Twee incarnaties van een grote ziel

Baal HaSulam is de grootste Kabbalist van onze tijd. Het is heel moeilijk om over zo’n enorme kracht te spreken, want we kunnen niet werkelijk begrijpen wat het betekent om een Kabbalist te zijn. Hij leeft aan onze zijde en tegelijkertijd in een andere wereld. Een Kabbalist is iemand die in twee werelden leeft.

Voor een Kabbalist is dat niet verwarrend. Hij ziet de hoge wereld én de lage wereld. Wat voor hem echter het belangrijkste is, is het feit dat deze werelden van elkaar afhankelijk zijn: de mogelijkheid om vanuit de lage wereld correcties te verrichten in de hoge wereld, zodat hierdoor de lage wereld weer beïnvloed wordt en onze wereld opstijgt naar het niveau van de hoge wereld. Dit is de taak van elke Kabbalist.

Een Kabbalist is afkomstig uit dat verlangen, het kenmerkt hem in het alomvattende systeem van de ziel, Adam genaamd. Ieder van ons heeft een verschillende plek van oorsprong. Deze oorsprong wordt het “referentiepunt” ofwel het “punt in het hart” genoemd. Daardoor onthult eenieder de hoge wereld op zijn eigen, unieke wijze.

Alle punten in het hart onthullen dit systeem echter op een relatief gelijke wijze. Toch was het bijvoorbeeld voor allen die voor de tijd van Baal HaSulam schreven, een heel moeilijke tijd om een commentaar op Het Boek De Zohar te schrijven.

Voordat Het Boek De Zohar verscheen, was niemand in staat geweest om ook maar iets te schrijven wat erop leek, ondanks het feit dat vele Kabbalisten meer wisten dan Rabbi Shimon. Zij konden het echter niet op de manier beschrijven als hij.

In Kabbalah zijn er veel dergelijke situaties: je kunt groot zijn, een heel groot spiritueel mens zijn, en toch niet in staat zijn om iets te beschrijven, je hebt er eenvoudigweg de bekwaamheid niet voor.

Baal HaSulam had echter beide kwaliteiten. Het is verbazingwekkend! In de gehele geschiedenis van Kabbalah was er geen enkele Kabbalist die zulke eigenschappen bezat.

Mozes was de grootste Kabbalist en toch zijn de Vijf Boeken die hij geschreven heeft zodanig geschreven dat iedereen ze op zijn eigen manier kan interpreteren.

En wat door de Ari in het boek The Tree of Life is geschreven, kunnen we al helemaal niet begrijpen; hiervoor hebben wij – om ook maar iets te gaan begrijpen van waar hij het over heeft – iemand nodig die de spirituele wereld heeft onthuld en helder kan beschrijven. In dit boek worden er op een zuivere manier spirituele data uiteengezet, zoals in een studieboek over fysica.

Daarom begon de Ari les te geven, de enige die in staat was om hem te waarderen was een groot Kabbalist uit zijn tijd: de Ramak. Hij stuurde alle andere studenten ook naar de Ari en benadrukte dat dit materiaal nieuw was. Maar noch zij, noch hij waren in staat om het systeem van de Ari te begrijpen, zelfs niet vlak voordat hij heenging. Dat komt omdat de Ramak tot de voorgaande generatie zielen behoorde, tot degenen die voor de Ari in deze wereld kwamen.

Daarom zegt Baal HaSulam openlijk: “Alles wat ik in spiritualiteit heb bereikt, heb ik bereikt door de ziel van de Ari te volgen die zich in mij geïncarneerd heeft,” met andere woorden: hij was de volgende incarnatie van de Ari. Hiermee wordt niet het fysieke lichaam bedoeld, want dat bestaat niet, evenmin als onze wereld. Het enige wat bestaat is het gebroken, uiteengespatte verlangen in een onvoorstelbaar grote egoïstische ruimte.

In deze ruimte zijn druppels – als rozijnen in een cake – die een tendens hebben naar eenheid, naar adhesie met de Schepper. Wij voelen deze tendens echter niet omdat we in een oceaan van egoïsme leven, we zitten in dit deeg, en daardoor voelen we zelfs ons ego niet. Elke “rozijn”, elk “punt in het hart” ondergaat voortdurend allerlei soorten correcties.

Baal HaSulam blijkt dezelfde “rozijn” te zijn als de Ari, hij was dezelfde ziel als de Ari en vervolgde zijn werk. Dit wordt een “incarnatie” genoemd. Met andere woorden: dit is geen afzonderlijke ziel, maar dezelfde ziel die verder gaat met zijn werk, alleen onder andere omstandigheden, in een andere generatie.

En wat betekent een “generatie”? Niet wat er met ons in onze wereld gebeurt. Het zijn de vele punten in het hart, embryo’s van een ziel – al veranderen zij voortdurend en leven ze nog met elkaar in een verkeerd soort verbinding – die het gevoel hebben dat zij schijnbaar deze wereld ervaren.

Daarom is het uiterst belangrijk dat wij ons niet op deze wereld richten die we door onze vijf animale zintuiglijke systemen waarnemen, maar in plaats daarvan op wat via het punt in het hart plaatsvindt.

Vraag: Blijft de individualiteit in stand als een ziel reïncarneert?

Antwoord: De ziel maakt verschillende externe omstandigheden mee. De Ari bracht The Tree of Life naar onze wereld. De daaropvolgende keer dat deze zelfde Ari kwam, heette hij Baal HaSulam en bracht hij Talmud Eser Sefirot in ons leven.

Vraag: Met andere woorden: was hij op hetzelfde niveau van spiritualiteit als de Ari?

Antwoord: Zelfs nog hoger.

From the Lesson in Russian, 10/16/16

 

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed