We bestaan in een systeem van wetten. Er is de hogere kracht die ons beïnvloed en verlangt om het goede te schenken. De hogere kracht schiep de wil voor plezier om het te vullen met genot.

Het geschapen wezen ontvangt, in het bijzonder, plezier door identiek aan de hogere kracht te worden: perfect en eeuwig. Om dit te bereiken moet een persoon dezelfde gevoelens, niveau, diepte, kracht en status bereiken als op de hogere kracht van betrekking is.

De primaire kracht wordt beschouwd als de Schepper, terwijl de secundaire kracht het geschapen wezen is. Deze secundaire kracht moet transformaties ondergaan terwijl het verschillende indrukken accumuleert totdat het omhoog stijgt op alle 125 spirituele niveaus. Het moet dit bij zichzelf ervaren en dit alles verwerven door een onafhankelijke zoektocht, begrip, bewustwording, waarneming en inspanning, terwijl het streeft om een staat te bereiken die door de hogere kracht is voorbereid.

Echter, de evolutie van het schepsel impliceert een element van persoonlijke deelname, eigen gevoelens en gedachten, een bewustwording van mijn eigen bestaan en verwezenlijking. Maar het schepsel heeft niet de mogelijkheid om iets bij zichzelf te doen behalve voor één ding: het verlangen om te veranderen. De kracht van transformaties, hun programma en volgorde komt in feite alléén van de originele gevende kracht, de Schepper.

Een succes in het werk wordt bepaald door het leren te delen van een persoon zijn hele vooruitgang in twee delen: het werk die aan het schepsel is opgedragen en het werk die door de hogere Ene wordt uitgevoerd. Ze zijn partners, maar hun innerlijke werk is verdeeld volgens wat er betrekking heeft op de mens en wat betrekking heeft op de Schepper.

De sleutel is om niet te proberen het werk van de Schepper te doen, dat is, proberen om zichzelf en de wereld te reformeren. Het werk van een persoon is te verlangen naar verandering. Deze veranderingen moeten boven mijn natuur gebeuren en dit wordt beschouwd als “boven mijn begrijpend vermogen”. Dit betekent dat de richting van mijn transformatie, alsook de eigenschappen en innerlijke gevoelens die in mij worden gevormd, totaal onbegrijpelijk voor mij zijn, sinds ik een nieuwe natuur ontvang.

Om geen idee te hebben waar men is of waar hij naar toe beweegt, is een zeker teken van een nieuwe natuur die in een persoon verschijnt. Immers, als een mens alles van te voren wist en voelde, zouden alle veranderingen met overeenstemming van zijn egoïsme gebeuren, zijn natuur.

Wanneer een persoon in zijn eigen natuur groeit, is hij enigszins bewust van wat er verwacht wordt en maakt hij de keuzes waar zijn huidige egoïsme van zal profiteren. Maar in spiritualiteit is dit anders. Wanneer we verlangen om een andere natuur te verkrijgen en gelijkwaardig aan de Schepper te worden, gaan we altijd vooruit naar iets onbekend en onvoorspelbaars. We trekken alleen de ontwikkelde krachten op onszelf aan.

Echter, in wezen is er alleen één kracht die in verschillende componenten verdeeld is volgens zijn gebruik: onze individuele, initiële verlangen, “het punt in het hart,” de kracht van de groep, de kracht van de studie en uiteindelijk de kracht die daadwerkelijk op ons handelt en hervormt, noemen we het “Omgevende Licht.”

Van het 1e deel van de  Daily Kabbalah Lesson 3/8/2011, Het Belang van de Studie

Verwante Materialen (Engels):
One Spark Is Not Enough
An Inseparable Pair: The Light And Desire
When I Nullify Myself, I Grow

Filed under: Dagelijkse Kabbalah Lessen, Innerlijk Werk, Spiritualiteit | Add Comment/Ask Question→