“Met de bedoeling je vandaag tot Zijn volk te verheffen”

Torah, Dewariem (Deuteronomium) 29:11 – 29:12: … om toe te treden tot het verbond van de Eeuwige, je God, dat de Eeuwige, je God, vandaag met je sluit, met de bedoeling je vandaag tot Zijn volk te verheffen, waarbij Hijzelf jouw God wil zijn, zoals Hij je beloofd heeft en zoals Hij Awraham, Jitschak en Ja’akov onder ede heeft beloofd. (Vertaling: Jitschak Dasberg)

Vraag: Er staat geschreven: “met de bedoeling je vandaag tot Zijn volk te verheffen.” Maar zijn zij niet tijdens deze gehele reis Zijn volk geweest?

Antwoord: Absoluut niet! Het volk van de Schepper bestaat uit mensen die een totale verbinding met elkaar hebben door de eigenschappen van de Schepper. Deze bestaan uit absoluut geven, allesomvattende liefde en een volledig opgaan in elkaar, zij bestaan dan niet in de zin van “ik” maar alleen als “wij”.

Bij het binnentreden van het land Israël is dit niet aanwezig. Niemand wenst de ander kwaad, maar er is geen wederzijdse hulp. Eenieder is afgescheiden van de ander, op zichzelf.

Wederzijdse hulp wordt liefde genoemd, maar dat is het niet. De veertigjarige tocht door de woestijn is uiteindelijk alleen bedoeld om boven het ego uit te stijgen, van Malchut naar Bina. Pas nu is het mogelijk om ze met elkaar te gaan verbinden.

Vraag: In welk stadium wordt dan het principe: Liefde bedekt alle overtredingen gerealiseerd?

Antwoord: Alleen in het land Israël. In de woestijn is geen liefde, maar het volk begrijpt dat zij ernaar op weg zijn. Het is duidelijk voor hen wat zij wel en niet kunnen, zij kunnen namelijk alleen boven het ego uitstijgen, maar zij kunnen er niet mee werken.

Daarom vindt nu pas: het verbond van de Eeuwige, je God en de acceptatie van het verbond plaats.

Vraag: Was dat niet al gebeurd bij de Berg Sinaï?

Antwoord: Nee. Daar accepteerde men de verantwoordelijkheid om met dit werk te beginnen, daar maken zij een begin. Maar het werk bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de tocht naar het land Israël. Het tweede deel bestaat uit het werk in het land Israël met een verlangen dat gecorrigeerd zal worden tot geven en liefde.

De liefde voor de naaste is het doel van de ontwikkeling van de mensheid en van elk individu, om zo gelijkvormig aan de Schepper te worden die in een staat van totaal geven is.

Voor ons wordt de staat van totaal geven gedefinieerd als: liefde voor elkaar. Wij weten dat dit ons ultieme doel is, maar we zijn er nog ver van verwijderd. Er is geen enkel verlangen waarin we nu gelijkvormig aan de Schepper kunnen worden. Wij kunnen alleen boven ons egoïsme uitstijgen, dit betekent dat we ergens neutraal in worden, meer niet.

De tocht door de woestijn gaat nog steeds door, maar met de intentie om de naaste lief te hebben als jezelf.

From KabTV’s “Secrets of the Eternal Book” 1/9/17

 

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed