correctie.

Kabbalisten zeggen, dat wij het egoïstische verlangen, dat wij hebben in onze verhouding tot anderen, moeten ontdekken en dat we moeten erkennen, dat ik alles doe ten behoeve van mijzelf, in plaats van ten behoeve van anderen. Alles wordt beoordeeld op basis van mijn verhouding tot anderen en volgens het criterium, dat wij het verlangen om te ontvangen benoemen als de ‘neiging tot het kwaad’, zoals Kabbalisten het definiëren.

Als ik mijn energie inzet voor mijn eigenbelang en niet ten behoeve van anderen, hebben we het over de ‘neiging tot het kwaad’. Nu moet ik deze neiging veranderen in de neiging tot het goede, zodat ik dezelfde energie, hetzelfde verlangen, niet ten behoeve van mijzelf aanwend, maar ten behoeve van anderen. Waarom is dat zo? Omdat wij hierdoor de Schepper vreugde geven.

Op deze manier werk ik, ik vraag om het Licht dat Corrigeert, om de Kracht die mij corrigeert via stijgingen en dalingen. Mijn goede houding naar anderen beschouw ik nu als een ‘stijging’ en als ik mij in een ‘daling’ bevind, zie ik dat ik nog tegen geven aan anderen ben.

Ik blijf dit alles verduidelijken, totdat mijn gehele wil om te ontvangen ‘dood’ is en tot niets meer in staat. Dan kom ik, vanuit de staat waarin ik dood was, weer tot leven en bereik ik de ‘opstanding uit de doden’ en zo bereik ik Gmar Tikkun (de laatste correctie).

Alles vindt dus plaats in mijn verlangen om te ontvangen dat op anderen gericht is: op het individu, op mijn omgeving en over het geheel genomen op de Schepper. Hiervan moeten wij ons heel diep en helder bewust zijn.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/9/12, “Introduction to The Book of Zohar

Met Betrekking Tot De Conventie

Dr. Michael LaitmanDit Congres ging niet alleen over vereniging met elkaar, maar ook over verdeling, tussen degenen die voldoen aan de vereisten voor de groep (systematische studie, disseminatie en Maaser) en hen die daar niet aan voldoen.

Wij moeten de staat bereiken, waarbij het centrum van de groep, de vrienden die hier het meest trouw aan zijn, zullen voldoen aan de eisen die de Schepper stelt om aan Hem gelijkvormig te worden op het eerste niveau van de 125 treden van de ladder van Zijn onthulling. Op deze manier zullen zij in staat zijn om het deel te worden van de wereldgroep van Bnei Baruch, waardoor het Licht naar de anderen stroomt. (Zie: ‘Inleiding tot Het Boek de Zohar’).

Rondom dit deel zullen zich dan andere delen vormen, zoals golven die zich verspreiden, afhankelijk van de overeenkomst met de regels voor gelijkvormigheid aan de Schepper, de eigenschap van belangeloos geven.

De regels zijn niet door mij bedacht, maar door Kabbalisten vastgesteld; wij kennen de regels goed, maar we ervaren het nog niet als noodzakelijk om ze nauwkeurig op te volgen, omdat we denken dat ze niet nodig zijn voor de onthulling van de Schepper. Nu is het voor het eerst aan ons gegeven om dit te begrijpen.

Ik verwijs hiermee naar degenen die ontevreden waren over deze eisen ten aanzien van de Schepper. Misschien zou Hij de voorwaarden van het contract voor hen wel veranderen: ‘De Wet van Gelijkvormigheid’ (met elkaar in verbinding staande spirituele kelim (vaten)/eigenschappen).

Zij die de noodzaak van deze voorwaarden erkennen kunnen kiezen waartoe zij willen behoren, tot welke cirkel: tot de centrale of de externe. In de toekomst zullen wij de voorwaarden voor elke cirkel specificeren.

Ik houd van jullie allemaal en iedereen is mij dierbaar, dit alles heeft plaatsgevonden om iedereen naar het Doel toe te trekken en de aardse verwarring op het spirituele pad weg te nemen.

Hugs,

Rav

Gelijkwaardigheid Is Niet Hetzelfde Als Gelijkheid!

Dr. Michael LaitmanVraag: Tijdens de afgelopen Conventie in het Noorden van Israel, werd onze groep in tweeën verdeeld: de ene groep, van tien mensen, zonderde zich af van de wereld op de eerste verdieping van ons centrum en voldeed voor honderd procent aan de voorwaarden van de vrienden in de Conventie. De tweede groep, van twintig à dertig mensen, die om verschillende redenen maar een gedeelte van de tijd mee konden doen, waren in een andere ruimte.

Ik was één van degenen die afgezonderd was met de andere negen, maar ik kon mijn aandacht maar op één ding richten: Hoe kon het toch gebeuren dat we in twee groepen verdeeld waren? Ik kon echter niet de moed opbrengen om deze zaak met de andere negen mensen te bespreken. De volgende vraag achtervolgde me: Wat moest ik doen? Kon ik de verdeling ter sprake brengen of zou dat tegen de eenheid van de groep in gaan, zelfs nu besloten was dat de groep in tweeën was verdeeld tijdens de Conventie? Ik denk dat het spirituele comité erop zou moeten aandringen, dat de groep onverdeeld samen blijft, ongeacht de voorwaarden.

Antwoord: Tot aan het einde van de correctie blijven er overal tegenstellingen bestaan en vooral in Kabbalah, maar in spiritualiteit worden de tegenstellingen verenigd in een gezamenlijke intentie: zij bestaan naast elkaar, hoewel ze van elkaar gescheiden zijn door de wet van gelijkvormigheid. Wij moeten dus wennen aan het feit, dat we kunnen verschillen van elkaar, maar toch samen zijn. Bovendien moeten we er niet naar streven om iedereen en alles op hetzelfde niveau te krijgen. Gelijkwaardigheid is niet hetzelfde als gelijkheid, het betekent: gelijk zijn in de intentie en dat op verschillende niveaus.

Wij verschillen allemaal van elkaar en niemand dwingt ons om hetzelfde te zijn, maar wél om naar hetzelfde Doel te verlangen. Maar iedereen streeft op een andere manier naar het Doel. We zijn verschillend, zoals de cellen in één lichaam. De Schepper verenigt ons in onze intentie naar onze gezamenlijke Schepper.

Wees steeds een voorbeeld dat nagevolgd kan worden, en zij die dat wegens objectieve oorzaken niet kunnen, zijn niet slechter dan jij, maar zij zullen dan tijdens de Conventie deel uitmaken van de subgroep, net zoals het lichaam verschillende organen heeft die in verschillende mate belangrijk zijn, toch behoren ze allemaal tot één lichaam.

Gelijkwaardigheid van de vrienden is niet hetzelfde als gelijkheid!

Stel vragen, we zullen het ontdekken.

De Weg Naar Het Licht Openen

Dr. Michael LaitmanVraag: Tijdens de Conventie zei u, dat wij met het probleem te maken hebben, dat wij al onze intenties nog niet met elkaar kunnen verbinden: ik, die gecorrigeerd moet worden, de vrienden, de Schepper en de wereld. Wat belet ons op weg naar de ene, verenigde intentie, die alle elementen bevat?

Antwoord: We moeten alles voortdurend innerlijk ophelderen, zoals: waar moeten we aan denken om het Corrigerende Licht aan te trekken. Er staat geschreven: “Het is beter om stil te zitten en niets te doen,” want als je niet weet wat je moet doen, kan je zelfs nog meer schade berokkenen. Je kunt dit vergelijken met macht geven aan een klein kind of aan iemand die niet weet waar hij mee bezig is: dan kan er alleen maar schade ontstaan.

Enerzijds is het dus voor ons verborgen, zodat wij onszelf en anderen geen schade berokkenen. Anderzijds is het de vraag hoe we dichterbij de juiste manier van handelen kunnen komen. Het blijkt, dat we voortdurend aan de juiste intentie moeten denken en alleen in de mate waarin wij dat doen, komen we dichter bij het Licht. Er zijn Masachim (schermen) die het Licht voor ons verbergen, omdat onze verlangens onjuist zijn. Op het moment dat ons verlangen de correcte staat benadert, verdwijnen deze Masachim.

Op deze manier moet een ieder zichzelf voortdurend beoordelen en besluiten hoe hij op de juiste manier zijn krachten moet inzetten. Het leven helpt ons, algehele wanhoop, doelloosheid, verwarring en de situatie waarin de wereld zich nu bevindt, helpen ons. Wij worden niet meer uitgelachen, zoals het zo’n twintig jaar geleden plaats vond en in elke generatie in de afgelopen eeuwen. Wij hebben nu een punt bereikt, waarop er geen andere keus meer bestaat. Wij moeten nu niet alleen aan elkaar laten zien wat we doen, maar ook aan de wereld, we moeten laten zien waar we allemaal naar moeten verlangen, wat we moeten bereiken, wat de bedoeling is als wij uit De Zohar lezen.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 7/8/12, The Zohar

Transformeer Angst Tot Vooruitgang

Dr. Michael LaitmanVraag: Als ik honger heb, bijvoorbeeld, moet ik mijn maag vullen. Wat moet ik beginnen als ik bang ben dat ik dat niet zou kunnen doen, als ik een gebrek aan vervulling voel?

Antwoord: De angst om honger te lijden, om ziek te worden of oud en de angst voor de dood, zijn angsten voor de ondergang van het ego. De angst om niet vervuld te kunnen worden, voor gebrek aan vervulling, bevindt zich al op een hoger niveau, maar het is nog steeds een egoïstische angst. Maar kunnen we er tegen vechten? Waarom werd deze angst aan ons gegeven?

Het is niet mogelijk om angsten te ontlopen, beginnend bij de meest basale angst voor de dood en alle andere angsten waar we ontzag voor hebben. Deze angsten worden aan ons gegeven zodat wij – door ze te ontvluchten omdat wij geen andere keus hebben en doordat we dan ontdekken dat we nergens heen kunnen vluchten en dat er geen compensatie mogelijk is – plotseling zullen beseffen: “Als ik boven deze angsten uitstijg, als ik leef in een systeem van onbaatzuchtig geven en liefde, buiten mijzelf, zal ik nergens bang voor zijn. Het zou kunnen dat ik, als ik buiten mijzelf treed, namelijk uit mijn eigen verlangens en gedachten, het idee krijg dat ik niet besta, omdat ik dan geen gedachten en verlangens voor mijzelf heb. Wat heb ik dan wel? Ik heb gedachten over anderen, over alles wat buiten mijzelf bestaat. Misschien is dat wel iets goeds. Daardoor lijd ik ook niet meer. Maar als ik niet lijd, voel ik ook niets meer. Dus het is misschien wel goed dat ik, als ik van mezelf en mijn angsten af ben, vol zal zijn van het lijden van anderen en dat ik dan met die angsten leef. Dan zal ik op die manier kunnen voelen en hen kunnen vervullen.”

Dit betekent, dat al deze gedachten zijn bedoeld zijn om een mens vooruit te duwen. Hij moet er niet vanaf willen, hij moet ze niet vermijden, maar integendeel: alleen maar proberen om ze correct te richten.

Wij worden voortdurend door angst bespeeld, tot aan het einde van de correctie, Gmar Tikkun: óf door angst over onszelf, óf door angst over anderen, afhankelijk van hoe ver mensen van mij af staan over wie ik angst heb, over wie ik me zorgen maak en bij wie ik me betrokken voel, zo wordt het niveau van een mens gemeten.

In welke zin? Als wij zeggen dat alles in één enkel systeem met elkaar verbonden is, denk ik aan degenen die het dichtst bij me staan, omdat ik van hen afhankelijk ben en ik denk ook aan hen die ver van me af staan, niet omdat ik van hen afhankelijk ben, maar omdat ik eenvoudigweg denk aan het systeem en het misschien ook aan de Schepper, omdat ik Hem al kan beïnvloeden via dit systeem. Ik kan het systeem naar een staat brengen waarin Hij onthuld kan worden en zo kan ik Hem vreugde brengen, etc. Dit betekent dat ik een actieve partner word die meewerkt aan Zijn werk in de wereld.

Er zijn altijd zorgen en angsten, er is altijd lijden en dat is goed. Door de intensiteit ervan meet ik mijn niveau, mijn spirituele groei: in de mate waarin ik de angst transformeer tot vooruitgang.

Denk echter niet, dat je angsten volkomen veranderen als je spiritueel groeit. De meest simpele, aardse angsten kunnen aan je gegeven worden, hoewel je je misschien op een hoog spiritueel niveau bevindt.

Dit gaat door tot je volledig gecorrigeerd bent. Hoe kan een mens anders dan door angsten verder komen? Angst is een gevoel van een onvervuld verlangen.

From a “Talk During the Meal in Toronto” 6/19/12

Op zoek Naar De Werkelijke Smaak Van Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanVraag: Hoe weten we zeker dat we de juiste inspanningen verrichten in het werk?

Antwoord: Een mens verricht de juiste inspanningen, als hij zoveel mogelijk met anderen samenwerkt, om te gaan begrijpen vanuit zijn hart. Alle begrip komt naar het hart, wanneer het Licht van Hochma, begrip genaamd, in het hart wordt onthuld, in Bina, de kli (vat) van geven, zoals er geschreven staat: “Alleen het hart begrijpt”.

In een mens die aan het begin van zijn spirituele werk staat, met het doel om zichzelf te corrigeren en een detector te worden voor de onthulling van de Schepper, moet het Licht van Hochma de innerlijke overtuiging bereiken, dat het Licht van Hochma en de kli ervoor, het Licht van Hassadim, ontvangen en geven, zich in hem moeten manifesteren, in zijn verlangen en in zijn voelen.

Hij moet proberen om de ruimte vrij te maken van verschillende meningen, gevoelens en indrukken, die hij nu het dichtst bij zijn lichaam ervaart, om dan deze ruimte te gaan vullen met spirituele indrukken. Hij moet ernaar streven om de werkelijke smaak van al deze begrippen waar te nemen: Hochma, Hassadim, ontvangen, geven, verbinding, nabijheid en afstand.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/28/12, Shamati #145

Een Kabbalist En De Wereld

Vraag: Kun je zeggen dat alleen mijn houding mijn huidige staat scheidt van de volgende staat?

Antwoord: De houding bepaalt alles, met andere woorden: de intentie. Als je je intentie verandert, verander je de werelden in je waarneming. Het verschil tussen deze wereld en de wereld Ein Sof (Oneindigheid) wordt veroorzaakt door de intentie. Alle verschillen tussen de staten zijn uitsluitend afhankelijk van je houding, van je intentie. In feite bestaat alleen Ein Sof. Al het andere is een beeld dat wij door onze intentie vormen.

Vraag: Vandaag haat ik de mensen met wie ik in de loop van de dag in contact kom, ik mag ze niet. Anderzijds, als ik hen zou respecteren zou elke vorm van contact met hen mij plezier verschaffen en ik zou hen heel graag de hele dag helpen. Is dat de goede verbinding die ik nodig heb of is de belangrijke factor hierin de kracht die dan aan mij wordt onthuld?

Antwoord: Dat laatste is het belangrijkste. Het gaat er niet over om ‘aardig’ of ‘lief’ te zijn. Je moet je met anderen verbinden, omdat je in de eenheid de Schepper ontdekt. In Kabbalah wordt dat een Mitzva (gebod) genoemd: je vervult een gebod.

Alles welbeschouwd is het doel van alles wat wij doen, dat wij aan Hem gelijkvormig worden, zoals een gast die gelijkvormig wordt aan de gastheer. Met andere woorden: de Schepper vreugde verschaffen, zoals Hij dat aan ons doet. De juiste houding naar anderen moet als doel hebben: een goede houding naar de Schepper te bereiken. Waarom zou ik anders op een goede manier om moeten gaan met de mensen om mij heen? Voor mijn eigen bestwil? Dit is volkomen in tegenstelling tot wat er van mij verwacht wordt.

Er staat geschreven: “Het einde van de daad is in de oorspronkelijke gedachte aanwezig”, en “Israel, de Torah en de Schepper zijn één”, op deze basis moeten wij alles bouwen.

Een Kabbalist gebruikt elk contact met anderen uitsluitend om verder te komen. Hij verricht de nodige fysieke handelingen om te kunnen bestaan, maar hij houdt er altijd rekening mee hoeveel energie en aandacht hij nodig heeft om spirituele handelingen te verrichten en zo de Schepper vreugde te verschaffen. Een Kabbalist gebruikt dus de wereld om de Schepper vreugde te verschaffen.

Vraag: Geniet een Kabbalist daarvan?

Antwoord: Ja, maar genieten is niet zijn doel, het gaat over het uitvoeren van de noodzakelijke handelingen. Genieten is niet langer de drijfveer van wat hij doet.

Zo’n houding verandert alles en dankzij deze houding neem je de spirituele wereld waar. Uiteindelijk wordt je verhouding met anderen en met de Schepper helderder en je ontdekt het netwerk van krachten, het netwerk van verhoudingen, het netwerk van gedachten, het netwerk van intenties en het netwerk van handelingen. Welbeschouwd bestaat alleen dit. Dan wordt onze wereld langzamerhand minder belangrijk voor ons, evenals de vorm ervan, deze vorm “verdampt” in dit netwerk, want deze vorm wordt betekeningsloos.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 7/01/12, Introduction to The Book of Zohar”

 

Wijsheid Van Kabbalah: Intenties Van Het Hart

Niets Anders Willen Dan Belangeloos Geven

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Shamati, artikel 30: “Het belangrijkste is niets anders te wensen dan belangeloos te geven vanwege Zijn Grootheid, want elke vorm van ontvangen is een onvolkomenheid. Het is onmogelijk om niet te ontvangen, het enige is om vast te houden aan het andere uiterste, namelijk geven.”

Wij bevinden ons in één enkele staat: in het kennisveld dat behoort tot de eigenschap van geven. Alleen dit krachtveld bestaat, de kracht daarvan is de kracht van belangeloos geven. Zo wordt het veld aan ons onthuld.

In deze kracht ligt de oorsprong: abstracte vorm en essentie. Wat wij bereiken is, zoals Kabbalisten het ons zeggen, het krachtveld dat gekarakteriseerd wordt door belangeloos geven.

Om onafhankelijk te kunnen bestaan in dit veld, werden wij met een tegengestelde kracht geschapen, met de kracht van ontvangen. Als een mens alleen waarneemt wat door zijn of haar natuur bepaald wordt en zichzelf niet verandert, voelt hij in dit verenigde veld de werkelijkheid die wij ‘deze wereld’ noemen. Een ieder kan dit beeld in zichzelf opnemen en van daaruit leven. Deze wereld wordt denkbeeldig genoemd, omdat wij niet voelen wat er werkelijk buiten ons bestaat, het is alsof wij vanuit onbewustheid leven en een droom zien via de trillingen van een denkbeeldige waarneming.

In deze droom zijn we ons aan het ontwikkelen naar steeds meer ontwaken en bewustzijn. Onze hele evolutie, onze hele geschiedenis, gaat over dit proces.

Hoe kunnen wij de eeuwige, ware werkelijkheid voelen waarin wij eigenlijk bestaan? Hoe komen wij tot onderzoek naar dit veld van de hogere Kracht die ons heeft geschapen, ons ondersteunt, ons beïnvloedt en ons steeds verder ontwikkelt, zodat wij ons kunnen gaan verbinden met dit veld?

Er zijn twee wegen:

1. De eerst weg wordt ‘het pad van lijden’ genoemd: of wij het willen of niet, onder de invloed van het veld van geven blijven wij ons ontwikkelen en wij zullen komen tot de kennis van de Ene die ons bestuurt, beïnvloedt, ontwikkelt en gidst. Lijden zal ons ertoe dwingen om bij de wortel te komen van de oorzaak ervan en wij zullen ontdekken dat wij lijden door Hem, omdat Hij op deze manier invloed op ons uitoefent.

Dan moeten wij Hem wel leren kennen, dichter naar Hem toekomen, omdat wij verlangen dat Hij ons op een andere manier bestuurt. En wij zullen, zoals de eerste Kabbalisten, door lijden dit veld ontdekken, deze Kracht die op ons inwerkt en die wil, dat wij eraan gelijkvormig worden door ons met elkaar te verbinden. Dit is de wet van de gelijkvormigheid van eigenschappen.

Waarom is dit noodzakelijk? Omdat wij hierdoor gelijkvormig worden aan Hem: eeuwig, heel en perfect, tegelijkertijd blijven we onafhankelijk. Als wij in Hem zouden zijn, volledig onder Zijn bestuur, lijkt het alsof we niet eens bestaan. Maar er is een polariteit in onze ontwikkeling: in ons groeit een kracht die tegengesteld is aan het veld van geven, en tegelijkertijd moeten wij aan onszelf werken om gelijkvormig te worden aan Hem.

2. Als wij het pad van lijden niet willen volgen, maar het pad van Licht, onder de goede invloed van het veld van geven, ontdekken we een eenvoudige wet: om onafhankelijk te blijven, moeten we aan dit Licht vragen om alle veranderingen die samengaan met onze groei. Als ik vraag en het veld mijn vragen beantwoordt, bestaat er geen probleem in verband met onafhankelijk blijven, omdat ik nu gelijkvormig ben aan Hem. Ik vraag zelf, tegen mijn eigen verlangen in, of het veld mij wil veranderen.

Op deze manier verenig ik in mijzelf, in de loop van mijn ontwikkeling, twee krachten:

• De kracht die tegengesteld is aan dit veld: het veld is volkomen gericht op geven, terwijl ik volkomen gericht ben op ontvangen.

• De vorm van geven, waarin ik mijn kracht van ontvangen kleed.

In mij is de kracht van ontvangen, het wrede egoïstische verlangen, dat alleen uit is op persoonlijk gewin, en daar bovenuit kleed ik mijzelf in de tegengestelde vorm: de kracht van geven en liefde. Maar hoe kan ik weten hoe ik moet vragen om de kracht van geven? Uiteindelijk weet ik niet eens wat het is. Wat ik me ook maar voorstel, al mijn gissingen zijn gebaseerd op de kracht van ontvangen en maken het mij onmogelijk om werkelijk om veranderingen in mijzelf te vragen. Alles waarom ik vraag is gebaseerd op mijn eigen natuur en zal altijd gaan over ontvangen, soms verborgen of gecamoufleerd, maar toch over ontvangen.

Hoe kan ik aan dit veld vragen om mij werkelijk de kracht van geven te schenken, zodat ik deze kracht in mij kan gaan ontdekken, evenals de kracht van ontvangen, zodat ik twee krachten in mij heb, de ene tegengesteld aan de andere?

Daarvoor hebben wij een bijzondere wijze van bestaan gekregen: wij ervaren dat wij leven in een wereld, die vol mensen is zoals wij. Als ik het verlangen wil verkrijgen dat op geven gericht is, een vraag naar geven, kan ik mij met anderen verenigen, met ten minste één ander mens. Het kleinste meervoud is twee. Kabbalisten zeggen echter, dat het beter is als we minstens met z’n tienen zijn, omdat dit een afgeronde hoeveelheid is. Ik moet mij met hen gaan verenigen om het verlangen om te geven te bereiken.

Hoe kunnen wij ons met elkaar verenigen? Kabbalisten die de methode hebben ontdekt, leggen dit ook uit: ik moet bij hen gaan zitten, samen eten en drinken, met hen studeren en het belangrijkste is: de intentie vasthouden. Wat wil ik hierdoor bereiken? Het is belangrijk om niet te vergeten dat het mijn intentie is om het verlangen om te geven te bereiken. Baal HaSulam schrijft daarover: “Het belangrijkste is om niets anders te willen dan belangeloos te geven.”

Het blijkt dat ik met mensen werk, die naar hetzelfde verlangen, we zijn met elkaar in één groep en er is iemand die ons onderwijst. Hoe dit allemaal zo gelopen is, weten wij niet, het lijkt toeval. Maar in werkelijkheid brengt datzelfde veld ons bij elkaar, op dezelfde manier als een elektromagnetisch veld ijzervijzel langs de lijnen van evenwicht plaatst. In de ‘Inleiding tot de Studie van de Tien Sefirot’ schrijft Baal HaSulam, dat de Schepper een mens naar de groep brengt en zegt: “Dit is voor jou, neem het aan. Hier ligt jouw vrije keus.” De keus wordt alleen versterkt door de vrienden op het pad van het verlangen om te geven. Wij kunnen dat verlangen zelf niet bereiken, omdat de Schepper dat verlangen is. Maar we moeten met elkaar naar dit verlangen uit zien en er dan de behoefte aan voelen. Ik zal in mijn hart gaan voelen, dat ik dit geven mis en dat ik een gever wil worden.

Waarom wil ik dit? Dat zelfs weet ik niet. Het ontstaat, na lange tijd, misschien wel na tien jaar. Daar hebben wij dit leven voor gekregen. Langzaamaan komt er in het hart van een mens een verlangen en een behoefte naar de eigenschap van geven.

Alles staat hier onder de invloed van de eenvoudige ‘natuurkunde van krachten’: hoe krachtiger mijn hart de behoefte ervaart om te komen tot geven, hoe krachtiger het veld van geven mij beïnvloedt. Zo komen we er dichterbij: ik vanuit mijn behoefte aan geven en deze kracht vanuit de invloed ervan die op mij gericht is. Het resultaat ervan is, dat wij elkaar beginnen te voelen en er ontstaan innerlijke veranderingen in mij: aan de natuurlijke kracht van ontvangen wordt in mij een kracht van geven toegevoegd, deze komt in mij tevoorschijn.

