Tussen Hemel En Hel

De Zohar, Hoofdstuk “Tazria (Als een vrouw bevalt)”, punt 20: Als de ziel naar de toegang van deze wereld afdaalt, daalt ze eerst naar de Tuin van Eden van de aarde, en ziet ze de glorie van de geesten van de rechtvaardigen staan, kolom per kolom. Daarna gaat ze naar de hel en ziet ze de verdorvenen huilen “Helaas! Helaas!” en niemand heeft medelijden met ze. Ze wordt de getuige van alles: de verdorvenen getuigen hoe ze gestraft worden voor elke zonde, en de rechtvaardigen getuigen over de goede beloningen die ze voor iedere Mitzva (goede daad, gebod) ontvangen. En het heilige beeld staat haar bij totdat ze naar deze wereld vertrekt.

De Zohar spreekt altijd over één ziel, één mens. Of het over de Tuin van Eden en hel spreekt, of over de rechtvaardigen en de verdorvenen – zij allen zijn omvat in één mens.

Als we het systeem van onze ziel binnengaat, worden we onderdopeld in onze innerlijke werkelijkheid en in het bestuderen van alle mogelijkheden daar. Dit wordt bedoeld met het reizen tussen de Tuin van Eden en hel, en oberveren wat daar gebeurt. Met andere woorden, we creëren een plattegrond met de route van onze spirituele vooruitgang.

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed