De Zohar, hoofdstuk VA Yetze (En Jacob ging uit) artikel 51: Het blijkt dat ze als een gepolijste spiegel is, die betrokken is om niet haar eigen vorm te tonen, maar alleen de vorm van anderen die naar haar kijken of die voor haar staan.
Ze lijkt ook op een spiegel omdat de kwaliteit van het glas aan de andere kant van de spiegel troebel van kleur is. Het weerspiegelt de stralen van het Licht, wanneer het transparant was zou er geen vorm in gezien kunnen worden. Zo is de Nukva, al haar kracht is de Masach in haar, die het Licht tegenhoudt dat op haar neerschijnt. Zonder deze Masach zou er helemaal geen Licht in haar zijn.

We lezen de Zohar maar we begrijpen het niet, we lezen maar we voelen niets. Uiteindelijk moeten we een staat bereiken en tot de vraag komen: “waar doen we het allemaal voor”? Het zal ons in wanhoop storten, teleurstelling en een innerlijke explosie en het besef dat we geen andere keuze hebben dan ons te verenigen, en in deze innerlijke eenheid, onthullen we waar de Zohar van spreekt.

Er is geen andere methode, geen andere weg. Er zijn veel obstakels op de weg: luiheid, gebrek aan begrip en de protesten van de geest die toe te schrijven zijn aan zijn onvermogen om te begrijpen. Echter deze zaken maken niets uit. Het enige wat we nodig hebben is doorzettingsvermogen dat ons in een staat van wanhoop en het besef brengt, dat er geen andere keuze is. We moeten onthullen waarvan de Zohar juist in onze eenheid spreekt.Dat waarvan de Zohar spreekt word alleen onthuld in de eenheid onder ons.

Filed under: Dagelijkse Kabbalah Lessen | Add Comment/Ask Question→