Zo wordt er een correcte vorm ontwikkeld: een ontvangend verlangen en een gevend verlangen naar buiten toe: de vorm van een mens (Adam), gelijkvormig (domeh) aan de Schepper. Zijn verlangen naar ontvangen, de ‘scheppingsmaterie’, blijft bestaan en daar overheen wordt dit bedekt met een gewaad, een ‘omhulsel’, een verlangen om te geven.

Allereerst is er in mij de behoefte aan willen geven en als dit verlangen een zeker spanningsniveau in mijn hart bereikt heeft, beïnvloedt het veld mij door inductie, zo wordt ik in de kracht van geven ingeleid.

Tenslotte kleedt deze kracht zich in mij en ik word een soort voelende ‘sonde’, een ‘sensor’ voor dit veld. Stel je voor, dat ik in mij tien gram van het verlangen om te geven heb ontvangen. Allereerst ben ik nu hierdoor geboren, met andere woorden: ik begin het veld te voelen dat mij omringt. Ik voel dat ik erin leef, ik voel de eigenschappen ervan, de houding van dit veld naar mij en mijn houding naar dit veld. Naast het fysieke niveau waarop ik nu leef, krijg ik verbinding met dit veld op een ander niveau: de spirituele wereld en alleen zo bereiken we de Schepper.

Dit veld bevat alle informatie over het verleden, het heden en de toekomst, over alles wat er met mij en met de hele wereld gebeurt. Een mens die in verbinding blijft met dit veld, gaat begrijpen hoe hij er op de juiste manier contact mee kan maken en wat hij van dit veld kan vragen. Door dit veld bevinden wij ons in een enorme stroom van informatie, die de hele werkelijkheid vult. Hier leren wij wie de Schepper is, wat dit veld is, hoe we ermee in contact kunnen komen en hoe we met het hele systeem te werk moeten gaan. Zo stijgt een mens steeds hoger en wordt hij meer en meer opgenomen in de spirituele wereld. Dit alles komt alleen van het verlangen om te geven, dat hij in zichzelf heeft ontvangen vanuit dit veld.

Terugkomend op het verlangen om te geven, er is een voorwaarde aan verbonden: een mens moet ernaar verlangen om een gever te worden. En wie zouden dat willen? Speciale mensen, met een punt in het hart, dat wil zeggen: met een zwakke lading die hen richt naar het veld van geven waar zij deel van uitmaken.

En de anderen dan? Anderen kunnen daar niet naar streven. Zij kunnen, zoals de eerste Kabbalisten, het veld alleen ontdekken door middel van het pad van lijden en tegenslag, van angst en onbegrip ten opzichte van de oorzaak van wat er gebeurt, en in het algemeen door de vraag naar de zin van het leven.

Naarmate we deze situatie naderen, komen we bij het huidige punt in de geschiedenis. Het pad van lijden van de wereld is nu enigszins onthuld. Veel mensen, misschien wel alle zeven miljard, stellen al vragen zoals: “Waar leven we voor? Wat is de zin van het leven? Waarom lijden we zo?” Deze vraag die van hen komt, kunnen we niet beantwoorden. Bovendien weten zij niet wat zij met dit lijden aan moeten. Zij begrijpen en voelen alleen deze wereld.

Hier komen we bij het verschil met de mensen met een punt in het hart. Wij moeten voor anderen worden wat de Schepper voor de schepping is. Wij zijn namelijk in staat om hen te verbinden met het veld van geven en dit is onze opdracht, Baal HaSulam beschrijft het in het artikel: ‘Arvut’ (Verantwoordelijk zijn voor Elkaar). Daarom worden wij ons en masse bewust van de hogere Kracht, en anderen ontvangen dit bewustzijn van ons. Dit is ons werk.

Dus: “het belangrijkste is niets anders te willen dan belangeloos te geven.” Wij kunnen hiernaar verlangen vanuit bewustzijn en inzicht, omdat aan ons een klein deeltje is gegeven, een vonkje van dit veld en met de hulp daarvan kunnen we onze koers bepalen en streven naar dit veld, met het doel om het te onthullen. Door onze vonken met elkaar te verenigen, zullen wij in staat zijn om aan het veld de kracht van geven te vragen. Anderen zijn hier echter niet toe in staat, zij hebben onze leiding nodig.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/21/12, Shamati #30