Ochtendgloren Boven Donkere Fjorden

laitman_942Vraag: Als ik de hele wereld moet zien in de vorm van verlangens, hoe moet ik mij dan verhouden tot de mensen die we ontmoeten als we de wijsheid van Kabbalah dissemineren?

Antwoord: Al die mensen zijn jouw verlangens. Als je je op die manier tot een mens verhoudt, krijgt hij het gevoel dat je familie van hem bent, dat je met hem verbonden bent. Dit leidt tot een verbinding tussen jullie waardoor hij met jouw systeem verbonden wordt op een manier die hij niet begrijpt. Probeer op die manier met een mens om te gaan, dan ga je zien hoe je alle acties, gedachten en plannen – die hij misschien in gedachten tegen je had – neutraliseert.

Vraag: Wat betekent het om mij tot anderen te verhouden zoals tot mijn eigen verlangens?

Antwoord: Zoals je met je eigen verlangens omgaat die heel onaangenaam kunnen zijn, die je veel moeilijkheden bezorgen want je houdt niet van ze, maar je moet er wel mee leven, zo moet je ook met andere mensen omgaan. Je hebt het gevoel dat ze vreemdelingen zijn, om dit gevoel te overwinnen, verbind je je met hen als één man met één hart, zodat het fysieke lichaam geen hindernis tussen jullie vormt.

Dit betekent dat je benadering zo moet zijn dat je anderen voelt als een deel van jou. Zo behoren we de wereld te zien. Hoe meer je naar verbinding verlangt, hoe meer hulp je innerlijk ervaart, alsof er iets verandert. Dit doet het Licht met je. Je voelt geen Lichtstraal, maar je voelt veranderingen. Zoals er geschreven staat: “Door Uw Handelingen leren wij U kennen.” Hiervoor moet je bidden en dringend vragen of jullie verlangens tot één verlangen kunnen worden, hoewel jullie verlangens fundamenteel verschillen.

Elk deel in Malchut verschilt van de andere delen en doordat de Kelim (vaten) gebroken zijn, wordt dit nog eens benadrukt. Daarom bereiken de gebroken delen die van elkaar gescheiden zijn een intensiteit die 620 keer krachtiger is als zij zich met elkaar verbinden. De afgescheidenheid die zij daarvoor voelden, versterkt nu het verlangen, en zo keren we terug naar de staat van één man in één hart, de intensiteit van de haat tussen ons versterkt nu de verbinding tussen ons.

Stel je eens voor dat jij in New York woont en ik woon in Israël. Alles is goed tussen ons en we zijn goede vrienden, totdat we dichter bij elkaar komen en samen in één kamer gaan wonen. Wat zou het moeilijk zijn om goede vrienden te blijven nu we bij elkaar wonen en constant irritaties tussen ons voelen.

De afstand die daarvoor de verschillen tussen ons had verborgen, moet nu veranderen in onze verbinding. Dit is ons werk. Er is haat – de berg Sinaï – tussen ons en die haat veranderen wij in een verbinding die 620 maal groter is dan de verbinding die wij eerder voelden.

Het gaat niet over de verbinding zelf, maar over het leren kennen van de Schepper. Het Licht dat de verlangens is binnen gedrongen, zoals zeewater de dalen tussen de bergen heeft gevuld en daaruit fjorden zijn ontstaan, heeft de afscheiding en de haat veroorzaakt. Het Licht is gekomen, maar wij hebben het ontvangen met het doel om te ontvangen, daardoor namen onze Kelim 620 maal in omvang toe en bracht het Licht haat en afscheiding, de kloof tussen ons is gevuld met verlangens die wij eerder niet voelden.

Het Licht geeft ons in al onze verlangens het gevoel dat we afgescheiden zijn. Ik ben het helemaal niet met je eens en in alles staat mijn mening loodrecht op de jouwe, en dit geldt voor iedereen. Nu kunnen we deze haat corrigeren. Haat is de achterzijde van het Licht, het is geen Kli. Als ik met deze haat aan het werk ga en de haat in liefde verander, ontdek ik wat het Licht is, ik ontdek de eigenschap van het Licht en wat dat betekent. Op deze manier ontdek ik de Schepper.

Het verlangen om te ontvangen werd op een wijze gecreëerd die niet veranderd kan worden. Al ons werk doen wij met de achterzijde van het Licht, met de Kelim die door het Licht gebroken zijn. Als ik mijn egoïsme ontdek, de haat en de weerstand die tot spiritualiteit behoren, ontdek ik de achterzijde van het Licht, het tegenovergestelde. In plaats van Licht ontdek ik Orta (duisternis, nacht).

Zo krijg ik door mijn werk de eigenschap van het Licht en word ik een mens van het Licht. Het Licht drong tijdens het breken van de Kelim het verlangen om te ontvangen binnen. Het is hetzelfde Licht, maar we voelen het als duisternis, afgescheidenheid en haat.

From the 2nd part of the Daily Kabbalah Lesson 3/31/14, The Zohar

 

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed