Een Kind Dat Tot Grote Vreugde Van Zijn Ouders Groeit

Dr. Michael LaitmanBaal Hasulam, Shamati, artikel 53: ‘Aangaande Beperking‘: Dit wordt het belangrijkste deel van het niveau genoemd, het onderscheid van Katnut. Dit onderscheid moet permanent aanwezig blijven, Gadlut is alleen een toevoeging. Men moet verlangen naar het belangrijkste deel, niet naar wat toegevoegd wordt.

Het belangrijkste is de staat van Katnut (kleinheid), Hafetz Hesed: ‘geven om te geven’, bereid zijn om met minder genoegen te nemen. Tegelijkertijd hoef ik niet te voelen dat ik mijzelf beperkingen opleg of dat het me aan iets ontbreekt, juist niet, ik moet voelen dat ik helemaal voldaan ben.

De staat van Katnut moet me heel dierbaar zijn en waardevol voor me zijn. Dan dient zich de vraag aan waarom er allereerst een staat van Katnut moet zijn en waarom één punt niet genoeg is. Ik wil helemaal niet groot zijn, ik wil zo min mogelijk ruimte innemen om te kunnen bestaan en voor de Schepper aan iedereen goed te doen. Ik ben bereid om zo klein te worden als een puntje en niets voor mijzelf te hebben.

Dit is inderdaad de ware benadering. Vanuit zo’n staat gaan we de spirituele werkelijkheid waarnemen en bereiken en als we hierover gaan nadenken en ons afvragen hoe we de Schepper vreugde kunnen brengen, begrijpen we dat we elke vorm van onderscheid en alle verlangens van Hem moeten ontvangen en dat wij ze moeten veranderen van ontvangen in geven. Dan worden we een spiritueel embryo dat gaat groeien en diep verlangt naar gehecht zijn aan de Schepper en Hem vreugde te geven.

Op een andere manier kunnen we niet in de baarmoeder groeien. Elke seconde, elke nieuwe beweging, elke gram die toegevoegd wordt aan het embryo is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te brengen. Een mens moet voelen dat hij de Schepper blij maakt.

Tijdens de geboorte, de barensweeën en het stadium waarin het embryo zich omkeert met zijn hoofdje naar beneden – nog voor de geboorte – is hij zich bewust van elke stap die hij maakt en onderzoekt hij of hij alles doet om degene die hem ter wereld brengt vreugde te geven. Nadat hij geboren is – tijdens Yenika (het zogen) – ontwikkelt hij zich verder, zoals een baby in de armen van zijn moeder, op dezelfde manier is een mens in de armen van de Schepper.

Hij begint al met zijn verlangens te werken en legt zichzelf gedeeltelijk beperkingen op, elke daad die hij verricht ten bate van beperkingen en om te groeien, is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te geven en zo groeit een mens. Het punt blijft het centrum van waaruit hij groeit, omdat hij het voldoende vindt om niet groter te worden dan een punt. Hij vindt dit belangrijk, hij wil niet meer hebben dan zijn basisbestaan en de rest, die hij aan dit punt moet toevoegen, is alleen bedoeld om de Schepper vreugde te brengen. Dit is zijn enige motivatie, bij alles wat hij doet: bij elke beperking en bij elke vreugde.

Hij is hier gelukkig mee, niet voor zichzelf, maar omdat hij de Schepper vreugde brengt. Op deze manier bereikt hij gehechtheid aan de Schepper, zoals dat bestaat tussen twee vrienden die van elkaar houden en elkaar aanvoelen.

From the 1st part of the Daily Kabbalah Lesson 3/14/13, Shamati #53

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed