Category Archives: 9e Av

“Ga niet voorbij aan de boodschap van de 9e van de maand Av” (Times of Israel)

The Times of Israel heeft mijn nieuwe artikel geplaatst: “Ga niet voorbij aan de boodschap van de 9e Av

Deze woensdag, 29 juli, begint de 9e van de Hebreeuws maand Av. Op die dag werden beide tempels verwoest en de Joden werden uit hun land verdreven. Tijdens de eerste verbanning werden zij naar Babylonië gedeporteerd, zij keerden 70 jaar later terug met de zegen van de Perzische koning, Cyrus de Grote, en een brief die hen keizerlijke steun verleende bij de hervestiging in het land en de herbouw van de Tempel.

De periode van de tweede Tempel is gecompliceerder dan de eerste. Halverwege die periode begon de Joden met elkaar te vechten, omdat de hellenistische Joden het traditionele jodendom probeerden uit te roeien en de Griekse cultuur en mythologie wilden invoeren, de Makkabeeën vochten tegen hen, zij streefden ernaar om het Hellenisme uit te roeien en de authenticiteit van het Jodendom te herstellen. In die periode verloren de Joden de controle over de Tempel, maar nadat de Makkabeeën de oorlog hadden gewonnen, hervatten zij de zeggenschap. Tenslotte hebben onderlinge gevechten en haat tussen oorlogszuchtige Joodse groeperingen het land verwoest, Jeruzalem vernietigd en de Tempel verwoest. Daarna werden de Joden tweeduizend jaar verbannen.

Hoewel historici beide verbanningen aan externe veroveraars toeschrijven, kennen Joodse teksten heel weinig waarde toe aan de invloed van externe factoren, mochten die er al zijn. In plaats daarvan schrijven zij de problemen van het Joodse volk toe aan hun eigen verdeeldheid.

Alsof wij nooit iets geleerd hebben

Het Joodse volk heeft zijn natievorming verworven toen het, verenigd als “één man met één hart”, aan de voet van de Berg Sinaï stond. Volgens oude Joodse geschriften, werd aan de Hebreeën die uit Egypte trokken medegedeeld dat zij tot een natie zouden worden verklaard als zij zich met elkaar zouden verenigen. Als zij dat niet zouden doen, zou de berg hen als een gewelf bedekken en zou dit hun grafsteen worden. Volgens de bronnen verenigden de Joden zich met elkaar en werden zij de Joodse natie, Israëlieten. In die tijd echter, werd hen ook de opdracht gegeven om “een licht voor de naties” te zijn, namelijk een voorbeeld van eenheid voor de overige naties.

De eis dat Joden een rolmodel voor eenheid moeten zijn, is sindsdien de kern van alle Jodenhaat geworden, zowel van andere naties als van de Joden zelf die het idee van eenheid verafschuwden en hun individualistische (later werden dat hellenistische) agenda wilden blijven volgen. Tweeduizend jaar geleden werd de haat binnen het Joodse volk zo heftig dat zij zichzelf in hun hoofdstad Jeruzalem opsloten (met het Romeinse legioen buiten de muren), elkaar afslachtten, elkaars voedselreservoirs afbrandden en het werk van generaal Titus veel gemakkelijker maakten toen hij uiteindelijk besloot om de stad te veroveren en de Tempel te verwoesten.

De onderlinge Jodenhaat was zo duidelijk en verschrikkelijk, dat de triomf van Titus die overwonnen had, daardoor gelogenstraft werd. Toen koningin Helena hem een overwinningskrans aanbood, nadat hij Jeruzalem had ingenomen, weigerde Titus deze en zei hij dat het geen verdienste was om een volk te verslaan dat door zijn eigen God was verlaten.

De dag waarop de Romeinen de Tempel binnen marcheerden en de Joodse nederlaag bezegelden, werd sindsdien een dag van rouw. Wij moeten echter niet rouwen om de verwoesting van de muren of het afbreken van het altaar. In plaats daarvan moeten wij rouwen om de ruïne van onze eenheid, van onze broederlijke liefde, over het feit dat wij onze opdracht om ons met elkaar te verenigen als één man met één hart en een rolmodel voor de naties te zijn, niet vervullen. 

Toen Hitler in Mein Kampf uitlegde waarom hij de Joden haatte, legde hij uit hoezeer hij walgde van hun afkeer van elkaar: “De Jood verenigt zich alleen als hij door een gemeenschappelijk gevaar daartoe gedwongen wordt of hij verleid wordt door een gezamenlijke buit; als deze twee redenen ontbreken, schrijft hij, vertonen zij de kenmerken van hun grofste egoïsme.” Talrijke andere antisemieten schreven en spraken op dezelfde manier over het Joodse volk. Zij zouden niet zoveel aandacht besteden aan de haat die de Joden naar elkaar koesteren als zij niet zouden verwachten dat Joden een ander gevoel zouden kunnen hebben naar hun broeders.

Nu, bijna een eeuw na de opkomst van de meest duivelse, genocidale leider van de meest geavanceerde, moderne en beschaafde natie van die tijd, hebben de Joden nog niets geleerd. Opnieuw is er sprake van verdeeldheid en interne haat, zowel binnen als buiten Israël. Joodse en anti-Joodse groeperingen worden steeds ruwer en schreeuwen, oprecht verontwaardigd, dat alleen hun manier de juiste is, dat Joden met andere meningen onwetend en inferieur zijn. Zij realiseren zich niet dat de goedkeuring in de ogen van de naties, waar zij zo wanhopig naar verlangen, niet van hun ideologie afhangt, maar van hun verbinding, juist met de broeders die zij haten.

Vanuit het perspectief van de wereld, is er niets veranderd. Wij hebben nog steeds de taak om een licht voor de naties te zijn door een voorbeeld van eenheid te laten zien, en wij worden nog steeds gehaat omdat wij het tegengestelde laten zien. Vasily Shulgin, senior lid van het Russische Parlement van voor de revolutie van 1917 en een fervent zelfverklaarde antisemiet, schreef in zijn boek Wat We Niet Mogen van Hen… “De Joden van de 20e eeuw zijn heel slim en effectief geworden, sterk in het benutten van andermans ideeën. Maar …” protesteert hij, “dit is geen bezigheid voor leraren en profeten, niet de rol van gidsen voor blinden, niet de rol voor degenen die de taak hebben om de kreupelen te dragen.” 

Diep binnenin voelt iedere Jood zich schuldig tegenover de wereld. Diep binnenin voelen wij dat wij een roeping hebben. Maar we zullen onze taak nooit vervullen als wij elkaar haten. Dat gebeurt alleen als wij de wereld laten zien dat wij, boven onze felle meningsverschillen uit, van elkaar houden als een familie. Hoewel wij het nergens over eens kunnen zijn, vormen we een eenheid die sterker is dan elk meningsverschil. We kunnen onze onderlinge verdeeldheid vergelijken met een voertuig waarmee we aan de wereld kunnen laten zien wat de betekenis van eenheid is, maar alleen als wij deze uitdaging aangaan en ons daarboven verenigen. Als wij dat doen, zal de wereld zien dat eenheid mogelijk is, hoe diep de kloof tussen mensen en naties ook is. Als wij eenheid blijven vermijden, zal de wereld ons het verspreiden van verdeeldheid in de wereld kwalijk blijven nemen en ons laten betalen voor hun lijden.

Blog in het Engels: https://laitman.com/2020/07/dont-overlook-the-message-of-the-9th-of-av-times-of-israel/

Filed under: Holidays, New Publications | Add Comment / Ask Question →