Tag Archives: Dagelijkse Kabbalah Les

Een Mens Van Gevoelens En Een Mens Van Geloof

Dr. Michael LaitmanAl ons werk bestaat uit innerlijke concentratie omdat de uiterlijke wereld niet verandert, hoe graag we dat ook willen. De werkelijkheid wordt alleen bepaald door de manier waarop wij deze in ons waarnemen en is volkomen afhankelijk van de eigenschappen van een mens. Een mens verandert en daardoor ziet hij in de werkelijkheid, die hij voorheen waarnam door middel van zijn vijf zintuigen, andere verbindingen in onze wereld, een nieuwe werkelijkheid, de aanwezigheid van de Hogere Kracht. Langzamerhand wordt deze Kracht voor hem enorm groot en ziet hij dat deze Kracht alles bestuurt en de gehele werkelijkheid in stand houdt.

Maar nu zien en merken we dat niet. Dit is het enige wat verandert totdat deze aardse werkelijkheid volledig verdwijnt bij de dood van het lichaam en alleen de spirituele werkelijkheid overblijft. Alles hangt af van de mate waarin wij veranderen van een mens die ‘voelt’ naar een mens die ‘gelooft’.

Het verschil tussen deze twee wordt bepaald door de instrumenten waarmee wij werken. Als wij de werkelijkheid waarnemen vanuit het verlangen om te genieten, spreken we over een mens van gevoel en als wij waarnemen vanuit het verlangen om te geven, spreken we over een mens van geloof. In beide gevallen spreken we echter over gevoelens. Geloof is ook een gevoel, maar alleen in het Terugkerend Licht, in het verlangen dat gericht is op geven in plaats van op ontvangen,

Als een mens de afstand voelt tussen zichzelf en de Schepper betekent dat, dat hij gevoeliger instrumenten (kelim) heeft gekregen om zijn verhouding tot de Schepper te meten. Nog maar een paar dagen geleden voelden we ons tijdens de Conventie meer met elkaar verbonden en wel zodanig dat we als mens opgingen in het gemeenschapsgevoel. De allesoverheersende kracht en inspiratie hield de mens vast en daardoor was hij in staat om zichzelf niet meer te voelen.

Maar dit kan gebeuren bij elk vrolijk enthousiasme, als veel mensen met elkaar verbonden zijn door één idee, één mening, gedachte, doel en bedoeling, als ze samen zijn en zo hun eenheid voelen. Waarin verschilt onze situatie van die van anderen? Om dat verschil te ervaren, wordt ons nu een gevoel van neergang gegeven dat ons verwijdert van de lichte staat. Wij voelen dat we in deze situatie iets missen om deze staat te laten voortbestaan.

Wij kunnen deze staat zelf niet in stand houden, dit vraagt de aanwezigheid van een nieuwe kracht, een nieuwe werkelijkheid die zich op een hoger niveau bevindt dan wij zijn. Dit gevoel van vervreemding betekent dat onze verlangens, de middelen waarmee wij waarnemen, zich hebben uitgebreid naar een nieuwe diepte en wijdte, dat de innerlijke gevoeligheid van deze verlangens is toegenomen en ook dat wij een sterkere externe kracht hebben verkregen.

En zo zien we dat we hier niet mee om kunnen gaan. We lijken ondergedompeld te zijn in een uitgestrekte zee van gevoelens die na de Conventie overgebleven zijn, langzamerhand afkoelen en spoedig volledig zullen bevriezen. We kunnen hieraan geen halt toeroepen. De tendens is duidelijk, maar het is niet duidelijk hoe we hier weerstand aan kunnen bieden.

Allereerst moet het ons duidelijk zijn dat dit een natuurlijke tendens is en je moet proberen om jezelf hiertegen te beschermen, dit te stoppen en zo krachtig mogelijk te strijden tegen deze afkoeling, om daardoor deze verwijdering scherper waar te kunnen nemen en te proberen om het voorgaande warme gevoel zo veel mogelijk te behouden!

Ondanks al onze inspanningen zien we echter dat we hiertoe niet in staat zijn. We controleren onze staat, we vergelijken hoe deze van dag tot dag verschilt en we begrijpen dat onze inspiratie langzamerhand vermindert. Soms komen de gedachten aan eenheid weer terug en daarna verdwijnen ze onmiddellijk weer. Vandaag zijn we zelfs nog verder van die gedachten verwijderd dan gisteren.

Maar als we voelen dat we verwijderd zijn van de grote Koning, moeten we ons realiseren dat er geen sprake is van echte vervreemding, maar dat dit eenvoudigweg betekent dat de Schepper de mate van gevoeligheid voor de staat waarin de mens zich bevindt, versterkt en het verlangen van de mens kwalitatief en kwantitatief vergroot. Dan voelt een mens dat hij – in dezelfde staat – iets mist.

In feite bevinden we ons nog steeds in dezelfde staat want er verdwijnt niets in spiritualiteit. Maar in elke volgende staat missen we onze eenheid en de aanwezigheid van de Schepper in grotere mate.

From the Preparation to the Daily Kabbalah Lesson 7/19/13

Wanneer Je ‘Je Eigen Vlees Opeet’…

Dr. Michael LaitmanAls je lijdt wil dat zeggen dat je je in een staat bevindt die beschreven wordt als: “Een dwaas zit met zijn armen over elkaar en eet zijn eigen vlees.” Als je een sterke omgeving hebt die je hulp wil bieden, als je je er niet voor schaamt om jezelf weg te cijferen en je bereid bent om volledig in de anderen op te gaan, heb je veel geluk. Dan zul je niet lijden, maar zul je meteen de middelen ontdekken om deze hele situatie van lijden ten goede te keren.

Als je ‘je eigen vlees opeet’ betekent dit dat je niet met zekerheid kunt vaststellen waar de pijn vandaan komt, waarom het zo is, van wie het komt en met welk doel. Je bent vergeten dat “Hij de Eerste en de Laatste is!” en het lijkt alsof je de pijn aan jezelf toeschrijft, alsof je het zelf veroorzaakt hebt en jij er verantwoordelijk voor bent. Zo pijnig je jezelf en ‘eet je jezelf op’.

Als je echter alles aan de Schepper toeschrijft en niet aan een gril van het noodlot, zul je ermee stoppen om ‘jezelf op te eten’ en zul je het slechte gevoel meteen transformeren in een mogelijkheid om omhoog te rijzen, naar de verbinding met de Schepper die jou deze staat heeft gestuurd, zodat jij je met Hem zult verbinden.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 6/06/13, Writings of Rabash

De Letter Samech Is Een Heiligdom

Dr. Michael LaitmanDe letter Samech is zo’n prachtige letter, een eigenschap die een mens redt en bevrijdt uit het koninkrijk van de klipot (schillen), hem kracht geeft, steun en vertrouwen, een thuis. Het is een ronde letter, zoals de baarmoeder voor een embryo waardoor hij beschermd wordt, maar hij kan zich daardoor niet verder ontwikkelen.

Een mens wordt er alleen door geholpen om uit de klipot te komen en de eigenschap van de Samech te verkrijgen, namelijk de kans om vrij te worden van de overheersing van de klipa (schil), het ego. Maar om zich verder te ontwikkelen moet hij terugkeren naar de egoïstische krachten, de klipot, daar zoveel vandaan halen als hij kan corrigeren en zo door de correctie verder groeien.

Het blijkt dat de letter Samech schadelijk is in plaats van nuttig, want hij staat de ontwikkeling van de mens in de weg. Hij lijkt op een moeder die heel veel van haar kind houdt, zoveel dat zij hem eenvoudigweg verstikt in haar armen en hem vasthoudt waardoor hij niet onafhankelijk kan worden en groeien.

Om te kunnen groeien moeten er altijd twee tegengestelde krachten samenwerken om het doel via de middellijn te bereiken. De letter Samech kan niet gemist worden, want hij omringt de mens, voorziet hem van veilig onderdak en bewaakt hem. Een mens verbergt zich in deze eigenschap en voelt zich vrij van de dominantie van de klipa, het ego, hij vlucht er vandaan.

Maar wat gebeurt er nadat hij zich vrij gemaakt heeft? In die situatie heeft hij niets, hij kan dan ook niets beginnen! Hij moet de klipa weer binnengaan en als hij beschermd is door de krachten van geven, zich verder ontwikkelen.

Daarom is het onmogelijk om de wereld te scheppen met de letter Samech. Geen enkele letter en eigenschap heeft de kracht om de wereld naar de zo gewenste correctie te leiden. Voor elke eigenschap is er een tegengestelde eigenschap nodig. Dit heeft een bedoeling, we kunnen ons zo ontwikkelen.

Mijn materie bestaat uit het verlangen om te ontvangen. Eerst moet ik mijn intentie veranderen van ‘om te ontvangen’ naar een neutrale intentie en dan naar ‘om te geven’, waardoor ik mijn verlangen om te ontvangen begin te gebruiken ‘om te geven’. Dit betekent dat ik mijn verlangen eerst op een negatieve manier gebruik: om te ontvangen. Daarna begin ik datzelfde verlangen positief te gebruiken: om te geven. Er moeten dus twee tegengestelde krachten in mij werkzaam zijn, de één tegen de ander en door deze twee krachten bereik ik de middellijn.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 5/27/13, The Zohar

De Gewonde Helpen In De Strijd Tegen De Neiging Tot Het Kwaad

Dr. Michael LaitmanVraag: Wat moet ik doen als ik zie dat een vriend de groep schade toebrengt? Is het een indicatie voor mijn gebrek aan correctie of brengt hij werkelijk schade toe aan de groep?

Antwoord: Als een vriend voor die tijd heel toegewijd was en plotseling verandert, moeten we hem helpen. Natuurlijk moeten we hem – nu hij door zijn kwade neiging gewond is – niet uit de groep verwijderen. We moeten voor hem zorgen en hem helpen. We kunnen met hem naar een bar gaan en samen een biertje drinken, gaan wandelen of met een paar vrienden samen afspreken. We kunnen hem vragen om werk te doen dat niemand anders kan doen, op die manier moeten we met hem omgaan en hem echt om hulp vragen. Dit betekent dat we op verschillende manieren moeten proberen om dichterbij hem te komen en hem enthousiast te maken. Het is ook heel helpend om zijn familie in te schakelen voor hulp.

We moeten proberen om alles te doen wat we kunnen, zelfs als hij zich tegen de groep uitspreekt. We moeten begrijpen dat dit een tijdelijke staat van denken kan zijn, er met geduld mee omgaan en afwachten, totdat we zien dat er geen andere keuze is, alleen dan moeten we met hem breken, hoewel het altijd een groot probleem is als het een oude vriend betreft die al jarenlang in de groep zit. Wij moeten altijd afgaan op de mening van de groep en niet op een persoonlijke mening, want je kunt nooit zeker zijn van jezelf als het over dergelijke zaken gaat.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 5/22/13, Writings of Rabash

Volledige Instemming, Tot Aan Zelfopoffering

Dr. Michael LaitmanVraag: Wat moet ik doen met gedachten die naar mij toekomen?

Antwoord: Ik moet een onafhankelijke, objectieve rechter worden over wat er met mij gebeurt, zonder enige sluwheid of emotie, een buitenstaander, iemand die neutraal gadeslaat. Dit betekent dat ik moet proberen om in mijn punt in het hart te zijn, buiten mijn lichaam, buiten mij huidige ‘ik’. Elk verlangen en elke gedachte die in mij bewust gemaakt worden, accepteer ik als iets wat van de Schepper komt, van ‘Er Is Geen Ander Dan Hij’, als een spel dat Hij met mij speelt. Anderzijds is het aan mij om te besluiten wat ik er mee doe en ik ga op die wijze aan het werk.

Alles wordt mij gegeven in de vorm van hindernissen. Het kan eenvoudigweg niet anders, want het is een regel dat er voor de Machsom geen aangename gevoelens bestaan. Allereerst moet ik dus dankbaar zijn voor alles wat komt en het accepteren als bedoeld voor mijn bestwil, het wordt me gegeven om mee te werken. Dan ga ik ermee aan het werk en probeer ik iets praktisch te bouwen, boven deze hindernis uit,

Terwijl de hindernis blijft bestaan, rijs ik er bovenuit en bouw ik daarmee een tegengestelde verhouding. Op deze manier zoek ik via de groep naar de Bron waar vanuit ik een dergelijke gedachte, zo’n verlangen kreeg. Ik wil deze gedachte en dit verlangen verbinden met de Oorsprong ervan, zodat ‘Israel, de Torah en de Schepper Eén zullen zijn’. Israel ben ik zelf, ik ga zo om met mijn gedachten en verlangens dat ik alles wat ik van de Schepper ontvang transformeer – zowel goed als kwaad – in iets tastbaars, in een plek voor onze adhesie, onze verbinding.

Dit wordt genoemd: handelen volgens de voorwaarde ‘Israel, de Torah en de Schepper zijn Eén’. En dan wacht ik en ben ik bereid om een nieuwe hindernis te ontvangen. Iemand schreeuwt naar mij of er gebeurt iets of zelfs zonder een uiterlijke gebeurtenis voelt mijn ziel zich slecht, dat is de Schepper die direct of indirect aan mij werkt. En weer moet ik hieraan werken. Ik zoek namelijk naar elke gelegenheid om alles wat er met mij gebeurt, alle situaties, met de Schepper te verbinden, zodat ik uiteindelijk zo ver kom dat ik elke staat met mijn hart en ziel accepteer en daarin maar één ding zie: Zijn Verlangen om mij te omarmen.

Succes is afhankelijk van het feit of ik het op deze bijzondere manier zie: dank ik de Schepper en haast ik mij om Hem te omarmen? Omarmen betekent dat ik tot volledige instemming kom, tot aan zelfopoffering.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 4/22/13, Writings of Rabash

Een Deur Naar Het Onbekende

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam ‘Inleiding tot Het Boek De Zohar, item 26: Wij hebben al vastgesteld dat de eerste fase de derde fase nodig heeft om volledig te verwerkelijken wat in de Gedachte van de Schepping aanwezig was – in de eerste fase – en totaal niets weg te laten.

De drie Scheppingsfasen, de aanvangsfase (1), de tussenfase (2) en de eindfase (3) hebben elkaars bestaan nodig. Het begin van de schepping is Ein Sof (Oneindigheid). In de tweede fase bevinden we (WE) ons in deze wereld. De derde fase in het einde van de correctie,.

Tijdens de overgang van de eerste fase naar de tweede fase gaan we door het breken van de kelim (vaten) en restricties heen, tijdens de overgang van de tweede fase naar de derde fase komen we in een opgang en gaan we door correcties heen. Bovendien corrigeren we daarbij GE en vervolgens AHP de Aliya (omhoogstijgend). Zo gaan we verder van het Licht van Nefesh naar de Lichten van NRNHY.

Het is belangrijk om ons te realiseren dat al deze fasen alleen in onze perceptie bestaan, maar we moeten alles gebruiken wat ons ter beschikking staat totdat wij één verlangen bereiken dat door één gedachte vervuld wordt, omdat het verlangen uit emoties bestaat (het hart) en de gedachten in het verstand aanwezig zijn. Zij moeten zich met elkaar verbinden, zodat wij in die verbinding de Schepper zullen bereiken.

Dit zal onze laatste staat zijn en dit is ons huidige Doel. Wij weten niet wat er daarna zal komen, maar we moeten weten dat we na het einde van de correctie in een onbekende richting verder zullen gaan. De schepping zal zich voortzetten omdat wij de kelim, onze verlangens, gecorrigeerd hebben.

Het is vergelijkbaar met een kapotte auto die gerepareerd is en waarmee je vervolgens leert rijden. Het werk is klaar de reparatie is voltooid en ik heb geleerd hoe ik ermee kan rijden. Ik zit in mijn perfect gerepareerde auto en wat komt er daarna? Waarvoor heb ik mijn kelim gecorrigeerd?

De gelijkvormigheid met de Schepper is nog maar het begin. Daarna opent Hij de deur van Zijn paleis voor mij en nodigt Hij me uit om binnen te komen in …

We rijzen omhoog naar Zijn niveau en wij weten niet wat er daarna zal zijn. Ik heb hierover van Kabbalisten geen aanwijzingen gezien. Wel geven zij – in termen die we begrijpen – aan dat er daarna iets is. Maar wij kunnen deze dimensies eenvoudigweg niet begrijpen.

From the 4th part of the Daily Kabbalah Lesson 3/19/13, “Introduction to The Book of Zohar

 

Een Kind Dat Tot Grote Vreugde Van Zijn Ouders Groeit

Dr. Michael LaitmanBaal Hasulam, Shamati, artikel 53: ‘Aangaande Beperking‘: Dit wordt het belangrijkste deel van het niveau genoemd, het onderscheid van Katnut. Dit onderscheid moet permanent aanwezig blijven, Gadlut is alleen een toevoeging. Men moet verlangen naar het belangrijkste deel, niet naar wat toegevoegd wordt.

Het belangrijkste is de staat van Katnut (kleinheid), Hafetz Hesed: ‘geven om te geven’, bereid zijn om met minder genoegen te nemen. Tegelijkertijd hoef ik niet te voelen dat ik mijzelf beperkingen opleg of dat het me aan iets ontbreekt, juist niet, ik moet voelen dat ik helemaal voldaan ben.

De staat van Katnut moet me heel dierbaar zijn en waardevol voor me zijn. Dan dient zich de vraag aan waarom er allereerst een staat van Katnut moet zijn en waarom één punt niet genoeg is. Ik wil helemaal niet groot zijn, ik wil zo min mogelijk ruimte innemen om te kunnen bestaan en voor de Schepper aan iedereen goed te doen. Ik ben bereid om zo klein te worden als een puntje en niets voor mijzelf te hebben.

Dit is inderdaad de ware benadering. Vanuit zo’n staat gaan we de spirituele werkelijkheid waarnemen en bereiken en als we hierover gaan nadenken en ons afvragen hoe we de Schepper vreugde kunnen brengen, begrijpen we dat we elke vorm van onderscheid en alle verlangens van Hem moeten ontvangen en dat wij ze moeten veranderen van ontvangen in geven. Dan worden we een spiritueel embryo dat gaat groeien en diep verlangt naar gehecht zijn aan de Schepper en Hem vreugde te geven.

Op een andere manier kunnen we niet in de baarmoeder groeien. Elke seconde, elke nieuwe beweging, elke gram die toegevoegd wordt aan het embryo is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te brengen. Een mens moet voelen dat hij de Schepper blij maakt.

Tijdens de geboorte, de barensweeën en het stadium waarin het embryo zich omkeert met zijn hoofdje naar beneden – nog voor de geboorte – is hij zich bewust van elke stap die hij maakt en onderzoekt hij of hij alles doet om degene die hem ter wereld brengt vreugde te geven. Nadat hij geboren is – tijdens Yenika (het zogen) – ontwikkelt hij zich verder, zoals een baby in de armen van zijn moeder, op dezelfde manier is een mens in de armen van de Schepper.

Hij begint al met zijn verlangens te werken en legt zichzelf gedeeltelijk beperkingen op, elke daad die hij verricht ten bate van beperkingen en om te groeien, is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te geven en zo groeit een mens. Het punt blijft het centrum van waaruit hij groeit, omdat hij het voldoende vindt om niet groter te worden dan een punt. Hij vindt dit belangrijk, hij wil niet meer hebben dan zijn basisbestaan en de rest, die hij aan dit punt moet toevoegen, is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te brengen. Dit is zijn enige motivatie, bij alles wat hij doet: bij elke beperking en bij elke vreugde.

Hij is hier gelukkig mee, niet voor zichzelf, maar omdat hij de Schepper vreugde brengt. Op deze manier bereikt hij gehechtheid aan de Schepper, zoals dat bestaat tussen twee vrienden die van elkaar houden en elkaar aanvoelen.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 3/14/13, Shamati #53

Als Het Licht De Reshimot Ontmoet

Dr. Michael LaitmanVraag: Soms ben ik verbaasd over mijn eigen gedachten, waar komen ze vandaan?

Antwoord: Van de Schepper.

Vraag: Maar als ik over mijn gedachten nadenk, komt dat ook van Hem. Waar ben ik zelf dan?

Antwoord: Ik moet alles aan Hem toeschrijven, alles aan één Bron, aan het Licht dat van Boven komt en de Reshimot van beneden af oproept. De ontmoeting tussen het Licht en de Reshimot creërt de werkelijkheid waarin ik me bevind. Van hieruit ontstaat mijn gevoel voor de werkelijkheid.

Er zijn vijf niveaus van ontwikkeling in mij en ik wil mijn Bron bereiken, mijn Schepper, dan heb ik het vijfde niveau bereikt. Dan wil ik bereiken waar ik van gemaakt ben: het Licht en de Reshimot.

Met andere woorden, ik vraag naar het doel van het leven: waar komt het leven vandaan? Waar is het voor en hoe?

Meestal is deze vraag het gevolg van onaangename gevoelens, als ik me slecht voel. In dit geval vertellen Kabbalisten ons dat een mens alleen niets kan begrijpen en doen. Eerst moet ik een systeem bij elkaar zoeken en bouwen waarin ik ga functioneren, zowel vanuit het oogpunt van de Reshimot als van het Licht.

In dit systeem zijn ik en de ander aanwezig en dit stelt me in staat om de Reshimot en het Licht daarin op te wekken. Dan begin ik op de Schepper te lijken, zoals er geschreven staat: “Door Uw handelingen zullen wij U leren kennen.”

When The Light Meets The Reshimot

Zo’n systeem wordt een ‘groep’ genoemd.

From the 3rd part of the Daily Kabbalah Lesson 3/1/13, “The Peace”

De Geheimen Van Het Lezen Van De Zohar

Dr. Michael LaitmanVraag: Is het waar wat mensen zeggen, dat als we naar de letters van het Boek De Zohar kijken, in het Aramees geschreven, we onmiddellijk met het Licht verbonden worden, hoewel we de taal niet kennen?

Antwoord: Er gebeurt niets automatisch. Je kunt het vergelijken met een baby die geboren is en in deze wereld leeft en groter wordt omdat er voor hem gezorgd wordt en hij zich voor de volwassenen wegcijfert. Dit is een aangeboren eigenschap, juist daardoor maakt hij het voor zijn ouders mogelijk om voor hem te zorgen.

Als een mens zich tijdens de studie wegcijfert terwijl het Boek De Zohar wordt gelezen, staat hij onder de invloed en de zorg van de vrienden, zelfs als hij dat niet begrijpt en er niets van voelt, maar hij zich onder de invloed van het Licht wil plaatsen, van de vrienden en van de omgeving die hier mee bezig is. Die intentie moet hij hebben. Zelfs als hij er niet aan denkt moet hij nog steeds voelen dat hij hier deel van uitmaakt.

Vraag: Hoe kunnen we bij het lezen van het Boek De Zohar tegelijkertijd de tekst volgen en in de goede intentie zijn?

Antwoord: De intentie is het belangrijkste, de tekst is belangrijk in de mate waarin je de tekst kunt laten samengaan met de juiste intentie. Langzamerhand begin je de juiste betekenis van de woorden te ontdekken: een ‘kind’, ‘wijzen’, Sefirot, Malchut, Bina. Je gaat het ontdekken. Onder de invloed van het Corrigerende Licht, dat heel langzaam en geleidelijkaan, stukje bij beetje, aan een mens werkt, gaat een mens verschillende indrukken voelen. Hij gaat verbinding voelen met wat hij leest.

Vraag: Hoe moet onze benadering zijn tijdens het lezen van het Boek de Zohar of wat moeten we daarin veranderen, zodat het Licht ons zal beïnvloeden en veranderen?

Antwoord: We moeten ons met elkaar verbinden. Een mens moet voelen dat hij deel uitmaakt van een groep mensen die met elkaar verbonden zijn, zoals in een commando-ploeg, als één geheel dat uit afzonderlijke delen bestaat. Hij moet het op een natuurlijke manier voelen. Anders zijn de intenties niet goed.

Als hij voelt dat de hele werkelijkheid in hem verbonden is, wil hij daarmee samen bij de Schepper horen, zich met Hem verbinden en Hem toebehoren. Dan begrijpt hij dat dit in hem plaatsvindt als resultaat van zijn innerlijke veranderingen en hij verlangt ernaar.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 2/21/13, The Zohar

Ik Voel Geen Afstand Tussen Ons

Dr. Michael LaitmanBaal HaSulam, Brief 27: Natuurlijk wil ik mij met lichaam en ziel met jullie verbinden. Maar ik kan alleen in spiritualiteit en in mijn ziel mijn werk doen, ik ken jullie ziel en ik kan mij ermee verenigen, maar jullie kunnen niet in jullie hart werken maar alleen met het lichaam omdat jullie mijn spiritualiteit niet kennen, zodat jullie je ermee kunnen verbinden en als jullie dat begrijpen, zullen jullie ook begrijpen dat ik me helemaal niet van jullie verwijderd voel, maar jullie moeten natuurlijk dichtbij jullie lichamen zijn en bij de plek waar jullie je bevinden, dit is echter belangrijk voor jullie zelf en voor jullie werk, niet voor mijn werk.

Ik bid tot de Schepper dat Hij jullie zal leiden op het pad van waarheid en dat jullie bevrijd zullen worden van de hindernissen die jullie onderweg tegenkomen en dat de Schepper jullie nabij zal zijn bij alles wat jullie doen.

Van jullie kant moeten jullie het pad dat ik voor jullie bereid heb zorgvuldig volgen, met hart en verstand, verlangens en gebeden, dan zal de Schepper zeker helpen en dan zullen wij spoedig in ons hart en onze ziel verenigd zijn.

Natuurlijk heeft afstand geen betekenis voor een Kabbalist die de innerlijke staat van zijn studenten begrijpt, het maakt geen verschil in welke wereld hij zich bevindt: in een lichaam of zonder lichaam, ver in de wereld of dichtbij. Als er verbinding is tussen de leraar en de studenten kan dat door niets verstoord worden. Het blijkt dat het probleem alleen bij de studenten bestaat, voor wie het moeilijk is om hun werk te doen zonder in de fysieke nabijheid te zijn van elkaar en van de leraar. Er is dus geen andere oplossing dan de vooruitgang zoveel mogelijk te versnellen.

From the 1st Part of the Daily Kabbalah Lesson 2/17/13, Writings of Baal HaSulam