Daily Archives: oktober 8, 2012

Kabbalah Momenten: Een Relatie Met De Schepper

Het Keuzepunt Tussen Twee Afgronden

Dr. Michael LaitmanRabash: ‘De Verbinding tussen Genade en Oordeel’: … als er een zichtbare Voorzienigheid is, is er geen plaats voor keuze. De Hogere heeft daarom Malchut, namelijk Midat Ha Din (de eigenschap van Oordeel) naar de Eynaim (ogen) verheven. Dit creëerde  verborgenheid, hiermee werd het duidelijk voor de lagere dat er een gebrek aanwezig is in de Hogere.

Enerzijds is de Hogere verheven, anderzijds vindt de lagere Hem onaantrekkelijk: er is iets wat afstoot. Enerzijds is de vonk in het verlangen (het punt in het hart) bezorgd, want het wil spiritualiteit bereiken. Bovendien oefent de buitenwereld druk op ons uit en komen er talloze negatieve omstandigheden op ons af, er worden ons geen aangename dingen beloofd, behalve wat ons misschien in de toekomst te wachten staat. Anderzijds moeten we een compromis sluiten, omdat we duidelijk een gebrek zien in de Hogere.

Wat voor gebrek is dat? De Hogere is niet zo schitterend, aantrekkelijk en mooi als wij dachten.

In die staat worden de eigenschappen van de Hogere samengevoegd met degene die  lager is, dit wil zeggen dat de eigenschappen gebrekkig zijn. Hieruit volgt dat deze Kelim (vaten) gelijkvormig worden aan degene die lager is: omdat er geen ondersteuning is in de lagere, is er geen ondersteuning voor de Hogere eigenschappen.

Dit zijn de gevoelens waar de lagere doorheen gaat: eerst verlangde ik werkelijk naar het volgende niveau, ik rende er steeds sneller naartoe, en toen ontdekte ik wat mijn volgende stap betekent. Deze bleek te bestaan uit eenheid en liefde voor mijn vrienden. Het blijkt dat ik hen allemaal moet voelen als één hart, ik moet ook veel dingen opgeven, bovendien moet ik heel veel oefenen en blij zijn met wat ik doe. Maar ik voel me helemaal niet blij …

De plek tussen twee afgronden is in feite een keuzepunt. Elke dag voelt een ieder van ons een oneindig aantal van deze punten. Als het ons lukt om ze te grijpen en de goede eruit te halen, als we dat in ieder geval proberen, zouden we de Hogere daarin binnen de kortste tijd ontdekken. We zouden zo niets missen! Maar als deze momenten er zijn, hebben we daar helemaal geen behoefte aan, we geven ons gewoon over aan onze gevoelens en we gaan verder met ons ellendige leven.

Als we onze volgende, hogere en meer gevorderde staat analyseren, ontdekken we daarin de noodzaak tot grote betrokkenheid en dat bezorgt ons huidige egoïsme heel veel problemen. Je moet je vrienden liefhebben, hen dienen, aan hen denken en goed voor hen zorgen, hen beter behandelen dan je jezelf behandelt.

Wie heeft daar behoefte aan? Zijn we in staat om dat te doen? Betekent dit, dat we een gebrek in de Hogere ervaren of dat we niet genoeg energie en levenskracht in Hem vinden? Soms ervaren we een paar minuten een mooi gevoel, inspiratie, maar gewoonlijk is het precies andersom.

Dit wordt ‘neergang’ genoemd: je voelt geen leven in de Hogere, ook niet in de staat van geven, liefde of eenheid. Je hebt geen zin om jezelf te corrigeren.

In die staat is er ruimte om te kiezen.

Dit is nu precies een staat die ons een keuze biedt. Het is een heel belangrijk moment voor zelfonderzoek: ik wil niets, ik heb nergens behoefte aan, ik word steeds zwakker en ik ben alleen bereid tot overgave, als de staat waarin ik me bevind verandert zonder dat ik er iets aan doe. Er is voor mij niets aantrekkelijks meer, niet in mijn fysieke leven en niet in mijn spirituele leven: in beide werelden voel ik me hopeloos.

… de lagere moet zeggen dat de verborgenheid die hij voelt bestaat, omdat de Hogere zich heeft begrensd ten gunste van de lagere. Dit wordt beschreven als: “Wanneer Israel in ballingschap is, is Gods Aanwezigheid met hen.”

Wij moeten in dergelijke omstandigheden tot het begrip komen, dat de Hogere met opzet ‘dit spel’ met ons speelt. Hij kan het niet op een andere manier doen, Hij kan me niet omarmen en me laten opstijgen als een luchtballon. Als Hij dat zou doen zou ik nooit iets bereiken en ik zou voor altijd een klein kind blijven, aan de hand van de volwassene. Natuurlijk voelt zo’n kind zich goed en veilig, hij kan zelfs op zijn eigen niveau spelen, maar zo wordt hij niet groter.

De lagere groeit alleen als hij ernaar streeft om de Hogere te bereiken. Je kunt niet afwachten zonder zelf te oefenen. De Hogere zal de lagere niet opheffen als de lagere niet deelneemt aan het proces. In dat geval zou de Hogere de lagere gewoon ‘vernietigen’ door hem niet te laten groeien en verder te laten komen. Je kunt het vergelijken met de situatie waarin ouders het huiswerk voor hun kind maken.

We moeten dus beseffen dat de Hogere ons absoluut ieder moment helpt. We hoeven zelfs geen seconde te wachten op iets wat van Zijn kant plaatsvindt, want van Zijn kant bestaat er geen enkele aarzeling. Vanuit het standpunt van de Hogere zijn we altijd in een optimale staat om verder te komen. We moeten voortdurend letten op allerlei tekenen waarmee Hij zich tot ons richt en vanuit Zijn bedoeling afdaalt naar onze huidige staat.

… wat voor smaak men ook proeft, men zegt dat het niet zijn eigen fout is dat hij geen levendigheid proeft, maar dat er vanuit zijn gezichtspunt werkelijk geen leven is in de Hogere.

Maar je moet goed begrijpen wat er aan de hand is.

En als men sterker wordt en zegt dat de bittere smaak die hij proeft in dit voedsel alleen bestaat, omdat hij niet de goede kelim (vaten) heeft om de overvloed te ontvangen, omdat hij kelim heeft om te ontvangen en niet om te geven, en het betreurt dat de Hogere Zich moet verbergen …

Dus onze kelim, onze verlangens zijn corrupt. Als de Hogere naar ons zou afdalen, zouden we Ein Sof (Oneindigheid) voelen, want elke volgende stap die we maken betekent voor ons de wereld Ein Sof. Maar deze wereld is voor ons nog niet toegankelijk: wij herkennen deze wereld niet in onze kelim. Wij nemen dit alleen waar in ons heel beperkte bewustzijn, terwijl er iets enorm groots met talloze facetten voor ons staat. We zien het hogere niveau gewoon niet, het vervult alles om ons heen van de ene horizon tot aan de andere, onze ruimte wordt door geen enkele grens afgebakend.

Het resultaat daarvan is, dat de Hogere naar ons neerdaalt in de vorm van een depressieve, onveilige en corrupte wereld. Bovendien naderen we staten en gevoelens die voor ons zelfs nog angstwekkender zullen zijn. De Hogere verlaagt ons zodat wij Hem zullen voelen. Hoe lager Hij is, hoe slechter wijzelf en de wereld om ons heen ons toeschijnen, omdat onze eigenschappen tegengesteld zijn aan die van Hem.

Daarom bevinden we ons nu in een crisis: de Hogere nadert ons, zo laat Hij ons onbewust het verschil voelen tussen Hem en ons. De ‘crisis’ is een kloof tussen onze huidige staat en de staat van de Hogere. Wij moeten in balans komen en met Hem in harmonie blijven, daarvoor is integrale educatie nodig, dat zal ons helpen om Hem beter te begrijpen.

In het algemeen gesproken is dit een punt van vrije wil. We moeten goed beseffen dat alles wat we voelen buiten Ein Sof om, een situatie is die speciaal voor ons door de Hogere is gecreëerd om ons de kans te geven om te kiezen.

Dit betekent dat we ons niet schuldig hoeven te voelen over het feit dat de wereld waarin wij leven slecht is en dat we ons hier in een ellendige toestand bevinden, maar wel over het feit dat de Hogere naar ons moest neerdalen, Zich klein moest maken en Zich veel kleiner dan Hij in werkelijkheid is aan ons moest tonen, en dat Hij ons zelfs de indruk moest geven dat Hij afstotelijk en slecht zou zijn.

… dit geeft de lagere gelegenheid om kwaad te spreken; dit wordt beschouwd als MAN, dat de lagere laat opstijgen.

Enerzijds merken we dat de Hogere laag is, bovendien is het hogere niveau voor ons nog niet aantrekkelijk. Anderzijds erkennen we dat het op ons alleen zo overkomt door onze zintuigen. Als we de wereld door de juiste kelim zouden waarnemen, zouden we de Hogere beschouwen als Ein Sof in ons. Deze tegenstrijdigheid is de kern van het verschil tussen het bestaan hier en de wereld van Oneindigheid.

Op dit punt laten wij MAN opstijgen: ons verzoek om correctie. We gaan op zoek naar mogelijkheden om Hem te rechtvaardigen, we willen niets anders dan Hem volledig rechtvaardigen. Laat de staten waarin wij zijn maar hetzelfde blijven, laten onze situaties ons maar nooit meer aangename gevoelens geven, we hebben maar één ding nodig: Zijn daden rechtvaardigen en Hem danken voor wat Hij doet. Als wij zo handelen, vragen we niet voor ons eigenbelang, maar alleen voor het belang van de Hogere. We vragen om kracht en begrip, maar we vragen niet om gevoelens, we moeten er alleen zorg voor dragen dat wij Hem rechtvaardigen en het maakt niet uit of wij ons slecht blijven voelen. Als we betere gevoelens krijgen, zouden we hem vanuit egoïsme prijzen. Nee, dat hebben we niet nodig. Integendeel, we willen dat onze gevoelens hetzelfde blijven, maar we willen ook dat ons begrip en onze waarneming veranderen. Zo groeien we.

Wij bestaan uit twee delen: intellect en gevoelens, ambities en verlangens. We gaan voorwaarts en gebruiken daarbij deze beide delen zoals we onze beide benen gebruiken als we lopen. Ik wil bijvoorbeeld in mijn huidige gevoelens blijven en door op dit ‘been’ te ‘steunen’ maak ik een stap voorwaarts met mijn andere ‘been’, dat wil zeggen dat ik niet meer blind ben, maar mijn huidige staat erken en rechtvaardig. Of ik wil bijvoorbeeld mijn intellect uitbreiden, als mijn gevoelens dan intact blijven, kom ik werkelijk verder omdat ik mijn emotionele staat rechtvaardig, hoewel ik nog steeds lijd, maar ik besef dat ik groei dankzij mijn moeilijkheden. Ik word niet verleid of omgekocht door een goed gevoel.

Later, als ons intellect zich uitbreidt, steunen we op ons nieuwe intellect en als dat standhoudt, zullen we naar het volgende niveau van gevoelens opstijgen. Bovendien zullen onze emoties het intellect niet overschaduwen, zoals dat gebeurt als genot ons ertoe dwingt om ons verstand te verliezen.

Het is andersom, we maken een stap vooruit met één ‘been’ en tegelijkertijd steunen we op het andere ‘been’. Als we onze emoties ‘vastzetten’ rijst ons intellect; als we ons intellect ‘vastzetten’ rijzen onze gevoelen. Het gevolg hiervan is dat we door eindeloos veel veranderingen heengaan, zowel in ons intellect als in onze gevoelens.

 From the North Convention of Unity 9/20/12, Lesson 2