Groot, Klein En Gelijk Aan Een Vriend En Aan De Schepper

greatandsmallEen vraag die ik gekregen heb: Kan ik mijn vriend op verschillende manieren zien: soms als een student, soms als een leraar, soms als een gelijke?

Mijn Antwoord: Je kunt alle drie relaties in alle toestanden terugvinden:

1. Als ik me met mijn vriend wil verenigen, dan moet ik hem als een heel belangrijk persoon zien, alleen dan zal ik het verlangen hebben om me met hem te verenigen. Dit is waarom ik hem als een van de grootste en belangrijkste mensen in de wereld moet zien, die mij in staat zal stellen om me met de Schepper te verenigen. Hij moet belangrijk voor me zijn net zoals de Schepper is. Als de groep me de kracht en de mogelijkheid geeft om het Hoogste Doel te verwerven, dan zal ik zijn leden zien als grote mensen, waar mijn lot van afhankelijk is. Ik moet in staat zijn om alles te betalen zodat zij me zullen accepteren. Ik zal bereid zijn om mezelf kleiner te maken, om me met ze te verbinden.

2. Echter als ik er aan denk om de groep sterker te maken, dan zie ik ze van boven af, en denk ik hoe ik ze kan helpen en ze kan inspireren. Dan zie ik ze als kleiner dan ik. Ik wil ze beïnvloeden en ze meer energie geven.

3. Als we over de eenheid in de groep spreken, dan is iedereen gelijk. Nadat ik ze gewaardeerd heb als groter zijnde, en nadat ik groter was dan zijn, worden we gelijk en verenigen we ons met elkaar. Dit is waarom we vrienden genoemd worden. Dit zijn ook dezelfde relaties die ik met de Schepper heb: Hij is groter dan ik, kleiner dan ik en gelijk aan mij.

1. Hij is groot omdat Hij me de kracht geeft en mijn verlangens en gedachten bepaalt.

2. Hij is kleiner dan ik omdat Hij van mij afhankelijk is. Ik kan aan Hem geven, ik kan Hem goed doen voelen, en in dit opzicht is Hij van me afhankelijk. Dus blijkt het dat Hij kleiner is dan ik. Deze afhankelijkheid is gelijk aan hoe de ouders afhankelijk zijn van hun kind.

3. Hij is gelijk aan mij omdat alleen gelijken samensmelting kunnen bereiken – zich met elkaar verenigen om van elkaar te krijgen en aan elkaar te geven.

Daarom veranderen de toestanden niet in iemands houding ten aanzien van de groep of de Schepper. Het enige dat verandert is de manier waarom men ze ziet: ze kunnen groot zijn, ze kunnen klein of gelijk zijn zowel ten aanzien van een vriend als ten aanzien van de Schepper. Een persoon moet altijd controleren hoe hij elk van deze drie houdingen kan aanvullen, om verder te komen – naar grotere eenheid met de vrienden en de Schepper.

Discussie | Share Feedback | Ask a question




"Kabbalah & het Doel van het Leven" Reacties RSS Feed